In het primaire besluit van 5 september 2023 heeft verweerder de melding op grond van artikel 2:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heemstede (APV) bevestigd en een vijftiental voorschriften opgelegd, waaronder (samengevat en voor zover relevant):
Locatiebeperking
Voorschrift 1: de betoging dient plaats te vinden aan de overzijde van de kliniek op het trottoir aan de Herenweg ter hoogte van nummer 192.
Concreet gedragsvoorschrift
Voorschrift 2: te allen tijde dienen de deelnemers van de betoging zich verwijderd te houden van het eigen terrein van de kliniek.
Wanordelijkheden en gezondheid
Voorschrift 11: passanten mogen niet (individueel) worden aangesproken. Het aanspreken van bezoekers van de kliniek heeft impact op hun geestelijke gezondheid. De betoging kan enkel gericht zijn op het uitdragen van standpunten en collectieve meningsuiting.
Ter toelichting stelt verweerder dat eiseres vaker in Heemstede heeft betoogd. Het aanspreken van passanten, waaronder bezoekers van de kliniek, kan tot wanordelijkheden leiden in de zin van artikel 2 Wom, die bovenal (deels) bestaan uit strafbare gedragingen.
Het begrip wanordelijkheden is context gebonden, dus het gaat om de mate van orde en rust dat naar algemeen inzicht op een bepaalde plaats behoort te heersen. Bij een abortuskliniek wordt de drempel om te spreken van wanordelijkheden eerder overschreden dan bij een andere openbare plaats. Het is aannemelijk dat van het individueel aanspreken van bezoekers van de kliniek dwang uitgaat, zoals strafbaar gesteld in artikel 284, eerste lid, aanhef en onder 1, Wetboek van Strafecht (Sr). De ongevraagde benadering wordt door bezoekers van de kliniek als intimiderend ervaren en als een ernstige inbreuk op hun privéleven. De impact die dit heeft op de psychische gezondheid van de bezoekers valt onder “bescherming van de gezondheid” als bedoeld in art 2 Wom. Het individueel aanspreken van personen valt verder niet onder het betogingsrecht. Tot slot mogen de betogers de bezoekers die van hun recht op grond van de Wet afbreking zwangerschap gebruik willen maken, niet op onevenredig wijze hinderen. Hinderlijk gedrag is op grond van de artikelen 2:47 en 6:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening van Heemstede (APV) een strafbare gedraging.