In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 mei 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak werd behandeld in Haarlem door een meervoudige kamer. De William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, als gecertificeerde instelling, had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing, omdat er nog steeds ernstige ontwikkelingsbedreigingen voor [de minderjarige] aanwezig zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat [de minderjarige] in een pleeggezin bij zijn grootouders verblijft en dat er zorgen zijn over zijn ontwikkeling, gedrag en de opvoedvaardigheden van zijn moeder. De moeder heeft aangegeven dat zij stappen heeft gezet in haar persoonlijke ontwikkeling, maar de rechtbank oordeelt dat zij nog niet in staat is om te voldoen aan de opvoedbehoeften van [de minderjarige]. De rechtbank heeft de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 28 april 2025 toegewezen, met als doel de stabiliteit en veiligheid van [de minderjarige] te waarborgen. De rechtbank heeft ook het perspectiefbesluit van de GI onderschreven, waarin is vastgesteld dat [de minderjarige] niet bij de moeder kan opgroeien.