ECLI:NL:RBNHO:2025:12233

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 oktober 2025
Publicatiedatum
22 oktober 2025
Zaaknummer
15-031945-25 raadkamernummer 25-018022
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van vergoeding op grond van artikel 530 Sv in een strafzaak zonder oplegging van straf

Op 15 oktober 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, een beslissing genomen in een rekestprocedure op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. R.I. Takens, heeft een verzoek ingediend voor een vergoeding van in totaal € 2.196,78, bestaande uit reis- en verblijfkosten en kosten van rechtsbijstand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie heeft besloten de verzoeker niet verder te vervolgen, wat betekent dat de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. De rechtbank heeft het verzoekschrift op 17 september 2025 in openbare raadkamer behandeld, waarbij de gemachtigde advocaat en de officier van justitie zijn gehoord. De verzoeker is niet verschenen, maar zijn verzoek is toegelicht door zijn raadsman.

De rechtbank heeft de hoogte van de verzochte kilometervergoeding van 77 cent per kilometer beoordeeld in het licht van eerdere uitspraken, waaronder een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam, waar deze vergoeding niet als buitensporig werd beschouwd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de declaratie, in combinatie met de uren en de aard van de zaak, niet bovenmatig is. De rechtbank heeft de vergoeding voor de kosten van de raadsman vastgesteld op € 1.504,60 en daarnaast € 680,- voor de kosten van indiening en behandeling van het verzoekschrift. De totale vergoeding van € 2.196,78 is toegewezen aan de verzoeker, ten laste van de Staat.

De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. C.S. Schoorl, rechter, en de griffier L. Bottelier. Tegen deze beslissing staat voor de officier van justitie binnen veertien dagen en voor de gewezen verdachte of zijn erfgenamen binnen een maand hoger beroep open bij het gerechtshof.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Haarlem
parketnummer : 15-031945-25
raadkamernummer : 25-018022
datum : 15 oktober 2025
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het verzoek op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[Verzoeker]

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. R.I. Takens te Amsterdam
hierna te noemen: de verzoeker.

Feiten

De officier van justitie heeft beslist de verzoeker niet verder te vervolgen en heeft dat bij brief van 30 januari 2025 aan de verzoeker meegedeeld.
De strafzaak is dus geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en artikel 9a Wetboek van Strafrecht is niet toegepast.

Procedure

Het verzoekschrift is op 9 juli 2025 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 17 september 2025 het verzoekschrift in openbare raadkamer behandeld.
De rechtbank heeft de gemachtigde advocaat van de verzoeker en de officier van justitie op zitting gehoord.
De verzoeker is, hoewel daartoe goed opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.

Verzoek

Het verzoek strekt tot toekenning van een vergoeding van in totaal € 2.196,78 wegens:
- het onderzoek en de behandeling van de zaak gemaakte reis- en verblijfkosten, berekend op de voet van het bij en krachtens de Wet tarieven in strafzaken bepaalde, te weten reiskosten in verband met verhoor als verdachte in het kader van het (opsporings)onderzoek, ter hoogte van € 12,18;
- de met opgemelde strafzaak samenhangende kosten van rechtsbijstand ten belope van 4,26 uur tegen de overeengekomen uurtarieven van € 350,— (mr. Takens) en € 200,- (mr. Zaat), te verhogen met 6% kantooropslag alsmede met reiskosten, alles te verhogen met 21 % btw, derhalve in totaal bedragende € 1.504,60 (€ 1.243,47 excl. btw), zoals blijkt uit bijgevoegde declaratie en urenspecificatie;
- de kosten van een raadsman voor het opstellen, indienen en in raadkamer toelichten van dit verzoek tot een bedrag van € 680,-.
De raadsman heeft het verzoek in raadkamer toegelicht. Het verzoek ziet met name toe op de hoogte van de verzochte kilometervergoeding van 77 cent per kilometer, dit is ook het tarief dat de overheid zelf aanhoudt in plaats van de door de rechtbank gehanteerde kilometervergoeding van 27 cent per kilometer. De toets die voorligt in deze procedure is of de declaratie in combinatie met de uren en de aard van de zaak bij een marginale toetsing bovenmatig is. Het Hof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2025:981) acht de kilometervergoeding van 77 cent per kilometer ook niet buitensporig.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie verzet zich niet tegen het toekennen van de gevraagde vergoeding.

Beoordeling

De rechtbank is bevoegd en het verzoek is tijdig ingediend.
Als de strafzaak van een verdachte is geëindigd zonder oplegging van een straf of maatregel en zonder toepassing van artikel 9a (schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel) van het Wetboek van Strafrecht, kan die verdachte in beginsel aanspraak maken op vergoeding van de kosten van zijn advocaat in verband met die zaak (artikel 530 Sv). In een dergelijk geval bestaat in beginsel ook recht op een bedrag als vergoeding voor immateriële schade als hij in verzekering is gesteld of in voorlopige hechtenis heeft gezeten (artikel 533 Sv).
De rechter kent de vergoeding geheel of gedeeltelijk toe voor zover dat naar zijn oordeel billijk is, waarbij hij rekening houdt met alle omstandigheden (artikel 534 Sv).
De rechtbank acht toekenning van de verzochte vergoeding billijk tot een bedrag ter grootte van € 2.196,78 en zal het verzoekschrift als volgt toewijzen.
De rechtbank zal een vergoeding toekennen voor de kosten van de raadsman tot een bedrag van € 1.504,60
De rechtbank zal daarnaast het gebruikelijke bedrag van € 680,- toekennen voor de kosten van indiening en behandeling van het verzoekschrift.
De rechtbank oordeelt, mede gelet op de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2025:981, waar een vergoeding van 77 eurocent per kilometer niet buitensporig hoog werd geacht de gemaakte reis- en verblijfkosten ter hoogte van € 12,18 toekennen.

Beslissing

De rechtbank kent aan de verzoeker ten laste van de Staat een vergoeding toe van
€ 2.196,78(zegge: tweeduizend honderdzesennegentig euro en achtenzeventig eurocent).
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.S. Schoorl, rechter,
in tegenwoordigheid van L. Bottelier, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2025.
De griffier is buiten staat om deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor de officier van justitie binnen veertien dagen daarna en voor de gewezen verdachte of zijn erfgenamen binnen een maand na de betekening hoger beroep open bij het gerechtshof.
BEVELSCHRIFT VAN TENUITVOERLEGGING
Bij beslissing van deze rechtbank, enkelvoudige raadkamer, van 15 oktober 2025
(RK-nummer: 25-018022 is op de voet van artikel 530 Sv aan:
[Verzoeker], verzoeker,
een vergoeding uit s Rijks kas toegekend van € 2.196,78 (zegge: tweeduizend honderdzesennegentig euro en achtenzeventig eurocent).
Bevolen wordt dat de griffier na het onherroepelijk worden van de beslissing overgaat tot uitbetaling van dit bedrag door overmaking op IBAN-rekeningnummer [rek. nummer], ten name van Advocatenkantoor R.I. Takens, onder vermelding van D109205 [Verzoeker] (25-018022).
Dit bevelschrift is afgegeven op 15 oktober 2025 door mr. C.S. Schoorl, rechter.
vergoeding 530 Sv, inzake: [Verzoeker]