ECLI:NL:RBNHO:2024:9682

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
19 september 2024
Zaaknummer
C/15/350011 / HA ZA 24-143
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechtbank in geschil over aannemingsovereenkomst met tegenstrijdige algemene voorwaarden

In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiser en de besloten vennootschap Poland Bouw B.V. over een aannemingsovereenkomst die op 30 april 2021 is gesloten. De rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, heeft op 28 augustus 2024 uitspraak gedaan in een incident waarin Poland verzocht om de rechtbank onbevoegd te verklaren. De rechtbank oordeelt dat op de aannemingsovereenkomst meerdere sets algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard, waaronder de Uniforme Administratieve Voorwaarden 2012 (UAV 2012) en de Woningborg Garantie- en Waarborgregeling Nieuwbouw 2020 (WGN). De rechtbank concludeert dat het forumkeuzebeding in de UAV 2012 prevaleert boven dat in de WGN, waardoor zij niet bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. Eiser had zich beroepen op de bevoegdheid van de rechtbank, maar de rechtbank oordeelt dat de partijen door de ondertekening van de aannemingsovereenkomst de UAV 2012 hebben aanvaard en dat de WGN niet van toepassing is. De rechtbank wijst de vordering van Poland in het incident toe en veroordeelt eiser in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/350011 / HA ZA 24-143
Vonnis in incident van 28 augustus 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. J.P. Groen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
POLAND BOUW B.V.,
gevestigd te Alkmaar,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
hierna te noemen: Poland,
advocaat: mr. E. Hoekstra.
De zaak in het kort
Op de tussen [eiser] en Poland gesloten aannemingsovereenkomst zijn door partijen meerdere sets algemene voorwaarden van toepassing verklaard. De rechtbank is van oordeel dat het in de UAV 2012 opgenomen forumkeuzebeding prevaleert, omdat in de aannemingsovereenkomst uitdrukkelijk naar de UAV 2012 wordt verwezen. Dat houdt in dat deze rechtbank niet bevoegd is kennis te nemen van het geschil.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in incident van 19 juni 2024;
  • het rolbericht van 19 juni 2024 van [eiser] met productie 3;
  • de akte overlegging producties in het incident van [eiser] van 17 juli 2024 met producties 57 en 58.
1.2.
Ten slotte is wederom vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten voor zover van belang in het incident

2.1.
Op 30 april 2021 hebben [eiser] en Poland een aannemingsovereenkomst gesloten met betrekking tot de realisatie van een nieuwbouw woning met garage en schuur aan de [adres] te [plaats] (“de aannemingsovereenkomst”).
2.2.
Ingevolge artikel 2 onder a. van de aannemingsovereenkomst zal het werk (onder andere) worden uitgevoerd overeenkomstig bestekboek nr. 2011 D be1 van 20 november 2020 (“het bestek”).
2.3.
Op blad 1 van de aannemingsovereenkomst is de volgende bepaling opgenomen:
“Op deze aannemingsovereenkomst zijn de onderstaande voorwaarden van toepassing.
De Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) zijn van toepassing. Conform het gestelde in bestekbepaling 01.01.10.”
2.4.
Punt 01.01.10 van het bestek luidt als volgt:
01.01.10 VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN
01.VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN
Van toepassing zijn de STABU Standaard Technische Bepalingen in de
STABU-Standaard 2019, alsmede, voor zover daarvan niet uitdrukkelijk is afgeweken in het bestek, de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), zoals deze zijn opgenomen in de STABU-Standaard 2019 als bijlage I, uitgegeven door Stichting STABU te Ede.
09. WONINGBORG
Tevens zijn van toepassing de administratieve en technische bepalingen Woningborg Garantie- en Waarborgregeling Nieuwbouw 2020, incl. Bijlage A 2020, zoals deze zijn gepubliceerd op website […..]De aannemer draagt zorg voor het verkrijgen van het Woningborg-certificaat. De kosten voor de aanvraag en het certificaat zijn voor rekening van de aannemer.
19. RICHTLIJNEN PASSIEF HUISTevens zijn van toepassing de uitgangspunten, richtlijnen en technische aandachtspunten voor het bouwen van passief huizen, zoals deze zijn gepubliceerd op websites […..] en […..].”
2.5.
Punt 01.02.49 van het bestek luidt, voor zover relevant, als volgt:
“01.02.49 BESLECHTING VAN GESCHILLEN
01. BESLECHTING VAN GESCHILLENAlle geschillen, welke ook – daaronder begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd – die naar aanleiding van de overeenkomst of van overeenkomsten, die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen opdrachtgever en aannemer mochten ontstaan, zullen worden beslecht overeenkomstig het gestelde in Woningborg Garantie- en waarborgregeling Nieuwbouw 2020.
05. RAAD VAN ARBITRAGE
De tekst “Raad van Arbitrage voor de Bouw” in paragraaf 43a lid 4, paragraaf 48 lid 2 en paragraaf 49 lid 2 van de UAV 2012 wordt vervangen door “Raad van Arbitrage voor Metaalnijverheid en -Handel.”
2.6.
De in de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (“UAV 2012”) opgenomen forumkeuzebepaling luidt, voor zover relevant, als volgt:
§ 49. Beslechting van geschillen
1. Voor de beslechting van de in deze paragraaf bedoelde geschillen doen partijen uitdrukkelijk afstand van hun recht de tussenkomst van de gewone rechter in te roepen.
2. Alle geschillen, welke dan ook – daaronder begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd – die naar aanleiding van de overeenkomst of van overeenkomsten, die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen opdrachtgever en aannemer mochten ontstaan, worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het arbitragereglement van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, zoals dit drie maanden voor de dag van aanbesteding luidt.”
2.7.
Artikel 14.3 van de Woningborg Garantie- en waarborgregeling Nieuwbouw 2020 (“WGN”) luidt als volgt:
14.3.
Indien de Garantiegerechtigde en de Ondernemer niet tot een minnelijke oplossing van het geschil kunnen komen, dan geldt tussen hen de navolgende geschillenregeling:
“Alle geschillen tussen de Ondernemer en de Garantiegerechtigde naar aanleiding van de Regeling, daaronder begrepen vorderingen tot nakoming, ontbinding en schadevergoeding, worden beslecht door de RvA overeenkomstig de regelen beschreven in het Woningborg Geschillenreglement, zoals deze luiden op de dag van het aanhangig maken van het geschil, met inachtneming van het navolgende.
De Garantiegerechtigde heeft steeds het recht een procedure aanhangig te maken bij de RvA dan wel de gewone rechter.
Indien de Ondernemer een procedure aanhangig wil maken moet hij eerst de Garantiegerechtigde per aangetekende brief een termijn van ten minste één (1) maand stellen voor diens schriftelijk bericht of hij het geschil door de RvA dan wel de gewone rechter beslecht wil hebben.
De Ondernemer is gebonden aan de door de Garantiegerechtigde gemaakte keuze. Maakt de Garantiegerechtigde binnen de gestelde termijn geen keuze dan heeft ook de Ondernemer de vrijheid te kiezen voor de RvA dan wel de gewone rechter.”

3.De vordering in de hoofdzaak

3.1.
[eiser] vordert in de hoofdzaak, samengevat, Poland te veroordelen (i) een bedrag van € 26.213,82 te betalen aan [eiser] , (ii) een bedrag van € 35.828,10 te betalen aan [eiser] en (iii) aan [eiser] schadevergoeding te betalen, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, in alle gevallen te vermeerderen met rente en kosten.
3.2.
[eiser] stelt bij dagvaarding dat deze rechtbank bevoegd is kennis te nemen van het geschil tussen partijen. [eiser] beroept zich in dat verband op het bepaalde in paragraaf 01.02.49 van het bestek. Hierin wordt verwezen naar de WGN.
Volgens [eiser] wordt in artikel 14.3 van de WGN [1] aan hem de keuze gelaten om te kiezen voor de burgerlijke rechter.

