Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Beschikking van de kantonrechter
procedure
- het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 2 augustus 2024;
- de brief van de griffier van 7 augustus 2024 aan betrokkene.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 augustus 2024 een beschikking gegeven met betrekking tot de betrokkene, die onder bewind en mentorschap stond. De verzoeker, BeauFin B.V., heeft verzocht om het bewind en mentorschap om te zetten in een ondercuratelestelling, omdat betrokkene het voornemen heeft om naar het buitenland te vertrekken, wat kan leiden tot maatschappelijke teloorgang. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 2 augustus 2024 is ingediend en de mondelinge behandeling die op 26 augustus 2024 heeft plaatsgevonden. Betrokkene is niet verschenen, ondanks dat zij deugdelijk was opgeroepen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker eerder is benoemd tot bewindvoerder en mentor van betrokkene, maar dat deze maatregelen niet langer passend zijn. Betrokkene heeft een enkelticket naar haar geboorteland aangeschaft en heeft aangegeven niet terug te willen komen. De kantonrechter heeft de noodzaak voor een verder strekkende maatregel, namelijk ondercuratelestelling, als aannemelijk beoordeeld. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat er een risico bestaat op maatschappelijke teloorgang voor betrokkene in haar geboorteland, waar zij geen zorg of netwerk heeft.
De beschikking houdt in dat het bewind en mentorschap van betrokkene wordt omgezet in ondercuratelestelling, met benoeming van BeauFin B.V. als curator. De kantonrechter heeft de jaarbeloning van de curator vastgesteld en verklaard dat de beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier.