In deze zaak heeft eiser, in opdracht van gedaagde, elektrotechnische werkzaamheden uitgevoerd en materialen geleverd. Gedaagde heeft een deel van de facturen niet betaald, met als argument dat de materialen niet gespecificeerd waren en goedkoper op internet te vinden waren. De kantonrechter heeft de vordering van eiser grotendeels toegewezen. De zaak begon met een dagvaarding op 23 oktober 2023, waarna gedaagde schriftelijk heeft geantwoord. Tijdens de zitting op 18 maart 2024 heeft eiser aanvullende producties ingediend en zijn standpunten toegelicht. Gedaagde heeft betwist dat zij in verzuim was en heeft een deel van de vordering voor het betekenen van de dagvaarding betaald. De kantonrechter heeft de vordering voor een deel toegewezen, met inachtneming van de argumenten van beide partijen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde een bedrag van € 3.352,81 aan eiser moet betalen, inclusief wettelijke rente over de openstaande bedragen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. B. de Metz op 22 mei 2024.