ECLI:NL:RBNHO:2024:880

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 februari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10635422 \ CV EXPL 23-2579
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over geluidsoverlast en goed verhuurderschap

In deze zaak heeft eiseres, die sinds 2015 een woning huurt van Stichting Intermaris, een vordering ingesteld tegen haar verhuurder. Eiseres klaagt over geluidsoverlast van haar buurvrouw, die ook van Intermaris huurt. Ondanks meerdere klachten heeft Intermaris geen gesprek met eiseres willen aangaan, wat eiseres als onrechtmatig beschouwt. De kantonrechter heeft op 8 februari 2024 uitspraak gedaan na een zitting op 11 januari 2024. Eiseres vordert dat Intermaris haar verplicht om een gesprek aan te gaan en het beginsel van hoor en wederhoor toe te passen. Intermaris betwist de vordering en stelt dat zij voldoende actie heeft ondernomen naar aanleiding van de klachten van eiseres. De kantonrechter oordeelt dat Intermaris zich als goed verhuurder heeft gedragen en dat de vordering van eiseres niet toewijsbaar is. De kantonrechter wijst de vordering van eiseres af en gelast haar om te stoppen met bonken op de muren van haar buren, wat overlast veroorzaakt. De proceskosten worden voor rekening van eiseres gesteld, omdat zij ongelijk heeft gekregen. De tegenvordering van Intermaris wordt grotendeels afgewezen, maar eiseres wordt wel gelast om zich als een goed huurder te gedragen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10635422 \ CV EXPL 23-2579
Uitspraakdatum: 8 februari 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.
tegen
de stichting
Stichting Intermaris
gevestigd te Hoorn
gedaagde
verder te noemen: Intermaris
gemachtigde: mr. K. Mels

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 19 juli 2023 een vordering tegen Intermaris ingesteld. Intermaris heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Op 11 januari 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben zowel [eiser] als Intermaris bij brieven van 29 december 2023 nog stukken toegezonden.
1.3.
Na afloop van de zitting is vonnis bepaald op 8 februari 2024.
1.4.
Bij brief van 6 februari 2024 heeft [eiser] een akte wijziging van eis en aanvulling van gronden aan de kantonrechter toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[eiser] huurt vanaf 2015 een woning van Intermaris. In eerste instantie was dat een woning in [plaats], maar vanaf 3 maart 2021 huurt zij een woning aan de [adres 2] (hierna: ‘het gehuurde’).
2.2.
[eiser] heeft de afgelopen jaren veelvuldig bij Intermaris geklaagd over geluidsoverlast door haar buurvrouw die eveneens van Intermaris huurt.
2.3.
Tussen 19 en 26 november 2021 heeft Intermaris een geluidsmeting laten doen in het gehuurde. Uit die geluidsmeting is gebleken dat er weliswaar leefgeluiden van de buren te horen zijn in de door [eiser] gehuurde woning, maar dat er geen sprake is van onrechtmatige hinder.
2.4.
