ECLI:NL:RBNHO:2024:9875
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering op grond van schending medewerkingsverplichting in het kader van de Participatiewet
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad, waarbij haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw) is ingetrokken. Eiseres ontving vanaf 26 oktober 2013 een bijstandsuitkering, maar na een melding is er een onderzoek gestart naar de rechtmatigheid van deze uitkering. Eiseres heeft niet voldaan aan de verzoeken om bewijsstukken, wat leidde tot de opschorting van haar uitkering per 12 oktober 2023. Het college heeft vervolgens op 19 december 2023 de uitkering ingetrokken en een bedrag van € 745,68 teruggevorderd.
De rechtbank heeft het beroep op 2 september 2024 behandeld, waarbij eiseres zich afmeldde voor de zitting. De rechtbank oordeelt dat eiseres de medewerkingsverplichting heeft geschonden door niet alle gevraagde bankafschriften en bewijsstukken te overleggen. De rechtbank stelt vast dat de wijziging van de grondslag van het besluit door verweerder naar artikel 54, derde lid, tweede volzin van de Pw gerechtvaardigd was, omdat eiseres onvoldoende heeft meegewerkt aan het onderzoek naar haar recht op bijstand. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Jurgens, rechter, en is openbaar uitgesproken op 1 oktober 2024. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.