ECLI:NL:RBNHO:2024:9885
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verhuiskostenvergoeding op grond van de Wmo 2015 na ontruiming en verblijf buiten de gemeente
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een verhuiskostenvergoeding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Eiser had op 17 augustus 2023 een aanvraag ingediend voor een verhuiskostenvergoeding, welke door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik werd afgewezen. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het college handhaafde zijn besluit in een bestreden besluit van 21 februari 2024. De rechtbank behandelde het beroep op zitting op 17 september 2024, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat eiser ten tijde van de aanvraag op 21 juni 2023 geen ingezetene was van de gemeente Medemblik, aangezien zijn huurwoning op 13 april 2023 was ontruimd en hij sindsdien in Egypte verbleef. Eiser had eerder meerdere aanvragen ingediend en stelde dat de gemeente haar zorgplicht niet had nageleefd, wat leidde tot zijn verhuizing en dakloosheid. Hij verzocht om toewijzing van de verhuiskostenvergoeding op medische gronden.
De rechtbank concludeert echter dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de gevraagde voorziening, omdat het resultaat van de aanvraag (een verhuisvergoeding) niet meer kan worden bereikt. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt behandeld. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M. Jurgens en is openbaar uitgesproken op 30 september 2024.