4.De vordering in het incident

4.1.
Poland vordert in het incident dat deze rechtbank zich onbevoegd verklaart om van het onderhavige geschil kennis te nemen. Poland stelt daartoe – samengevat – het volgende. Primair geldt dat de WGN niet tussen partijen van toepassing is en subsidiair dat het in artikel 14.3 van de WGN opgenomen forumkeuzebeding geen betrekking heeft op de situatie die zich tussen partijen voordoet. Partijen hebben in de aannemingsovereenkomst de UAV 2012 van toepassing verklaard, conform paragraaf 01.01.10 van het bestek. De rechtbank dient zich dus onbevoegd te verklaren, aldus Poland. Als de rechtbank tot de conclusie zou komen dat het forumkeuzebeding in de WGN wel toepassing vindt, dan vindt Poland dat deze forumkeuze naast de forumkeuze in de UAV 2012 van toepassing is. In de situatie waarin twee sets algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard en deze sets tegenstrijdig aan elkaar zijn, moet op grond van de rechtspraak van de Hoge Raad door uitleg worden vastgesteld welk beding uit welke voorwaarden dient te prevaleren. Er is een aantal redenen op grond waarvan het in de UAV 2012 opgenomen forumkeuzebeding dient te prevaleren, aldus Poland.
4.2.
[eiser] voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
De rechtbank overweegt met betrekking tot haar bevoegdheid als volgt. Op grond van artikel 42 Wet op de Rechterlijke Organisatie is de rechtbank absoluut bevoegd kennis te nemen van alle burgerlijke vorderingen in eerste aanleg, behoudens bij de wet bepaalde uitzonderingen. Partijen kunnen op grond van artikel 1020 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (“Rv.”) bij overeenkomst geschillen die tussen hen uit een bepaalde, al dan niet uit een overeenkomst voortvloeiende, rechtsbetrekking zijn ontstaan dan wel zouden kunnen ontstaan, aan arbitrage onderwerpen. Artikel 1022 Rv. bepaalt dat de rechter, bij wie een geschil aanhangig is gemaakt waarover een overeenkomst tot arbitrage is gesloten, zich onbevoegd verklaart, indien een partij zich voor alle weren op het bestaan van deze overeenkomst beroept, tenzij de overeenkomst ongeldig is.
5.2.
Artikel 1021 Rv. bepaalt dat een overeenkomst tot arbitrage wordt bewezen door een geschrift. Daarvoor is voldoende een geschrift dat in arbitrage voorziet of dat verwijst naar algemene voorwaarden welke in arbitrage voorzien en dat door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard.
5.3.
Het geschil in het incident spitst zich toe op de vraag of de in de WGN of de in de UAV 2012 opgenomen forumkeuzeclausule van toepassing is. Als de UAV 2012 van toepassing zijn, dan is er sprake van algemene voorwaarden die in arbitrage voorzien.
Als de WGN van toepassing is, dan kan het geschil (ook) worden voorgelegd aan de gewone rechter. Dat houdt in dat eerst zal moeten worden vastgesteld welke algemene voorwaarden tussen [eiser] en Poland van toepassing zijn.
5.4.
Uitgangspunt is dat een wederpartij die de toepasselijkheid van algemene voorwaarden heeft aanvaard, aan die algemene voorwaarden is gebonden [2] , waarbij in het algemeen geldt dat aan het aanbod en de aanvaarding van algemene voorwaarden geen andere eisen worden gesteld dan aan het tot stand komen van een overeenkomst. Wel is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar, indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen [3] .
De UAV 2012 zijn van toepassing
5.5.
Niet in geschil is dat [eiser] en Poland de aannemingsovereenkomst hebben ondertekend en dat in de aannemingsovereenkomst uitdrukkelijk is opgenomen dat daarop de UAV 2012 van toepassing zijn. De rechtbank is van oordeel dat zowel [eiser] als Poland door de ondertekening van de aannemingsovereenkomst de toepasselijkheid van de UAV 2012 hebben aanvaard.
