ECLI:NL:RBNHO:2024:9877
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten inkomstenbelasting en procesbelang
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van inkomstenbelasting, die zij hadden ingediend op basis van de Participatiewet. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk, met als argument dat de heffingskorting die aan eiser was toegekend, als inkomen werd gezien en verrekend met de ontvangen uitkering. De rechtbank heeft de zaak op 2 september 2024 behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigden aanwezig waren.
Eisers ontvangen sinds 30 maart 2016 een uitkering op grond van de Participatiewet, ter aanvulling op een WAO-uitkering. Voor het jaar 2022 diende eiseres een bedrag van € 180,00 aan inkomstenbelasting te betalen, terwijl eiser een teruggave van € 667,00 ontving. De aanvraag voor bijzondere bijstand voor de belastingkosten werd afgewezen, ondanks erkenning van een fout door verweerder. De rechtbank moest beoordelen of eisers nog procesbelang hadden bij een inhoudelijke beoordeling van hun beroep.
De rechtbank concludeert dat er geen procesbelang meer is, omdat de kosten van € 180,00 door een gecorrigeerde aanslag van de Belastingdienst zijn komen te vervallen. Hierdoor is er geen belang meer bij de beoordeling van de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard, maar verweerder moet wel het griffierecht en proceskosten aan eisers vergoeden, omdat de fout pas tijdens de beroepsprocedure is hersteld. De rechtbank heeft de kosten vastgesteld op € 1.750,00 voor de gemachtigde van eisers.