ECLI:NL:RBNHO:2024:600
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter in een civiele procedure
Op 10 januari 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van de rechter, ingediend door verzoeker op 15 december 2023. Het verzoek was gericht tegen mr. M.M. Kruithof, de rechter die de hoofdzaak behandelde. Verzoeker stelde dat de rechter een ambtsmisdrijf had begaan door de zitting te openen zonder eerst aangifte van ambtsmeineed te doen, nadat hij zijn pleitaantekeningen had ingediend waarin hij de verbalisant beschuldigde van leugenachtigheid. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was, omdat het verzoek feitelijk niet betrekking had op de rechter die de zaak behandelde, maar op de beslissing om de zitting te openen. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter niet verplicht is om voorafgaand aan de zitting onderzoek te doen naar een mogelijk ambtsmisdrijf en dat de beslissing om de zitting te openen een procesbeslissing is die geen grond voor wraking vormt. De rechtbank verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond en beval de voortzetting van de hoofdzaak.