Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak is er een koopovereenkomst gesloten tussen eiser en gedaagden, waarbij eiser de woning van gedaagden heeft gekocht. Gedaagden weigeren echter de woning te leveren en willen de koopovereenkomst laten vernietigen, omdat deze volgens hen tot stand is gekomen onder invloed van bedreiging en misbruik van omstandigheden. Eiser stelt dat hij niet betrokken is bij deze bedreiging en vordert nakoming van de koopovereenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake is van bedreiging en misbruik van omstandigheden, waardoor de koopovereenkomst wordt vernietigd.
De procedure begon met een dagvaarding op 30 januari 2023, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder een tussenvonnis en een mondelinge behandeling. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de koopovereenkomst onderzocht, waarbij gedaagde 1 heeft verklaard dat hij onder druk van bedreigingen van een derde partij, [naam 1], de overeenkomst heeft getekend. De rechtbank concludeert dat de koopovereenkomst niet rechtsgeldig tot stand is gekomen en dat de vorderingen van eiser tot nakoming worden afgewezen.
In reconventie heeft gedaagde 1 de vernietiging van de koopovereenkomst en de kadasterverklaring gevorderd, wat door de rechtbank is toegewezen. Eiser wordt veroordeeld tot opheffing van het conservatoire beslag en in de proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de omstandigheden rond de koopovereenkomst gedaagde 1 in een afhankelijke positie hebben gebracht, waardoor de overeenkomst vernietigbaar is. De rechtbank heeft ook de vordering van gedaagde 1 tot schadevergoeding afgewezen, omdat deze niet voldoende was onderbouwd.