In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, betreft het een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over een mondelinge overeenkomst voor het uitvoeren van loodgieter- en elektrawerkzaamheden ter voorbereiding van het plaatsen van een keuken. De procedure begon met een dagvaarding en omvatte een mondelinge behandeling op 4 september 2025. De partijen zijn in contact gekomen via de website werkspot.nl, waarbij [eiser] op 10 oktober 2024 bij [gedaagde] thuis is geweest om afspraken te maken. Er is een aanbetaling van € 2.500,00 gedaan door [gedaagde] op 13 oktober 2024, maar er ontstond onduidelijkheid over de exacte afspraken en de uitvoering van het werk. Uiteindelijk heeft [eiser] de woning verlaten en zijn er geen verdere werkzaamheden uitgevoerd.
In conventie vorderde [eiser] betaling van € 4.988,55 van [gedaagde], inclusief een bedrag voor meerwerk en een spoedopslag. [gedaagde] betwistte de hoogte van de afgesproken prijs en stelde dat de werkzaamheden gebrekkig waren uitgevoerd. In reconventie vorderde [gedaagde] een verklaring voor recht dat [eiser] aansprakelijk was voor de geleden schade en een bedrag van € 1.960,20. De kantonrechter oordeelde dat de oorspronkelijke aanneemsom € 3.250,00 inclusief btw was en dat [gedaagde] nog € 950,00 verschuldigd was aan [eiser]. De vorderingen van [gedaagde] werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd.