ECLI:NL:RBNHO:2024:6624

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
1 juli 2024
Zaaknummer
10872746 \ CV EXPL 24-112
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij non-conformiteit van een tweedehands auto en de gevolgen voor de koopovereenkomst

In deze zaak betreft het de koop van een tweedehands Ferrari door eiser, die stelt dat de auto niet voldoet aan de koopovereenkomst. Eiser vordert een verklaring voor recht dat de verkoper, Van der Est Premium Automobielen B.V., toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en aansprakelijk is voor de geleden schade. De verkoper betwist dit en stelt dat de auto wel aan de overeenkomst voldoet. De kantonrechter heeft beide partijen op punten gelijk gegeven en de vordering gedeeltelijk toegewezen. De rechter oordeelt dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt, met name wat betreft de staat van de bodemplaat en de Power Warranty. Eiser heeft schade geleden door de tekortkomingen van de verkoper, en de kantonrechter heeft Van der Est veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 7.981,75, te vermeerderen met wettelijke rente. De overige vorderingen van eiser zijn afgewezen, en de proceskosten zijn voor iedere partij zelf.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: 10872746 \ CV EXPL 24-112 (BL)
Vonnis van 26 juni 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats] ,
eiser,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. B.J. Mekkelholt,
tegen
Van der Est Premium Automobielen B.V.,
gevestigd te Hendrik-Ido-Ambacht,
gedaagde,
hierna te noemen: Van der Est ,
gemachtigde: mr. W.P. Groenendijk.

1.De zaak in het kort

In deze zaak gaat het om de koop van een tweedehands Ferrari, die volgens de koper niet aan de overeenkomst beantwoordt. De koper vordert een verklaring voor recht dat de verkoper toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat. Ook vordert de koper dat de verkoper een voorschot op de schadevergoeding betaalt. De verkoper is het hier niet mee eens omdat volgens hem de auto wel aan de overeenkomst voldoet. De kantonrechter geeft beide partijen op punten gelijk en wijst de vordering gedeeltelijk toe.

2.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 september 2023, met producties 1-16
- de conclusie van antwoord met voorwaardelijke tegenvordering en incidentele conclusie tot verwijzing, met producties 1-13
- de conclusie van antwoord in het incident tot verwijzing
- het vonnis van de rechtbank in het incident van 20 december 2023
- het tussenvonnis van de kantonrechter van 24 januari 2024
- de brief van Van der Est van 14 mei 2024, met productie 14
- de conclusie van antwoord in de zaak van de voorwaardelijke tegenvordering, met akte wijziging van eis van [eiser] , met producties 17-28
- de mondelinge behandeling van 27 mei 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, en de door partijen overgelegde pleitaantekeningen.

3.De feiten

3.1.
Van der Est is een onderneming die zich richt op de in- en verkoop van auto’s, met name in het duurdere segment.
3.2.
Op 26 augustus 2022 is [eiser] bij Van der Est geweest en heeft hij een proefrit gemaakt in een Ferrari F12 Berlinetta (hierna: de auto) die te koop stond bij Van der Est . Diezelfde dag is een koopovereenkomst gesloten ter zake de auto.
3.3.
In het kader van de verkoop heeft Van der Est opdracht gegeven aan Ferrari dealer Munsterhuis te Hengelo (hierna: Munsterhuis) om de auto een onderhoudsbeurt te geven en een nieuwe Power Warranty af te geven. In dat kader heeft Munsterhuis op 2 september 2022 de auto beoordeeld en vervolgens in opdracht van Van der Est een aantal werkzaamheden uitgevoerd.
3.4.
Op 19 september 2022 heeft Van der Est een orderbevestiging en factuur opgesteld op naam van de vader van [eiser] (hierna: de vader). Deze stukken heeft Van der Est op 21 september 2022 per WhatsApp aan [eiser] gestuurd.
3.5.
