ECLI:NL:RBNHO:2025:4749

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
30 april 2025
Zaaknummer
11381445 \ CV EXPL 24-7659
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake betalingsvordering door Infomedics tegen gedaagde met betrekking tot medische behandelingsovereenkomst

In deze zaak vordert Infomedics B.V. betaling van een openstaande nota van € 884,00 van gedaagde, die een medische behandelingsovereenkomst heeft gesloten met Stichting Acibadem International Medical Center. De zorgverlener heeft de nota naar gedaagde gestuurd, maar deze heeft niet betaald. Infomedics heeft de vordering van de zorgverlener overgenomen en vordert nu nakoming van de betalingsverplichting. Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat er een betalingsregeling is getroffen met de gemachtigde van Infomedics, maar de kantonrechter oordeelt dat deze regeling niet in de weg staat aan de vordering van Infomedics. De kantonrechter overweegt dat de betalingsregeling onder verband van vonnis is gesloten, wat betekent dat het opstarten van de procedure door Infomedics niet onaanvaardbaar is. De gevorderde hoofdsom wordt toegewezen, maar de kantonrechter moet ook ambtshalve toetsen of er oneerlijke bedingen in de algemene voorwaarden van Infomedics zijn. Het rentebeding in de algemene voorwaarden wordt als oneerlijk beoordeeld, omdat het de consument niet in staat stelt de economische gevolgen te begrijpen. Infomedics krijgt de gelegenheid om zich hierover uit te laten. De zaak wordt aangehouden voor verdere beslissingen.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11381445 \ CV EXPL 24-7659
Tussenvonnis van 30 april 2025
in de zaak van
Infomedics B.V., mede handelend onder de namen
Infomedics Factoring, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA,
te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
zonder bekende woon- of verblijfplaats, met briefadres te [plaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft een medische behandelingsovereenkomst gesloten met Stichting Acibadem International Medical Center (hierna: de zorgverlener).
2.2.
De overeengekomen behandeling is uitgevoerd door de zorgverlener.
2.3.
De zorgverlener heeft een nota voor de behandeling naar [gedaagde] gestuurd.
2.4.
[gedaagde] heeft niet betaald.
2.5.
De zorgverlener heeft zijn eventuele vorderingsrecht overgedragen aan Infomedics Finance B.V. Infomedics Finance B.V. heeft Infomedics last en opdracht gegeven om de vordering op eigen naam te incasseren.

3.Het geschil

3.1.
Infomedics vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 884,00, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Infomedics legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Doordat [gedaagde] de nota van de zorgverlener niet heeft betaald, is zij tekort geschoten in de nakoming daarvan. Daarom vordert zij nakoming in de vorm van betaling van de nota.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Infomedics.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] voert aan dat zij met de gemachtigde van Infomedics een betalingsregeling over deze schuld is overeengekomen. Zij zou graag een uitstel van betaling aanvragen. Infomedics heeft hierop gereageerd dat zij alsnog graag vonnis wil. [gedaagde] heeft bij conclusie van dupliek aangevoerd dat de betalingsregeling is getroffen onder verband van vonnis. Zij stelt dat de regeling er dus van uit ging dat er een vonnis zou komen en het hierbij dus niet om een definitieve regeling ging. Zij stelt dat het doorzetten van deze procedure daarmee naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dan wel dat er hierbij sprake is van misbruik van procesrecht.
4.2.
De kantonrechter overweegt dat [gedaagde] bij conclusie van antwoord de vordering van Infomedics heeft erkend. De betalingsregeling doet daar niet aan af, nu deze, zoals zij zelf stelt, onder verband van vonnis is gesloten. Daarom zal de kantonrechter voorbijgaan aan haar verweer dat het opstarten van deze procedure door Infomedics in strijd is met de betalingsregeling. Omdat partijen hebben afgesproken dat de betalingsregeling onder verband van vonnis is, is het opstarten van deze procedure door Infomedics ook niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en is er geen sprake van misbruik van procesrecht. Daarom zal de gevorderde hoofdsom worden toegewezen.
Ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden
4.3.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. De kantonrechter moet onderzoek doen naar (mogelijk) oneerlijke bedingen in de toepasselijke algemene voorwaarden. [1] Volgens Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten is een beding oneerlijk wanneer dit het evenwicht tussen de wederzijdse rechten en verplichtingen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. De kantonrechter moet in iedere procedure over ieder onderdeel van de vordering beoordelen of daarover in de algemene voorwaarden afspraken zijn gemaakt en of die afspraken al dan niet oneerlijk zijn ten opzichte van de consument. Als de kantonrechter oordeelt dat een contractuele afspraak oneerlijk is, moet het beding worden vernietigd en moet de vordering op dat onderdeel worden afgewezen (ook als de eisende partij in de procedure een beroep doet op wettelijke bepalingen in plaats van op die contractuele afspraak).
4.4.
Op de overeenkomst(en) zijn de volgende algemene voorwaarden van de zorgverlener en de eisende partij van toepassing verklaard: Algemene betalingsvoorwaarden Infomedics (hierna: de algemene voorwaarden).
4.5.
In de algemene voorwaarden staat een rentebeding. Dat luidt, voor zover relevant, als volgt:
‘Wat zijn de belangrijkste betalingsvoorwaarden van mijn rekening van Infomedics?(…)- Als u de rekening niet voor de vervaldatum heeft betaald, dan bent u in verzuim zonder dat daarvoor een nadere ingebrekestelling is vereist. Omdat u het uiteraard vergeten kunt zijn, sturen we u een herinnering waarin wij vragen de rekening alsnog binnen 15 dagen nadat deze brief bij u bezorgd is, te voldoen. Mocht de betaling binnen deze gestelde datum uitblijven, dan brengen wij u rente en incassokosten in rekening. (…)’
4.6.
De kantonrechter stelt vast dat de bedongen rente niet is gespecificeerd. Infomedics kan op grond van dit beding een door haar zelf te bepalen bedrag aan rente op de consument verhalen. Op basis van het beding is de consument niet in staat de economische gevolgen van dit beding te begrijpen en met kennis van zaken te beslissen of hij zich contractueel wil verbinden. Bovendien zou het beding tot gevolg kunnen hebben dat de consument belast wordt met hoge kosten, die normaal gesproken niet ten laste van de consument behoren te komen. De consument is op grond van de wettelijke regeling immers uitsluitend wettelijke rente verschuldigd. De kantonrechter is daarom voornemens om dit beding in de algemene voorwaarden te vernietigen voor zover deze betrekking hebben op de rente. Infomedics zal de gelegenheid krijgen zich hierover uit te laten.
Conclusie
4.7.
Infomedics wordt in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over het voorshands uitgesproken oordeel omtrent de oneerlijkheid van het hiervoor bedoelde beding.
4.8.
Bij uitblijven van een akte, zal de kantonrechter het hiervoor bedoelde beding vernietigen. In dat geval zal de gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom worden afgewezen.
4.9.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van 28 mei 2025 om Infomedics in de gelegenheid te stellen zich bij akte uit te laten over het voorshands uitgesproken oordeel zoals hiervoor is overwogen;
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2025.

Voetnoten

1.HvJ EU 27 januari 2021, C‑229/19 en C‑289/19, ECLI:NL:EU:C:68 (Dexia).