5.6.
[eiser] heeft aangevoerd dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn als [eiser] als consument niet naar de rechtbank zou kunnen en dat het in de UAV 2012 opgenomen forumkeuzebeding op de zogenaamde zwarte lijst is opgenomen [4] . De rechtbank gaat aan dit argument voorbij, omdat [eiser] de vernietiging van het in de UAV 2012 opgenomen forumkeuzebeding niet heeft ingeroepen en dus geen rechtsgevolg aan zijn standpunt heeft verbonden.
5.7.
Verder heeft [eiser] aangevoerd dat Poland tijd probeert te rekken en een oneigenlijk beroep doet op de UAV 2012, omdat Poland in haar eigen algemene voorwaarden een forumkeuzebeding heeft opgenomen waarin de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar bevoegd wordt verklaard. Aangezien Poland zich in deze procedure niet op haar eigen algemene voorwaarden beroept, volgt de rechtbank [eiser] niet in dat standpunt.
5.8.
Aangezien [eiser] en Poland de toepasselijkheid van de UAV 2012 uitdrukkelijk hebben aanvaard en [eiser] de vernietiging van (enig beding uit) de UAV 2012 niet heeft ingeroepen, is de rechtbank van oordeel dat de UAV 2012 van toepassing zijn op de aannemingsovereenkomst.
De WNG is van toepassing
5.9.
Tussen [eiser] en Poland is evenmin in geschil dat het bestek, waarnaar uitdrukkelijk in de aannemingsovereenkomst wordt verwezen, onderdeel uitmaakt van de aannemingsovereenkomst. In bestekbepaling 01.01.10 zijn, naast de STABU Standaard Technische Bepalingen in de STABU-Standaard 2019 en de Richtlijnen Passief Huis, de UAV 2012 en de WNG als van toepassing zijnde voorwaarden aangewezen.
De rechtbank is van oordeel dat zowel [eiser] als Poland door de ondertekening van de aannemingsovereenkomst (waar het bestek onderdeel van uitmaakt) de toepasselijkheid van de WNG (ook) hebben aanvaard.
5.10.
Poland heeft aangevoerd dat voor toepasselijkheid van de WNG vereist is dat de WNG aan haar ter hand is gesteld. Omdat [eiser] de WNG niet aan Poland ter hand heeft gesteld, is de WNG volgens Poland niet van toepassing. De rechtbank overweegt dat Poland kennelijk miskent dat algemene voorwaarden van toepassing zijn door aanbieding en aanvaarding. Voor zover Poland van mening is dat haar geen redelijke mogelijkheid is geboden van die algemene voorwaarden kennis te nemen, bijvoorbeeld door terhandstelling, dan had Poland de vernietiging kunnen inroepen van een of meer bedingen in die algemene voorwaarden. Poland heeft dat echter niet gedaan. De rechtbank gaat dan ook aan dit argument voorbij, omdat Poland geen rechtsgevolg aan haar standpunt heeft verbonden. Om die reden kunnen de door [eiser] aangevoerde argumenten op grond waarvan Poland de vernietiging niet zou kunnen inroepen hier onbesproken blijven.
5.11.
Aangezien [eiser] en Poland de toepasselijkheid van de WGN hebben aanvaard en Poland niet de vernietiging van (enig beding uit) de WGN heeft ingeroepen, is de rechtbank van oordeel dat de WGN (ook) van toepassing zijn op de aannemingsovereenkomst.
De UAV 2012 prevaleren
5.12.
Het voorgaande brengt met zich dat zowel de UAV 2012, als de WNG van toepassing zijn op de aannemingsovereenkomst. De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is wat rechtens is als er sprake is van onderling strijdige bedingen. In dat geval dient door uitleg te worden vastgesteld welke van die bedingen prevaleert. Bij de beoordeling van hetgeen partijen in dit verband over en weer redelijkerwijs uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben mogen afleiden en te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, kan de rechter gewicht toekennen aan onder meer de wijze waarop de desbetreffende bedingen in de overeenkomst zijn vermeld, dan wel geïncorporeerd [5] .
5.13.