De orderbevestiging en factuur vermelden onder meer de verkoopprijs van de auto (€ 197.500,00), de kilometertellerstand (53526) en de datum van eerste toelating (15 november 2012). Onder het kopje ‘Garantie’ staat in genoemde stukken het volgende:
“Garantie (…) geschied onder de voorwaarden van de door Ferrari afgegeven garantie op bovenstaand voertuig. Slijtage delen uitgesloten.De door Ferrari afgegeven Power Warranty en de voorwaarden hiervan zitten als kopie bij de zending van de overeenkomst en of factuur bijgesloten. Het origineel van deze garantie verklaring word overhandigt bij de aflevering van de auto.”Verder vermelden de orderbevestiging en factuur dat kosteloos worden verricht en geleverd:
“Herstellen spuitwerk achterbumper, Beurt Ferrari Munsterhuis en Polijsten van de lak”.
3.6.
Op 21 september 2022 heeft [eiser] de koopprijs van € 197.500,00 betaald aan Van der Est .
3.7.
Op of omstreeks 22 september 2022 heeft Munsterhuis een nieuwe Power Warranty voor de auto afgegeven, eindigend op 11 november 2023. Ook is de auto voorzien van een nieuwe APK, geldig tot 30 augustus 2023.
3.8.
[eiser] heeft de auto op 22 september 2022 opgehaald bij Van der Est en de hiervoor omschreven orderbevestiging ondertekend. Het kenteken van de auto is op naam van de vader gesteld.
3.9.
Op 5 oktober 2022 is de auto in opdracht van [eiser] nagekeken door Munsterhuis.
3.10.
Munsterhuis heeft handgeschreven lijstjes gemaakt van hetgeen zij heeft geconstateerd bij inspectie van de auto op 2 september 2022 en op 5 oktober 2022. Deze lijstjes heeft Munsterhuis op 6 oktober 2022 aan [eiser] verstrekt.
3.11.
Vervolgens heeft [eiser] telefonisch contact opgenomen met Van der Est over de constateringen van Munsterhuis, waarna partijen per e-mail en telefonisch nader overleg hebben gevoerd. Bij een e-mail van 17 oktober 2022 heeft [eiser] eerdergenoemde handgeschreven lijstjes van Munsterhuis aan Van der Est gestuurd.
3.12.
Op 7 november 2022 heeft [eiser] de auto naar Munsterhuis gebracht.
3.13.
Op 15 december 2022 heeft Munsterhuis aan [eiser] een overzicht verstrekt van ‘uitgewerkte punten’ en bijbehorende kosten op voorcalculatie, met een totaalbedrag van € 24.500,00 exclusief btw (€ 29.645,00 inclusief btw).
3.14.
Dit overzicht van Munsterhuis heeft [eiser] bij een e-mail van 12 januari 2023 aan Van der Est gezonden. In die e-mail stelt [eiser] voor een aantal punten voor eigen rekening te nemen en de rest op kosten van Van der Est te laten herstellen.
3.15.
Van der Est heeft het voorstel van [eiser] niet geaccepteerd. Vervolgens hebben (de advocaten van) partijen gecorrespondeerd, maar dit heeft niet geleid tot een oplossing van het geschil.
3.16.
Op 17 mei 2023 heeft Munsterhuis aan [eiser] meegedeeld dat de versnellingsbak van de auto niet bekend blijkt te zijn bij Ferrari waardoor deze niet onder de garantie valt. [eiser] heeft zowel Van der Est , Munsterhuis als Ferrari aangeschreven ter zake de ongeautoriseerde wisseling van de versnellingsbak. Dit heeft ertoe geleid dat de versnellingsbak in april 2024 – nadat de dagvaarding in deze zaak was uitgebracht – is vernieuwd op kosten van Munsterhuis en Ferrari, waarna [eiser] zijn vordering tegen Van der Est heeft gewijzigd.

4.Het geschil

De vordering, het verweer en de voorwaardelijke tegenvordering
4.1.
Aanvankelijk vorderde [eiser] – samengevat – ontbinding van de koopovereenkomst met veroordeling van Van der Est tot terugbetaling van de koopsom van € 197.500,00. Na wijziging van eis vordert [eiser] dat de kantonrechter voor recht verklaart dat Van der Est (toerekenbaar) is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en tegenover [eiser] aansprakelijk is voor de door hem geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Daarbij vordert [eiser] bij wijze van voorschot op de schade een bedrag van € 15.072,35, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de uitspraak. [eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat hij op basis van de door Van der Est verstrekte informatie mocht verwachten dat een top auto in bijna nieuwstaat geleverd zou worden, die volledig gekeurd zou zijn door Munsterhuis en daarmee 100% in orde, met niet meer dan normale gebruikssporen, en dat de auto gebreken vertoont die hij op grond van de overeenkomst niet hoefde te verwachten. Omdat Van der Est niet is overgegaan tot herstel van de gebreken heeft [eiser] zijn vordering tot nakoming omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding.
4.2.
Van der Est voert verweer. Zij vindt dat de vordering van [eiser] moet worden afgewezen en voert daarvoor aan – samengevat – dat de auto voldoet aan de overeenkomst.
4.3.
Van der Est heeft een voorwaardelijke tegenvordering ingesteld tot – kort gezegd – afgifte van de auto met bijbehorende sleutels en papieren, op straffe van een dwangsom. Deze tegenvordering is ingesteld voor het geval de vordering van [eiser] zou worden toegewezen. Toen Van der Est haar tegenvordering instelde had [eiser] zijn vordering nog niet gewijzigd.

5.De beoordeling

De vordering
Formele aspecten
5.1.
Van der Est maakt bezwaar tegen het late moment waarop [eiser] zijn eis heeft gewijzigd en nadere stukken heeft overgelegd. De nadere stukken hadden overgelegd moeten worden uiterlijk op 16 mei 2024. [eiser] heeft deze ingediend op 17 mei 2024, dus een dag te laat. Ook de eiswijziging is op 17 mei 2024 ingediend. Een eis mag worden gewijzigd zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen, tenzij dit in strijd is met de goede procesorde. [1] Van der Est heeft echter niet concreet gemaakt hoe zij in haar verdedigingsbelang is geschaad en heeft inhoudelijk verweer gevoerd tegen de gewijzigde eis. Ook leidt de eiswijziging niet tot vertraging van het geding. Daarom gaat de kantonrechter voorbij aan het verweer van Van der Est en worden de aanvullende stukken en de eiswijziging van [eiser] toegelaten.
5.2.
Verder stelt Van der Est zich op het standpunt dat de koopovereenkomst niet is gesloten met [eiser] maar met de vader, zodat alleen al om die reden de vordering zou moeten worden afgewezen. De kantonrechter volgt Van der Est hierin niet en overweegt daarover het volgende.
5.3.
Het antwoord op de vraag wie partij is bij een overeenkomst is afhankelijk van hetgeen partijen tegenover elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. [2] Tot de omstandigheden die in dit verband in aanmerking moeten worden genomen, behoort ook de voor de wederpartij kenbare hoedanigheid en de context waarin partijen optraden. [3] Ook gedragingen, verklaringen en andere omstandigheden, die hebben plaatsgevonden nadat de overeenkomst is gesloten, kunnen hierbij van belang zijn. [4]
5.4.
In dit geval erkent Van der Est dat de gesprekken over de koop van de auto zijn gevoerd met [eiser] , dat [eiser] de auto op 26 augustus 2022 heeft bezichtigd en daarmee een proefrit heeft gemaakt, dat [eiser] op 21 september 2022 de koopprijs aan Van der Est heeft betaald en dat [eiser] de auto op 22 september 2022 bij Van der Est heeft opgehaald. Niet is gesteld of gebleken dat Van der Est op enig moment contact heeft gehad met de vader. Dit alles duidt erop dat [eiser] de koopovereenkomst met Van der Est heeft gesloten.
5.5.