Omdat [eiser] volgens Intermaris zelf overlast veroorzaakt, heeft Intermaris [eiser] op 5 augustus 2022 verzocht een gedragsaanwijzing te ondertekenen. [eiser] heeft dit nagelaten.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter Intermaris veroordeelt om een gesprek met haar aan te gaan en het zo het beginsel van hoor en wederhoor toe te passen door met [eiser] afspraken te maken over hoe om te gaan met meldingen over en door [eiser], op straffe van verbeurte van een dwangsom. Verder vordert [eiser] dat Intermaris wordt veroordeeld altijd het beginsel van hoor en wederhoor toe te passen bij een klacht over [eiser], in die zin dat er ook rekening wordt gehouden met de kant van het verhaal van [eiser]. Dit eveneens onder verbeurte van een dwangsom. Tot slot vordert [eiser] dat Intermaris wordt veroordeeld in de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Intermaris onrechtmatig en in strijd met het goed verhuurderschap dan wel de redelijkheid en billijkheid handelt door geen gesprek met [eiser] aan te gaan en geen hoor en wederhoor toe te passen. Het huurgenot van [eiser] wordt hierdoor beperkt.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
Intermaris betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat er geen enkele aanleiding is om een gesprek met [eiser] aan te gaan. [eiser] heeft de afgelopen jaren meermaals haar verhaal kunnen doen bij Intermaris. Verder heeft Intermaris naar aanleiding van de door [eiser] gedane meldingen onderzoek verricht, huisbezoeken afgelegd en klachten geverifieerd bij omwonenden, maar daar is niet uit gebleken dat de buren van [eiser] ernstige geluidsoverlast veroorzaken. Het opnieuw aangaan van een gesprek met [eiser] hierover is volgens Intermaris dan ook niet zinvol. Intermaris betwist verder dat er door haar geen hoor en wederhoor wordt toegepast en stelt dat zij klachten die zij over [eiser] ontvangt altijd doorstuurt, zodat [eiser] daarop kan reageren.
4.2.
Omdat [eiser] volgens Intermaris degene is die overlast veroorzaakt en zich daardoor niet als een goed huurder gedraagt, vordert Intermaris bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter [eiser] gelast;
  • zich als een goed huurder te gedragen;
  • ervoor te zorgen dan omwonenden of derden geen overlast of hinder ondervinden die veroorzaakt wordt door [eiser];
  • geen overlast te veroorzaken in welke vorm dan ook en zich als goed huurder te gedragen, waaronder, maar niet beperkt tot het nalaten van schreeuwen en schelden, het nalaten van bonken, slaan en schuiven met deuren, het nalaten van het inschakelen van instanties met betrekking tot omwonenden, zoals politie en Veilig Thuis, alsmede het nalaten van onaangepast, provocerend, beledigend, intimiderend en bedreigend gedrag richting omwonenden en medewerkers van Intermaris;
  • het gehuurde volledig te stofferen en te meubileren;
  • alle vormen van hulpverlening te accepteren die nodig zijn om voorgaande punten na te komen.
4.3.
[eiser] betwist dat zij overlast veroorzaakt en stelt dat zij zich als een goed huurder gedraagt. Ook is haar woning volledig ingericht. De tegenvordering moet daarom worden afgewezen.

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
Voordat aan een inhoudelijke behandeling van de zaak wordt toegekomen, oordeelt de kantonrechter allereerst dat de akte die [eiser] op 6 februari 2024 heeft ingediend buiten beschouwing wordt gelaten. Dit omdat het wijzigen van de eis en het veranderen van de grondslag van de vordering in dit stadium van de procedure – te weten na afloop van de mondelinge behandeling - in strijd is met de eisen van een goede procesorde.
5.2.
[eiser] heeft gevorderd dat Intermaris wordt veroordeeld tot het aangaan van een gesprek met [eiser] en hoor en wederhoor toe te passen. Deze vorderingen komen niet voor toewijzing in aanmerking. Dit wordt als volgt toegelicht.
5.3.
Volgens [eiser] gedraagt Intermaris zich niet als een goed verhuurder door geen gesprek meer met haar aan te willen gaan over de geluidsoverlast die zij ervaart van haar buurvrouw. Indien de verplichting zich als een goed verhuurder te gedragen al met zich mee brengt dat Intermaris gehouden is een gesprek met [eiser] gaan te gaan, dan is dat alleen het geval als Intermaris tot op heden onvoldoende zou hebben gedaan met de door [eiser] gedane meldingen van geluidsoverlast. Daarvan is in dit geval geen sprake. Uit de door Intermaris overgelegde stukken en haar toelichting op de zitting blijkt namelijk dat Intermaris in het verleden wel degelijk de nodige acties heeft ondernomen naar aanleiding van de door [eiser] gedane meldingen. Zo heeft zij geluidsmetingen gedaan, is buurtbemiddeling opgestart en is er een buurtonderzoek gedaan. Dat de buurvrouw structurele geluidsoverlast veroorzaakt is uit die onderzoeken echter niet gebleken. Gezien de eerdere inspanningen die Intermaris heeft verricht, kan niet van haar verwacht worden dat zij gesprekken aan blijft gaan met [eiser] over de geluidsoverlast die zij ervaart. Daarmee miskent de kantonrechter overigens niet dat de geluiden die [eiser] van haar buurvrouw hoort voor haar hinderlijk kunnen zijn. Omdat echter niet is gebleken dat de geluiden meer omvatten dan normale woon- en leefgeluiden die buren van elkaar moeten dulden, kan niet van Intermaris verwacht worden dat zij meer doet dan dat zij tot op heden heeft gedaan. Intermaris is in het kader van ‘goed verhuurderschap’ dan ook niet gehouden opnieuw een gesprek met [eiser] aan te gaan.
