ECLI:NL:RBNHO:2025:11017

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 september 2025
Publicatiedatum
25 september 2025
Zaaknummer
11153706 \ CV EXPL 24-3751
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een nota van een zorgverlener en tegenvordering wegens tekortkomingen in de medische behandeling

In deze zaak heeft Infomedics B.V. betaling gevorderd van een openstaande nota van € 448,80 van een zorgverlener die aan gedaagde was verstrekt. Gedaagde betwistte de geldigheid van de overdracht van het vorderingsrecht van de zorgverlener aan Infomedics en deed een beroep op opschorting van betaling. De kantonrechter oordeelde dat Infomedics voldoende bewijs had geleverd dat de zorgverlener zijn vorderingsrecht aan Infomedics Finance B.V. had overgedragen. Gedaagde kon niet aantonen dat zij een opeisbare tegenvordering had, noch dat de zorgverlener tekort was geschoten in de nakoming van de medische behandelingsovereenkomst. De kantonrechter wees de vordering van Infomedics toe en wees de tegenvordering van gedaagde af. Tevens werd het rentebeding van Infomedics als oneerlijk beoordeeld en ambtshalve vernietigd. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die met 50% werden gematigd.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11153706 \ CV EXPL 24-3751
Vonnis van 24 september 2025
in de zaak van
Infomedics B.V.,mede handelend onder de namen Infomedics Factoring, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA
te Almere
eiseres in conventie
gedaagde in reconventie
hierna te noemen: Infomedics
gemachtigde: mr. H.R. Yucesan (Swart Advocaten)
tegen
[gedaagde]
te [plaats]
gedaagde in conventie
eiseres in reconventie
hierna te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.
De zaak in het kort
Infomedics heeft betaling van een nota van een zorgverlener van [gedaagde] gevorderd. [gedaagde] betwist dat de zorgverlener zijn vorderingsrecht (geldig) aan (de zustervennootschap van) Infomedics heeft overgedragen. Daarnaast doet zij een beroep op opschorting. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Infomedics echter voldoende onderbouwd dat de zorgverlener zijn vorderingsrecht aan de zustervennootschap van Infomedics heeft overgedragen. Het beroep op opschorting slaagt evenmin omdat [gedaagde] onvoldoende heeft onderbouwd dat zij een opeisbare tegenvordering op Infomedics heeft. Met name heeft zij onvoldoende onderbouwd dat de zorgverlener tekort is geschoten in de nakoming van de medische behandelingsovereenkomst en dat zij daardoor schade heeft geleden. De tegenvordering van [gedaagde] slaagt niet. Voor de vergoeding van eventuele schade vanwege een mislukte behandeling moet zij de zorgverlener aanspreken en niet Infomedics. Dit betekent dat de vordering van Infomedics wordt toegewezen en de tegenvordering van [gedaagde] wordt afgewezen. Ten slotte is het rentebeding van Infomedics oneerlijk. Dit beding wordt ambtshalve vernietigd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord met eis in reconventie;
- de conclusie van repliek, tevens conclusie van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek, tevens conclusie van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft op 26 november 2019 een medische behandelingsovereenkomst gesloten met Tandartsengroepspraktijk [plaats] (hierna: de zorgverlener). De overeengekomen behandelingen zijn tussen 2019 en 2022 uitgevoerd.
2.2.
Op 21 mei 2023 heeft Infomedics een factuur aan [gedaagde] gestuurd voor deze medische behandelingen, ter hoogte van € 3.349,26.
2.3.
[gedaagde] en Infomedics hebben een betalingsregeling afgesproken.
2.4.
In augustus of september 2022 heeft [gedaagde] klachten geuit over de behandeling aan de zorgverlener.
2.5.
[gedaagde] heeft de gehele factuur betaald, behalve een bedrag van € 448,80.

3.De vordering

3.1.
Infomedics vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 448,80, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Infomedics legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met de betaling van een gedeelte van de factuur. Infomedics stelt dat de zorgverlener het vorderingsrecht tot inning van de factuur heeft overgedragen aan Infomedics Finance B.V. Vervolgens heeft Infomedics Finance B.V. aan Infomedics last en opdracht gegeven om de vorderingen in eigen naam te incasseren.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Zij betwist allereerst dat de zorgverlener de vordering aan Infomedics Finance B.V. heeft overgedragen. Daarnaast doet zij een beroep op opschorting.