Dat de factuur, de orderbevestiging en het kenteken op naam van de vader zijn gesteld, volgens Van der Est vanwege de verzekering, is onvoldoende om de vader aan te merken als contractspartij. Daarbij is van belang dat het [eiser] is geweest die via WhatsApp een kopie van het rijbewijs van de vader aan Van der Est heeft gestuurd, ten behoeve van genoemde stukken. Verder wordt in aanmerking genomen dat Van der Est op 21 september 2022 de orderbevestiging, de factuur, de Power Warranty en bijbehorende voorwaarden per WhatsApp aan [eiser] heeft gestuurd. Dit is een duidelijke aanwijzing dat Van der Est er zelf ook vanuit ging dat hij zaken deed met [eiser] . De overgelegde correspondentie laat verder zien dat [eiser] degene is geweest die zich na de koop en levering van de auto tot Van der Est heeft gewend in verband met de gestelde gebreken. Op geen enkel moment voorafgaand aan deze procedure heeft (de advocaat van) Van der Est zich op het standpunt gesteld dat de vader haar contractspartij is. Ook dit geeft de indruk dat [eiser] door Van der Est als contractspartij werd gezien.
5.6.
In het licht van het voorgaande heeft Van der Est onvoldoende gesteld en onderbouwd dat zij uit de gang van zaken heeft mogen afleiden dat de koopovereenkomst is gesloten met de vader. [eiser] wordt dus aangemerkt als contractspartij van Van der Est , zodat wordt overgegaan tot een inhoudelijke behandeling van de zaak.
Het juridisch kader
5.7.
De overeenkomst die partijen hebben gesloten is een consumentenkoop, omdat Van der Est heeft gehandeld als bedrijf en [eiser] een natuurlijk persoon is die bij de aankoop van de auto niet heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf. [5] Dit staat tussen partijen ook niet ter discussie. Het gaat in deze zaak om de vraag of sprake is van een toerekenbare tekortkoming van Van der Est , op grond waarvan zij aansprakelijk is voor door [eiser] geleden en nog te lijden schade. [eiser] stelt dat dit het geval is en beroept zich erop dat de auto die Van der Est heeft geleverd niet voldoet aan de koopovereenkomst die partijen hebben gesloten (non-conformiteit).
5.8.
In de wet is bepaald dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. [6] Daar waar de koper twijfelt of moet twijfelen, dient hij de verkoper vragen te stellen of zelf onderzoek te verrichten. De verkoper heeft een mededelingsplicht als hij weet of moet weten dat de zaak niet voldoet aan hetgeen de koper mag verwachten.
5.9.
Bij de koop van een tweedehands auto die bestemd is om aan het verkeer deel te nemen, wordt volgens vaste rechtspraak aangenomen dat deze niet aan de overeenkomst beantwoordt als het gebruik ervan een gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid door een gebrek dat niet eenvoudig door de koper kan worden ontdekt en hersteld. [7] Als uitganspunt geldt dus dat de koper van een tweedehands auto mag verwachten dat deze geschikt is om veilig aan het verkeer te kunnen deelnemen. Afwijkingen naar boven of beneden kunnen voortvloeien uit de omstandigheden, zoals de ouderdom, kilometerstand en prijs van de auto. Verder kunnen de verwachtingen van de koper worden beïnvloed door mededelingen van de verkoper.
Wat mocht [eiser] verwachten?
5.10.
Het gaat hier om een tweedehands auto die op het moment van de koop bijna 10 jaar oud was en 53.526 km had gereden, met een nieuwprijs van € 407.271,00 en een koopprijs van € 197.500,00. Tussen partijen staat vast dat de auto een onderhoudsbeurt zou krijgen bij Munsterhuis en dat deze met een jaar extra Power Warranty zou worden geleverd.
5.11.