5.4.
Echter ook wanneer Intermaris in het kader van haar verplichting zich als een goed verhuurder te gedragen wel gehouden was een gesprek met [eiser] aan te gaan, dan geldt nog dat de vordering niet toewijsbaar zou zijn. De vordering is namelijk zo ruim geformuleerd dat [eiser] onvoldoende belang heeft bij die vordering. Uit de vordering blijkt bijvoorbeeld niet waarover het gesprek zou moeten gaan en wat het doel van het gesprek zou moeten zijn.
5.5.
Omdat een juridische dan wel feitelijke grondslag ontbreekt op basis waarvan Intermaris gehouden is een gesprek met [eiser] aan te gaan, moet die vordering van [eiser] worden afgewezen.
5.6.
Ook de vordering om Intermaris te veroordelen altijd hoor en wederhoor toe te passen bij klachten die Intemaris over [eiser] ontvangt is niet toewijsbaar. Intermaris betwist namelijk dat zij geen hoor en wederhoor toepast en voert aan dat zij ontvangen klachten altijd doorstuurt aan [eiser], zodat zij daar op kan reageren. Gezien dit verweer van Intermaris had het op de weg van [eiser] gelegen haar standpunt, dat geen hoor en wederhoor wordt toegepast, verder te onderbouwen en te concretiseren. Dit heeft [eiser] nagelaten. Dat Intermaris geen hoor en wederhoor toepast is, los van de vraag in hoeverre Intermaris daartoe gehouden is, dan ook niet vast komen te staan. Ook dit deel van de vordering is daarom niet toewijsbaar.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser], omdat zij ongelijk krijgt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
5.8.
Intermaris verzoekt daarnaast veroordeling van [eiser] in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak [1] levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De kantonrechter zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.
de tegenvordering
5.9.
Ook de tegenvordering van Intermaris is grotendeels niet toewijsbaar. Intermaris vordert allereerst dat [eiser] wordt verplicht zich als een goed huurder te gedragen. Deze verplichting vloeit echter al voort uit de wet en Intermaris heeft dan ook geen belang bij die vordering.
5.10.
Verder geldt dat de vorderingen om [eiser] te gelasten geen overlast te veroorzaken, het gehuurde volledig te stofferen en te meubileren en alle hulpverlening te accepteren onvoldoende feitelijk en concreet zijn geformuleerd en om die reden ook niet toewijsbaar zijn. Wel heeft [eiser] op de zitting erkend dat zij, op de momenten dat zij geluidsoverlast ervaart, af en toe met een rubberen hamer op de muren van haar buurvrouw bonkt. Dit veroorzaakt overlast en [eiser] handelt daarmee niet zoals van een goed huurder mag worden verwacht. De kantonrechter zal [eiser] dan ook gelasten voortaan na te laten om te bonken op de muren.
5.11.
Nu partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Intermaris worden vastgesteld op een bedrag van € 408,00 aan salaris van de gemachtigde van Intermaris, vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
de tegenvordering
6.4.
gelast [eiser] na te laten op de muren van haar buren te bonken;
6.5.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
6.6.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853