Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 11 juni 2024;
- het proces-verbaal van bevindingen van 25 november 2022, p. 30 t/m 32 van het procesdossier;
- een schriftelijk bescheid, zijnde een kennisgeving van inbeslagname van 25 november 2022, p. 1 (los processtuk);
- het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict (Guishof 1 Zaandijk) van 29 november 2022, p. 57 t/m 62 van het procesdossier;
- geschriften, zijnde [10] rapporten van het Nederlands Forensisch Instituut van 12 januari 2023, opgesteld door ing. F. Wallace, p. 2 t/m 11 van het aanvullende procesdossier NFI;
- geschriften, zijnde [10] rapporten van het Nederlands Forensisch Instituut van 12 januari 2023, opgesteld door ing. N. van Doorn, p. 1 en 12 t/m 20, van het aanvullende procesdossier NFI.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
20 [twintig] maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
10 [tien] maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op
drie jarenbepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 19.495.-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 132 [honderdtweeëndertig] dagen hechtenis.