Van der Est heeft naar eigen zeggen aan [eiser] meegedeeld dat de auto in goede staat verkeerde, met normale gebruiksschade. [eiser] beroept zich op verdergaande toezeggingen van Van der Est , met name ter zake een volledige keuring van de auto, op basis waarvan [eiser] een auto in topconditie of (zo goed als) nieuwstaat zou mogen verwachten. De kantonrechter volgt [eiser] hierin niet. Van der Est betwist een en ander gemotiveerd en [eiser] heeft geen stukken overgelegd die zijn standpunt onderbouwen. De internetadvertentie vermeldt slechts de vraagprijs (€ 205.950,00), het bouwjaar, de kilometerstand en onder ‘Highlights’ dat de APK geldig was tot 11 november 2022, waarbij niet specifiek is benoemd in welke conditie de auto verkeerde. De orderbevestiging en factuur vermelden dat garantie geschiedt onder Ferrarivoorwaarden, waarbij slijtage uitdrukkelijk van garantie is uitgesloten, en dat een Power Warranty en onderhoudsbeurt bij Munsterhuis zijn inbegrepen. Over een volledige keuring van de auto vermelden genoemde stukken niets. Dit alles is in lijn met het standpunt van Van der Est .
5.12.
Daarmee is niet komen vast te staan dat specifiek is afgesproken dat de auto in topconditie zou worden geleverd en/of dat meer zou worden gedaan dan een keuring ten behoeve van de Power Warranty en APK en de onderhoudsbeurt bij Munsterhuis. [eiser] mocht verwachten dat hij veilig met de auto aan het verkeer zou kunnen deelnemen en dat de auto in goede staat verkeerde, met gebruiksschade, passend bij een Ferrari van 10 jaar oud met ruim 53.000 km op de teller.
De gestelde gebreken en het gevorderde voorschot
5.13.
[eiser] stelt dat de auto niet aan de overeenkomst voldoet omdat deze in ieder geval de volgende gebreken vertoont: knopje linker raam zit los, oxidatierand kofferklep en motorkap, steenslag/barst in voorruit, onderzijde en bevestigingspunten voorbumper beschadigd c.q. gebroken, bodemplaten beschadigd c.q. gebroken en deels weg, schokdemper linksvoor ontzet en lekkage, schakelaar multimedia achter het stuur blijft hangen, leer bestuurdersstoel is beschadigd c.q. zit los, koplampen functioneren onvoldoende, buitensporig windgeruis linksvoor, Pininfarina logo’s zitten los, tankhals werkt niet en een vreemd zoemend geluid onder het rijden.
5.14.
[eiser] vordert een bedrag van € 15.072,35 als voorschot op de door hem gestelde schade. Uit de stellingen van partijen en de stukken [8] blijkt dat dit bedrag is opgebouwd als volgt:
herstel beschadigde bodemplaat € 3.236,75 inclusief btw
vernieuwen en uitlijnen beide schokdempers voor € 3.853,85 inclusief btw
vernieuwen ruitrubber links en afstellen portierruit € 1.264,45 inclusief btw
herstel storingen Novitec uitlaatsysteem € 1.700,05 inclusief btw
vernieuwen loszittende Pininfarina logo’s
€ 272,25 inclusief btwsubtotaal € 10.327,35 inclusief btw
new Power Warranty € 4.745,00
[eiser] stelt dat daarnaast ook de andere gebreken gerepareerd moeten worden, en vordert verwijzing naar de schadestaatprocedure.
5.15.
[eiser] baseert zijn vordering met name op het overzicht met uitgewerkte punten dat hij op 15 december 2022 van Munsterhuis ontving. Op de zitting heeft [eiser] verklaard dat dit overzicht is opgesteld nadat Munsterhuis de zogenoemde ‘190 punten check’ (een volledige keuring) had uitgevoerd. Anders dan [eiser] stelt, staan de gestelde gebreken niet merendeels ook op de handgeschreven lijst die Munsterhuis voorafgaand aan de koop op 2 september 2022 heeft gemaakt. Daarop staan – voor zover relevant – alleen de punten
“Onderzijde voorbumper beschadigd”en
“Bodemplaat beschadigd en stuk weg”.
De bodemplaat
5.16.
Van der Est betwist op zichzelf niet dat de bodemplaat van de auto bij aflevering zodanig beschadigd was dat een deel daarvan ontbrak. Met [eiser] is de kantonrechter van oordeel dat hij dergelijke schade niet hoefde te verwachten. Het verweer van Van der Est dat dit onder normale gebruiksschade valt treft geen doel. Dit wordt als volgt toegelicht.
