Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Albert Heijn Online B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de oude ondernemingsraad (OR) van Albert Heijn e-Commerce verzocht om te verklaren dat het besluit tot invoering van een nieuw telefoonsysteem, Vonage, instemmingsplichtig is op grond van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De kantonrechter heeft de OR echter niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek, omdat de OR per 1 mei 2024 is opgehouden te bestaan en nu een onderdeelcommissie is van de gemeenschappelijke ondernemingsraad (GemOR). De GemOR heeft de procesbevoegdheid, maar heeft aangegeven de procedure niet voort te willen zetten.
De procedure begon met een verzoekschrift van de OR op 29 februari 2024, gevolgd door een verweerschrift van Albert Heijn. Tijdens een zitting op 29 mei 2024 werd de GemOR als belanghebbende toegelaten. De kantonrechter oordeelde dat de OR geen bevoegdheid had om te procederen, aangezien deze niet meer als ondernemingsraad functioneert. De GemOR vertegenwoordigt nu de werknemers en heeft de bevoegdheid om te procederen.
De kantonrechter concludeerde dat de OR niet-ontvankelijk is in zijn verzoek, omdat de bevoegdheid om te procederen is overgedragen aan de GemOR. De OR kan niet als opgehouden ondernemingsraad optreden in deze procedure, omdat de belangen van de werknemers nu door de GemOR worden behartigd. De beslissing houdt in dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt, ook al krijgt de OR ongelijk.