Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, verweerder
Inleiding
Totstandkoming van de bestreden besluiten
Beoordeling door de rechtbank
directuitvoeren van reparaties niet haalbaar en niet in lijn met hoe verweerder het bedoeld heeft. Het beroep is op dit punt dan ook gegrond. Daarbij kunnen twee van de vier invorderingsbesluiten niet in stand blijven, omdat naar het oordeel van de rechtbank geen sprake is van een overtreding van de last, danwel vergunningsvoorschrift 1.10. Ook op dit punt is het beroep gegrond. Voor het overige kunnen de door verweerder genomen besluiten in stand blijven. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
.
- de installaties (die bedoeld zijn om stofverspreiding tegen te gaan) worden onderhouden;
- reparaties aan installaties (die bedoeld zijn om stofverspreiding tegen te gaan) direct worden uitgevoerd;
- het (defecte) doekenfilter bij het overslagpunt van de transportband L2 naar L3 tijdig wordt vervangen dan wel hersteld.
nietop het schoonhouden van de inrichting.
De voortdurende overtreding die beëindigd moet worden is het geconstateerde defect aan het doekenfilter, wat volgens verweerder een overtreding is van voorschrift 1.10. Bij een inspectie op 6 september 2022 is geconstateerd dat deze overtreding is beëindigd, zodat aan dit deel van de last onder dwangsom is voldaan. Ter zitting is door eiseres verklaard dat het beroep hier niet op ziet. De rechtbank laat dit onderdeel van de last daarom verder buiten de bespreking.
terstondworden hersteld. Anders dan eiseres betoogt, kan volgens verweerder niet de situatie ontstaan dat de installaties goed onderhouden worden en toch visueel waarneembare stofverspreiding ontstaat, waardoor een dwangsom wordt verbeurd.
terstondmoeten worden uitgevoerd
nadat zij aan het licht zijn gekomen. De rechtbank is van oordeel dat met deze uitleg voldoende duidelijk is wat verweerder met direct bedoelt, maar acht deze uitleg in de bredere context van de last onder dwangsom onhaalbaar, waardoor eiseres niet redelijkerwijs aan de last onder dwangsom kan voldoen. Bepaalde gebreken kunnen namelijk niet ‘zonder te wachten’ (terstond) worden gerepareerd. Soms is tijd nodig om de benodigde experts in te schakelen en middelen te bestellen. Dit wordt ook door verweerder erkend. Op de zitting heeft verweerder namelijk verklaard dat hij bij een ‘melding ongewoon voorval’ een termijn met eiseres afspreekt om het gebrek te repareren, waar verweerder dan in het verdere verloop rekening mee houdt. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat eiseres redelijkerwijs niet aan de last kan voldoen, omdat het niet haalbaar is om in alle gevallen direct reparaties uit te voeren. Bovendien is de last ook niet in lijn met wat verweerder heeft bedoeld. Naar het oordeel van de rechtbank kan de last op dit punt dan ook niet in stand blijven. Het beroep is op dit punt gegrond.
zo spoedig mogelijkworden uitgevoerd en het (defecte) doekenfilter bij het overslagpunt van de transportband L2 naar L3 tijdig wordt vervangen dan wel hersteld”
zo spoedig mogelijkheeft gerepareerd. Op de zitting heeft eiseres uitgelegd dat de overkapping relatief eenvoudig terug in de railing kan worden geplaatst. Dat eiseres dit niet heeft gedaan, levert een overtreding van de last onder dwangsom op. Die ziet namelijk op het
direct(lees:
zo spoedig mogelijk) repareren van gebreken aan installaties die zien op het voorkomen van stofverspreiding. Verweerder was bevoegd de van rechtswege verbeurde dwangsom bij eiseres in te vorderen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit van 1 maart 2023, dat ziet op de last onder dwangsom van 2 augustus 2022, gegrond voor zover die last ziet op het (direct) uitvoeren van reparaties;
- vernietigt het besluit van 1 maart 2023 ten aanzien van de formulering van de last op dit punt;
- herformuleert de last zo dat eiseres de reparaties van installaties die bedoeld zijn om stofverspreiding door de lucht tegen te gaan,
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde deel van het besluit van 1 maart 2023;
- laat het besluit voor het overige in stand;
- verklaart het beroep tegen de invorderingsbesluiten van 23 maart 2023 en 28 maart 2024 gegrond;
- vernietigt die invorderingsbesluiten;
- verklaart het beroep tegen de invorderingsbesluiten van 22 mei 2024 en 23 mei 2024 ongegrond;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 365,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 2.625,- aan proceskosten aan eiseres;
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
geregistreerde gegevensdienen 1 jaar te worden bewaard en op verzoek van een toezichthoudend ambtenaar te worden getoond.
registratiedient ten minste 3 jaar binnen de inrichting te worden bewaard en op verziek van een toezichthoudende ambtenaar te worden getoond.
- de inlaat- en afwerpzijde van de transporteur, waarmee goederen van de stuifklassen S1 en S2 worden getransporteerd, zijn omkast; deze omkasting moet tijdens transport continu worden afgezogen;
- de inlaat- en afwerpzijde van de transporteur, waarmee goederen van de stuifklassen S3 worden getransporteerd, zijn omkast;
- open transporteurs in de buitenlucht worden afgeschermd tegen windinvloeden door middel van langsschermen, dwarsschermen of halfronde overkappingen.