ECLI:NL:GHAMS:2025:981
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.W.T. Klappe
- A.E. Kleene-Krom
- B.A.A. Postma
- Rechtspraak.nl
Vergoeding rechtsbijstand en reiskosten in hoger beroep onder artikel 530 Sv
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 maart 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 20 november 2024. Het hoger beroep werd ingesteld door de verzoeker, die een vergoeding vroeg voor kosten van rechtsbijstand en reiskosten in verband met zijn strafzaak. De verzoeker had een bedrag van € 6.232,99 aan rechtsbijstandskosten en € 7,64 aan reiskosten verzocht. Het hof heeft de advocaat-generaal en de advocaat van de verzoeker gehoord, maar de verzoeker zelf was niet aanwezig in de raadkamer.
Het hof oordeelde dat de rechtbank verzuimd had om een beslissing te nemen over een deel van de verzochte kosten. Het hof heeft vastgesteld dat de verzoeker recht heeft op een vergoeding voor de reiskosten van € 7,64 en voor de kosten van rechtsbijstand van € 6.232,99. Daarnaast werd ook een vergoeding van € 680,00 voor de verzoekschriftprocedure in hoger beroep toegewezen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en een totaalbedrag van € 7.260,63 toegewezen aan de verzoeker. De beslissing is genomen op basis van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering, waarbij het hof de omstandigheden van de zaak in overweging heeft genomen.