Uitspraak
uitspraak van de meervoudige douanekamer van 19 augustus 2024 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres
de inspecteur van de Douane, kantoor Breda, verweerder.
Inleiding
Feiten
Geschil en standpunten van partijen
Beoordeling door de rechtbank
“The textile and clothing industry in the EU”. Over de bewijswaarde van dit rapport heeft het Gerecht in de zaak T-199/04 RENV, reeds aangehaald, punt 112, geoordeeld:
De twee mededelingen zijn:
De toekomst van de textiel- en kledingsector in de Europese Unie na de uitbreiding”, en
De textiel- en kledingsector na 2005 – Aanbevelingen van de Groep op hoog niveau voor de textiel- en kledingsector”.
“Globalization, the changed Global Dynamics of the Clothing and Textile Value Chains and the impact on Sub-Saharan Africa”. Net als bovengenoemde mededelingen ziet ook dit rapport op de textiel- en kledingindustrie in het algemeen en niet op de onderzochte markt voor katoenhoudend beddenlinnen uit de onderhavige Verordeningen.
Study on the implications of the 2005 trade liberalisation in the textile and clothing sector”, van het Institut Français de la mode, uit februari 2004. Dit rapport beschrijft weliswaar de productie en export van Pakistaans beddenlinnen en beschrijft ook antidumpingrechten als fenomeen, maar eiseres heeft niet concreet aangeduid op welke wijze dit stuk de geldigheid van de onderhavige Verordeningen in twijfel kan trekken.
The History of Textiles in South Asia”, een Term Paper van een student aan de Korean Minjok Leadership Academy uit 2009. Ook hier heeft eiseres niet onderbouwd op welke wijze dit stuk de geldigheid van de onderhavige Verordeningen in twijfel kan trekken.
Pakistan textile sector and the EU” een artikel uit de South Asian Journal van dr. Karin Astrid Siegmann van 2006. In dit artikel wordt weliswaar (ook) het onderhavige antidumpingrecht op Pakistaans katoenhoudend beddenlinnen besproken, maar wederom heeft eiseres niet concreet aangeduid op welke wijze dit stuk de geldigheid van de onderhavige Verordeningen in twijfel kan trekken.
De globalisering in goede banen leiden: hoe pakt de EU dat aan?” van 25 september 2019 van het Europees parlement. Eiseres heeft gesteld dat hierin staat dat de Commissie heeft bevestigd dat de EU-bedrijfstak door de globalisering zeer kwetsbaar is. De rechtbank constateert dat in de overgelegde publicatie geen verwijzing naar de bedrijfstak van de Gemeenschap in de zin van de onderhavige Verordeningen is opgenomen. Het betreft slechts een algemene verwijzing naar de kwetsbaarheid van de textiel-, kleding-, schoeisel-, en leerindustrie. Eiseres heeft niet onderbouwd op welke wijze deze publicatie de geldigheid van de onderhavige Verordeningen in twijfel kan trekken.
Textiel en kleding: de Commissie stelt maatregelen ter bevordering van het concurrentievermogen voor” van 29 oktober 2003. Eiseres leest in dit artikel andere schadeveroorzakende factoren die de Commissie dus mee had moeten nemen in het antidumpingonderzoek van Verordeningen 397/2004 en 695/2006. Zij heeft evenwel niet gepreciseerd welk effect of welke invloed de door haar bedoelde factoren gehad hebben op het causale verband tussen de invoer van het Pakistaanse beddenlinnen en de schade aan de bedrijfstak van de Gemeenschap.
Strategische besluitvorming in een neergaande bedrijfstak, Onderzoek maar de strategische maatregelen in de KRL-textielindustrie in de periode 1950-2000” (Delft 2020).