In deze zaak heeft de besloten vennootschap Logicx Mobiliteit B.V. (hierna: Logicx) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die niet bij naam is genoemd, met betrekking tot een schadevergoeding die voortvloeit uit een overeenkomst voor een vervangende auto. De vordering is ingesteld op 16 oktober 2023, en de zitting vond plaats op 19 januari 2024. Logicx vorderde een bedrag van € 2.078,17, dat is verminderd tot € 1.800,81, als gevolg van schade aan de vervangende auto die door de gedaagde zou zijn veroorzaakt. De gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat hij de auto niet in beschadigde staat heeft ontvangen en dat de schade niet door zijn rijgedrag kan zijn veroorzaakt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Logicx in de dagvaarding onvoldoende concrete feiten heeft gesteld en niet adequaat heeft gereageerd op het verweer van de gedaagde. De rechter heeft geconcludeerd dat Logicx niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar vordering te onderbouwen. De vordering is afgewezen, en Logicx is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 50,00 voor de gedaagde.