Ter onderbouwing van zijn standpunt dat de WGN prevaleert, heeft [eiser] aangevoerd dat het in de WGN opgenomen forumkeuzebeding in paragraaf 01.02.49 onder 01 van het bestek expliciet als eerste is opgenomen en dat pas daarna enkele correcties ten aanzien van de UAV 2012 worden vermeld. Bovendien zijn partijen in paragraaf 01.02.49 onder 01 van het bestek expliciet afgeweken van de UAV 2012. Subsidiair vindt [eiser] dat beide forumkeuzebedingen buiten toepassing moeten blijven.
5.14.
Ter onderbouwing van haar standpunt dat de UAV 2012 prevaleren, heeft Poland aangevoerd dat de UAV 2012 expliciet in de aannemingsovereenkomst zijn benoemd en de WGN niet. Bovendien zijn de UAV 2012 ter hand gesteld en de WGN niet.
Verder bevatten de UAV 2012 volgens Poland een forumkeuzebeding dat is toegespitst op de onderhavige situatie en de WGN niet. Tot slot heeft Poland aangevoerd dat partijen in het bestek hebben neergelegd dat de UAV 2012 van toepassing zijn behoudens indien daar uitdrukkelijk van is afgeweken, hetgeen niet is gebeurd.
Daarentegen wordt in de WGN volstaan met een verwijzing die betrekking heeft op andere situaties en op andere actoren.
5.15.
De rechtbank overweegt het volgende. Hoewel in paragraaf 01.01.10 van het bestek (van 20 november 2020) wordt verwezen naar meerdere sets algemene voorwaarden, waaronder de WGN en de UAV 2012, hebben [eiser] en Poland vervolgens in de daarna (op 30 april 2021) gesloten aannemingsovereenkomst uitsluitend de UAV 2012 van toepassing verklaard. De rechtbank moet er vanuit gaan dat [eiser] en Poland door het ondertekenen van de aannemingsovereenkomst en de prominente wijze waarop de UAV 2012 daarin worden vermeld afstand hebben gedaan van de eerdere in het bestek getroffen regeling. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [eiser] en Poland na het tekenen van de aannemingsovereenkomst over en weer van elkaar mochten verwachten dat uitsluitend de UAV 2012 van toepassing zouden zijn. Daarbij merkt de rechtbank ten overvloede nog op dat het in artikel 14.3 van de WGN opgenomen forumkeuzebeding kennelijk (slechts) ziet op geschillen naar aanleiding van de Woningborg Garantie- en waarborgregeling Nieuwbouw 2020 en niet op geschillen tussen een opdrachtgever (zoals [eiser] ) en een aannemer (zoals Poland). De rechtbank is van oordeel dat het zonder nadere toelichting (die niet is gegeven) niet voor de hand ligt dat [eiser] en Poland moesten verwachten dat de WGN (ook) op hun onderlinge verhouding van toepassing zou zijn.
5.16.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het in de UAV 2012 opgenomen forumkeuzebeding prevaleert boven het in de WGN opgenomen forumkeuzebeding. Dat houdt in dat de rechtbank niet bevoegd is om van het geschil kennis te nemen en dat de vordering van Poland in het incident zal worden toegewezen.
5.17.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit incident, tot op heden aan de zijde van Poland begroot op € 921,= aan salaris advocaat (1,5 punt x tarief € 614,=).

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
verklaart zich onbevoegd om van de hoofdzaak kennis te nemen;
6.2.
veroordeelt [eiser] in de kosten van het incident, die de rechtbank aan de kant van Poland tot en met vandaag vaststelt op € 921,00;
6.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. de Metz en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2024.

Voetnoten

1.[eiser] heeft zich in de dagvaarding beroepen op artikel 18 van de WGN, maar heeft bij akte overlegging producties in het incident duidelijk gemaakt dat dit artikel 14.3 van de WGN moet zijn in plaats van artikel 18 van de WGN.
2.Artikel 6:232 BW.
3.Artikel 6:233 onder b BW.
4.Artikel 6:236 onder n BW.
5.Hoge Raad 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1125.