4.2.
[gedaagde] vordert bij wijze van tegenvordering veroordeling van Infomedics tot betaling van € 3.952,00, dan wel tot betaling van € 3.503,20 in het geval de vordering van Infomedics in conventie wordt afgewezen. Zij legt aan de tegenvordering ten grondslag dat de zorgverlener tekort is geschoten in de nakoming van de medische behandelingsovereenkomst doordat de zorgverlener onzorgvuldig heeft gehandeld, de medische behandelingen niet correct heeft uitgevoerd en daarbij te hoge tarieven heeft gehanteerd.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
Infomedics moet al in de dagvaarding het geschil in volle omvang zichtbaar maken. [1] Het is niet de bedoeling dat zij zich in de dagvaarding beperkt tot een zeer summiere beschrijving van de zaak en vervolgens pas, nadat de gedaagde verweer heeft gevoerd, tot een meer gedetailleerde uitwerking van het geschil komt. Infomedics heeft als eiser een substantiëringsplicht: dit betekent dat zij de door de gedaagde aangevoerde verweren en de gronden daarvan in de dagvaarding moet opnemen. [2] Dit heeft zij echter niet gedaan. Uit de conclusie van antwoord volgt dat [gedaagde] voorafgaand aan de dagvaarding een aantal e-mails naar (de gemachtigde van) Infomedics en naar de zorgverlener heeft gestuurd waarin zij bezwaar maakt tegen de factuur. Infomedics heeft deze bezwaren in het geheel niet in de dagvaarding vermeld. Dit had wel op haar weg gelegen.
5.2.
Aan het niet-naleven van de substantiëringsplicht kan de kantonrechter de gevolgen verbinden die hij geraden acht. [3] In deze zaak ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskostenveroordeling van [gedaagde] met 50% te matigen.
Infomedics heeft voldoende onderbouwd dat de vordering is overgedragen aan haar zustervennootschap
5.3.
[gedaagde] betwist dat de zorgverlener de vordering aan Infomedics Finance B.V. heeft overgedragen. Zij voert aan dat Infomedics geen cessieakte heeft overgelegd en de overdracht ook niet aan haar is medegedeeld.
5.4.
Infomedics heeft daarop een driepartijenovereenkomst overgelegd. Deze is in 2018 gesloten tussen haarzelf, Infomedics Finance B.V. en de zorgverlener. Artikel 2 van die overeenkomst luidt als volgt:
‘2. (…) [De zorgverlener] verkoopt en levert hierbij aan Finance alle vorderingen die [de zorgverlener] gedurende de looptijd van deze Overeenkomst heeft of zal verkrijgen in verband met het verrichten van medische diensten (…), welke koop en levering Finance hierbij aanvaardt (…).’
5.5.
Infomedics heeft toegelicht dat de vorderingen gedurende de looptijd van de driepartijenovereenkomst periodiek aan Infomedics Finance B.V. worden overgedragen. De vordering in kwestie is op 16 mei 2022 aan Infomedics Finance B.V. overgedragen. Zij verwijst hierbij naar een cessieakte. De overdracht is in de buitengerechtelijke correspondentie en ook in de dagvaarding aan [gedaagde] medegedeeld, aldus Infomedics.
5.6.
[gedaagde] heeft hier tegenin gebracht dat zij het aannemelijk acht dat de vordering op 31 december 2022 weer (terug) is overgedragen aan de zorgverlener. Zij voert aan dat deze mogelijkheid wordt geboden in de driepartijenovereenkomst en dat ze begin 2023 een aanmaning van de zorgverlener zelf heeft ontvangen.
5.7.
De kantonrechter overweegt dat voor een geldige overdracht van een vordering (cessie) twee vereisten gelden: een daartoe bestemde akte en mededeling daarvan aan de schuldenaar. [4] [gedaagde] heeft zich bij conclusie van dupliek op het standpunt gesteld dat Infomedics Finance B.V. de vordering later weer terug heeft overgedragen aan de zorgverlener. Daarom gaat de kantonrechter ervan uit dat zij haar betwisting van de aanvankelijke overdracht van de vordering van de zorgverlener aan Infomedics Finance B.V. niet langer handhaaft. Daarmee staat vast dat de zorgverlener de vordering (aanvankelijk) aan Infomedics Finance B.V. heeft overgedragen.
