In deze zaak verzoekt een werknemer, aangeduid als [verzoekster], om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met haar werkgever, de besloten vennootschap Iribov B.V. De kantonrechter heeft het verzoek toegewezen, omdat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door de werknemer niet op te roepen voor haar administratieve werkzaamheden en geen loon te betalen. De kantonrechter oordeelt dat de omstandigheden zodanig zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve onmiddellijk of na korte tijd moet eindigen. De verzochte transitievergoeding is toegewezen, maar de billijke vergoeding is vastgesteld op nihil, gezien de omstandigheden van de zaak. De werknemer had sinds oktober 2023 geen werkzaamheden meer verricht en had inmiddels andere inkomsten. De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon en de transitievergoeding, en heeft ook de proceskosten ten laste van de werkgever gesteld. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van de werkgever bij het niet oproepen van een werknemer en de noodzaak om een redelijk voorstel voor ander werk te doen als de oorspronkelijke werkzaamheden niet meer beschikbaar zijn.