5.17.
[eiser] heeft schriftelijke verklaringen overgelegd die onderbouwen dat de aard en ernst van de bodemplaatbeschadigingen de kwalificatie normale gebruiksschade overstijgt. Kroon Cars Autogarage & Sportscars specialist verklaart dit expliciet. Autobedrijf Brouwer schrijft in een verklaring te hebben geconstateerd dat de onderzijde van de auto ernstig beschadigd was, met een groot gat in de middelste bodemplaat, en dat de rij eigenschappen van de auto hard achteruit gaan wanneer de bodemplaten niet heel zijn. Ook Oost Autotechniek bevestigt in een schriftelijke verklaring te zijn geschrokken van de zeer slechte staat van de bodem van de auto met veel beschadigingen en een groot gat in het midden.
5.18.
Van der Est heeft hier onvoldoende tegenover gesteld. Munsterhuis schrijft weliswaar op 18 september 2023 aan Van der Est dat zij begin november 2022 lichte beschadigingen aan de bodem constateerde, maar dit is niet te rijmen met de eerdere bevindingen van Munsterhuis volgens het lijstje van 2 september 2022, waarop staat dat een stuk van de bodemplaat weg is, en ook niet met de latere mededeling van Munsterhuis aan [eiser] dat herstel van een deel van de bodemplaat niet mogelijk was zodat dit deel vernieuwd moest worden. Daarmee heeft Van der Est onvoldoende gemotiveerd betwist dat de auto op dit punt niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. Daarbij is ook van belang dat Van der Est zelf heeft aangeboden de bodemplaat te laten herstellen door Autobedrijf Wim Prins te Nunspeet (hierna te noemen: Prins) en daarover op de zitting heeft verklaard dat dit voor hem gunstiger was omdat hij de auto daar had gekocht, zodat Prins het moest oplossen. Van der Est meende op dit punt als koper dus verhaal te kunnen halen bij Prins. Dit zou niet zo zijn als sprake was van gewone gebruikssporen, zoals Van der Est nu stelt.
5.19.
Dit betekent dat de auto op het punt van de bodemplaat niet aan de koopovereenkomst beantwoordt. In zoverre kan de door [eiser] gevorderde verklaring voor recht worden toegewezen.
5.20.
[eiser] stelt dat de schade die hij hierdoor lijdt € 3.236,75 bedraagt. Dit zijn de kosten die Munsterhuis heeft begroot voor herstel van de beschadigde bodemplaat. Van der Est heeft deze kostenbegroting van Munsterhuis als zodanig niet gemotiveerd betwist. Het verweer van Van der Est dat reparatie door Prins goedkoper is en dat [eiser] in schuldeisersverzuim verkeert omdat hij het aanbod tot reparatie door Prins heeft afgewezen, wordt gepasseerd. Gelet op de afspraak dat de auto werd geleverd inclusief een door Ferrari dealer Munsterhuis gegeven onderhoudsbeurt en Power Warranty hoefde [eiser] geen genoegen te nemen met reparatie van de bodemplaat door een voor hem onbekende derde die geen Ferrari dealer is.
5.21.
Omdat Van der Est niet heeft voldaan aan haar verplichting tot herstel van de bodemplaat mocht [eiser] dit door Munsterhuis laten doen, op kosten van Van der Est . [9] Het gevorderde bedrag van € 3.236,75 zal dus worden toegewezen. Ook de wettelijke rente daarover is toewijsbaar zoals gevorderd.
De schokdemper(s)
5.22.