5.8.
Het betoog van [gedaagde] dat Infomedics Finance B.V. de vordering vervolgens weer terug heeft overgedragen aan de zorgverlener, slaagt niet. Zij heeft namelijk geen cessieakte daarvan overgelegd en evenmin enige toelichting van de wijze waarop deze vermeende cessie aan haar zou zijn medegedeeld. De gestelde aanmaning van de zorgverlener uit 2023 heeft zij ook niet in het geding gebracht. Daarmee heeft zij onvoldoende onderbouwd dat deze overdracht heeft plaatsgevonden. De enkele omstandigheid dat de driepartijenovereenkomst het mogelijk maakt voor Infomedics Finance B.V. om vorderingen terug over te dragen aan de zorgverlener, betekent niet dat dit ook daadwerkelijk is gebeurd. Als onbetwist staat vast dat Infomedics last en opdracht heeft gekregen van Infomedics Finance B.V. om de vorderingen in eigen naam te incasseren. Dit betekent dat Infomedics in beginsel aanspraak kan maken op betaling van de vordering tegenover [gedaagde].
[gedaagde] heeft onvoldoende onderbouwd dat de zorgverlener tekort is geschoten in de nakoming van de medische behandelingsovereenkomst
5.9.
[gedaagde] stelt zich daarnaast – samengevat – op het standpunt dat de zorgverlener is tekort geschoten in de nakoming van de medische behandelingsovereenkomst en dat zij daarom de betaling aan Infomedics mag opschorten. Zij voert aan dat de zorgverlener de zorg na vier consulten heeft beëindigd, dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld en dat hij daarbij te hoge tarieven heeft gerekend. Hierdoor heeft zij schade geleden.
5.10.
Infomedics betwist dit. Zij voert aan dat [gedaagde] eerst heeft geklaagd bij de zorgverlener zelf. Deze heeft de kwestie via zijn rechtsbijstandsverzekeraar voorgelegd aan een medisch adviseur. De medisch adviseur heeft geconcludeerd dat de behandeling correct is uitgevoerd. Zonder toestemming van [gedaagde] (bij conclusie van dupliek) kan zij het medische rapport echter niet opvragen bij de verzekeraar, aldus Infomedics.
5.11.
Het verweer van [gedaagde] slaagt niet. Opschorting van een betaling is – kort gezegd – een mogelijkheid om de eigen verplichtingen even uit te stellen totdat de wederpartij iets heeft gedaan wat van hem verlangd mag worden. Een vordering tot opschorting kan niet leiden tot het rechtsgevolg dat de opschortende partij voorgoed bevrijd is van haar betalingsverplichting. Kennelijk was het de bedoeling van [gedaagde] dat de zorgverlener onder de druk van de opschorting over zou gaan tot betaling van de door [gedaagde] gevorderde schadevergoeding.
5.12.
Vanwege de betwisting van Infomedics rustte op [gedaagde] de last te bewijzen dat de zorgverlener dermate tekort is geschoten in de uitvoering van de overeengekomen behandeling dat dit de opschorting van de betaling rechtvaardigt en dat zij daardoor schade heeft geleden. Naar het oordeel van de kantonrechter is [gedaagde] daar niet in geslaagd. De door haar overgelegde ‘second opinion’ van een deskundige is daarvoor onvoldoende omdat Infomedics heeft aangeboden een rapport van de medisch adviseur van de verzekeraar te overleggen waaruit het tegendeel blijkt en [gedaagde] in de conclusie van dupliek niet de vereiste toestemming heeft gegeven om deze in het geding te brengen. Op deze manier is het in deze procedure niet mogelijk om de bevindingen van de deskundigen tegen elkaar af te wegen. Daarnaast heeft zij op geen enkele manier toegelicht waaruit de door haar gestelde schade bestaat. Ten slotte kan de eis in reconventie evenmin een grondslag bieden voor het beroep op opschorting. Deze vordering heeft zij namelijk, zoals de kantonrechter bij de beoordeling van de tegenvordering uiteen zal zetten, tegen de verkeerde partij ingesteld. Daarom heeft [gedaagde] onvoldoende onderbouwd dat zij een opeisbare tegenvordering heeft op grond waarvan zij de betaling kan opschorten.
5.13.
