Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
als zodanig, zoals hem onder feit 2 wordt verweten. De verdachte zal van dit feit dan ook worden vrijgesproken.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Bijkomende straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
nietterug heeft gekregen, blijft onduidelijk. De rechtbank zal daarom gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en de te betalen schadevergoeding voor deze post bepalen op € 500,00. Voor het overige wordt de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in het deel van de vordering dat ziet op deze schadepost.
9.Vordering tot tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11. Beslissing
30 (dertig) maanden.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.207,00 (twaalfhonderdzeven euro), bestaande uit € 707,00 als vergoeding voor de materiële schade en € 500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.