Munsterhuis schrijft in het overzicht van 15 december 2022 dat de schokdemper linksvoor ontzet is en lekkage vertoont, en adviseert beide schokdempers te vernieuwen en uit te lijnen. Ingevolge het bepaalde in art. 7:18a lid 2 BW wordt bij een consumentenkoop vermoed dat de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien de afwijking van wat is overeengekomen zich binnen één jaar na aflevering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont. Met Van der Est is de kantonrechter van oordeel dat hij genoegzaam heeft aangetoond dat de schokdemper bij verkoop en levering van de auto niet al ontzet en lek was. Voorafgaand aan de levering heeft Munsterhuis de auto nagekeken en een onderhoudsbeurt gegeven. De auto is toen ook voorzien van een nieuwe APK keuring en Power Warranty. Van der Est voert aan dat een gebrek aan de schokdempers daarbij naar voren had moeten komen. De kantonrechter constateert dat eerdergenoemde lijstjes van Munsterhuis van 2 september en 5 oktober 2022 niets vermelden over schokdempers. Daarbij komt dat [eiser] erkent dat hij op 30 oktober 2022 met de auto heeft meegedaan aan races op het circuit van Assen. Pas daarna is het probleem met de schokdemper(s) door Munsterhuis geconstateerd.
5.23.
Tegenover de onderbouwde stellingen inzake het tegenbewijs tegen het wettelijk bewijsvermoeden van Van der Est heeft [eiser] onvoldoende ingebracht. Ter zake de schokdemper(s) is dus niet komen vast te staan dat Van der Est haar contractuele verplichtingen niet is nagekomen, zodat de vordering van [eiser] op dit punt wordt afgewezen.
De Power Warranty
5.24.
[eiser] stelt dat de auto achteraf bezien niet over een Power Warranty heeft beschikt, omdat – kort gezegd – de versnellingsbak niet bekend bleek te zijn bij Ferrari, wat een probleem vormt voor de Power Warranty, hetgeen Munsterhuis bij het afgeven van de Power Warranty op 22 september 2022 niet had opgemerkt. [eiser] onderbouwt dit met correspondentie tussen hem en Munsterhuis. Van der Est heeft de stellingen van [eiser] op dit punt onvoldoende weersproken. Het argument van Van der Est dat de Power Warranty is vervallen omdat [eiser] met de auto op het circuit heeft gereden gaat niet op. Deze stelling van Van der Est berust op een onjuiste lezing van artikel 2.1 aanhef en sub c van de Power Warranty. Daarin is bepaald:
“The Extended Warranty does not cover defects resulting from normal wear and tear of the vehicle, and specifically faults not due to product or material defects and attributable to (…) use of the vehicle in motor sports, on tracks/circuits, or (…)”. Op grond van deze bepaling dekt de Power Warranty geen defecten die zijn toe te rekenen aan gebruik van de auto op het circuit. Anders dan Van der Est betoogt, staat hier niet te lezen dat gebruik van de auto op het circuit zou leiden tot verval van alle garantieaanspraken onder de Power Warranty.
5.25.
Vast staat dat Van der Est de auto heeft verkocht inclusief een nieuw jaar Power Warranty. De kosten daarvan zijn inbegrepen in de door [eiser] betaalde koopprijs. [eiser] heeft dus betaald voor iets dat hij achteraf bezien feitelijk niet heeft gekregen. Dit betekent dat hij schade heeft geleden als gevolg van een toerekenbare tekortkoming van Van der Est , die de nieuwe Power Warranty immers heeft gegarandeerd.
5.26.
[eiser] stelt dat zijn schade op dit punt € 4.745,00 exclusief btw bedraagt. Van der Est heeft niet betwist dat dit de waarde is van een nieuwe Power Warranty. Dat er btw berekend wordt over de kosten van een Power Warranty is niet voldoende aangetoond, gelet op de e-mailwisseling tussen [eiser] en Munsterhuis op 22 en 26 maart 2024. [10] Daaruit blijkt dat alleen btw verschuldigd is op reparaties. Dit correspondeert ook met de optelsom die vermeldt staat onder 5.14. Als schadevergoeding ter zake de Power Warranty wordt daarom toegewezen een bedrag van € 4.745,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de uitspraak. Ook kan ter zake de Power Warranty voor recht worden verklaard dat Van der Est toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst.
De overige gestelde gebreken
5.27.