Indien en voor zover [gedaagde] betwist dat zij de tarieven op de factuur met de zorgverlener is overeengekomen omdat deze niet overeen zouden komen met de tarieven van de Nederlandse Zorgautoriteit en de tarieven die waren gepubliceerd op de website van de zorgverlener, had het eveneens op haar weg gelegen om dit betoog nader te onderbouwen. Weliswaar heeft zij een aantal overzichten met deze tarieven overgelegd, maar zij heeft nagelaten om daarbij aan te geven van welke tarieven zij bij het aangaan van de overeenkomst is uitgegaan en in hoeverre het uiteindelijk gefactureerde bedrag daarvan afwijkt. Infomedics heeft dit ook gemotiveerd weersproken, zodat dit betoog evenmin slaagt.
Ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden
5.14.
De kantonrechter is, gelet op het Dexia-arrest [5] , gehouden om onderzoek te doen naar (mogelijk) oneerlijke bedingen in de toepasselijke algemene voorwaarden. Volgens Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten is een beding oneerlijk wanneer dit het evenwicht tussen de wederzijdse rechten en verplichtingen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. De kantonrechter moet in iedere procedure over ieder onderdeel van de vordering beoordelen of daarover in de algemene voorwaarden afspraken zijn gemaakt en of die afspraken al dan niet oneerlijk zijn ten opzichte van de consument. Als de kantonrechter oordeelt dat een contractuele afspraak oneerlijk is, moet het beding worden vernietigd en moet de vordering op dat onderdeel worden afgewezen (ook als de eisende partij in de procedure een beroep doet op wettelijke bepalingen in plaats van op die contractuele afspraak).
5.15.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat de zorgverlener en Infomedics dezelfde algemene voorwaarden hanteren en dat (dus) op de overeenkomst(en) de algemene voorwaarden van Infomedics van toepassing zijn verklaard (hierna: de algemene voorwaarden).
5.16.
In een eerdere zaak van Infomedics heeft de kantonrechter het rentebeding in de algemene voorwaarden oneerlijk bevonden en vernietigd en de vordering tot vergoeding van de wettelijke rente daarom afgewezen. [6] De kantonrechter ziet geen reden om daar nu anders over te denken en vernietigt daarom dit beding. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom zal daarom worden afgewezen. Het betoog van Infomedics dat de vordering niet is gebaseerd op de algemene voorwaarden slaagt niet.
Conclusie
5.17.
De gevorderde hoofdsom zal worden toegewezen. Gelet op het voorgaande zal gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom worden afgewezen.
5.18.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Infomedics worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,54
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
164,00
(2 punten × € 82,00)
Totaal
407,54
5.19.
Zoals hiervoor onder 5.2 overwogen ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten met 50% te verminderen. Dat komt hierna onder de beslissing tot uitdrukking.
5.20.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
de tegenvordering
5.21.
In haar tegenvordering vordert [gedaagde] – samengevat – schadevergoeding omdat zij stelt dat de zorgverlener tekort is geschoten in de uitvoering en de declaratie van de medische behandelovereenkomst. Daarbij gaat zij er echter aan voorbij dat de zorgverlener, tegen wie haar vordering zich (inhoudelijk) richt, geen partij is in deze procedure. In deze procedure zijn immers (alleen) Infomedics, aan wie de zorgverlener zijn vordering op [gedaagde] heeft overgedragen, en [gedaagde] partij. Omdat [gedaagde] niet heeft toegelicht waarom zij desondanks een (tegen)vordering op Infomedics zou hebben, wordt haar tegenvordering afgewezen.
5.22.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van Infomedics worden begroot op:
- salaris gemachtigde
542,00
(2 punten × € 271,00)
Totaal
542,00
5.23.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 448,80,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 203,77, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
in reconventie
6.4.
wijst de vordering van [gedaagde] af,
6.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 542,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
in conventie en in reconventie
6.7.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2025.

Voetnoten

1.Artikel 111 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
2.Artikel 111 lid 3 Rv.
3.Artikel 120 lid 4 Rv.
4.Artikel 3:94 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.HvJ EU 27 januari 2021, C‑229/19 en C‑289/19, ECLI:NL:EU:C:68 (Dexia).
6.ECLI:NL:RBNHO:2025:4749 (tussenvonnis) en ECLI:NL:RBNHO:2025:9270 (eindvonnis).