Ten aanzien van de overige door [eiser] gestelde gebreken is onvoldoende aangetoond dat sprake is van non-conformiteit, gelet op de gemotiveerd betwisting daarvan door Van der Est . Wat de barst in de voorruit betreft blijkt uit niets dat deze al aanwezig was bij levering van de auto. Het verweer van Van der Est dat schade aan de onderzijde van de voorbumper kwalificeert als normale gebruiksschade bij deze laag op de weg liggende sportwagen van 10 jaar oud met ruim 53.000 km op de teller is door [eiser] onvoldoende weerlegd. Verder is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van gebreken die aan normaal gebruik in de weg staan. Bovendien geldt voor een deel van de gestelde gebreken dat [eiser] deze eenvoudig zelf had kunnen ontdekken toen hij de auto voorafgaand aan de koop inspecteerde en daarin een proefrit maakte.
Geen schadevergoeding op te maken bij staat
5.28.
Hiervoor is geoordeeld dat Van der Est alleen is tekortgeschoten ter zake de bodemplaat en de Power Warranty, en de schadevergoeding die [eiser] daarvoor vordert wordt toegewezen. De mogelijkheid dat [eiser] meer schade lijdt of zal lijden dan in deze zaak al wordt toegewezen is niet aannemelijk. Ten aanzien van de overige door [eiser] gestelde gebreken is immers niet komen vast te staan dat dat sprake is van non-conformiteit. Daarmee is verwijzing naar de schadestaatprocedure niet aan de orde.
De proceskosten
5.29.
Omdat partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen. De kantonrechter ziet daarbij geen aanleiding om, in afwijking van het vonnis van de rechtbank van 20 december 2023, een kostenveroordeling in het incident uit te spreken.
De voorwaardelijke tegenvordering
5.30.
Aanvankelijk vorderde [eiser] ontbinding van de koopovereenkomst met veroordeling van Van der Est tot terugbetaling van de volledige koopsom. Voor het geval die vordering zou worden toegewezen heeft Van der Est een tegenvordering ingesteld tot – samengevat – afgifte van de auto. Doordat [eiser] zijn vordering heeft gewijzigd is zijn ontbindingsvordering niet meer aan de orde. Daarmee wordt de voorwaardelijke tegenvordering van Van der Est door de kantonrechter als niet ingesteld beschouwd.
5.31.
Voor zover Van der Est op de zitting heeft willen vragen om desondanks [eiser] te veroordelen in de proceskosten in de zaak van de tegenvordering ziet de kantonrechter daarvoor geen aanleiding. Van der Est voert aan dat zij onnodig op kosten is gejaagd doordat zij genoodzaakt was een voorwaardelijke tegenvordering in te stellen in reactie op de aanvankelijke ontbindingsvordering van [eiser] . Niet duidelijk is echter hoe die gestelde noodzaak tot het instellen van een tegenvordering zich verhoudt tot de stelling van Van der Est dat de ontbindingsvordering kansloos was vanwege de eerder door [eiser] uitgebrachte omzettingsverklaring. Alleen al daarom wordt niet overgegaan tot een proceskostenveroordeling.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
verklaart voor recht dat Van der Est toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst met [eiser] ter zake de bodemplaat van de auto en de Power Warranty;
6.2.
veroordeelt Van der Est tot betaling aan [eiser] een schadevergoeding van € 7.981,75, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 26 juni 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.3.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van Rijn en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2024.

Voetnoten

1.Artikel 130 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
2.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 11 maart 1977, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR:1977:AC1877
3.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 26 juni 2009, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR:2009:BH9284
4.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 20 december 2019, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR:2019:2034
5.Artikel 7:5 lid 1, onder a, van het Burgerlijk Wetboek (BW)
6.Artikel 7:17 lid 2 BW
7.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 15 april 1994, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR:1994:ZC1338
8.Met name de nadere producties 19 en 20 van [eiser] en de pleitaantekeningen van Van der Est onder punt 10
9.Artikel 7:21 lid 6 BW
10.Producties 19 en 20 van [eiser]