ECLI:NL:RBNHO:2024:4081

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
10920355 \ AO VERZ 24-16
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en rechtsgeldigheid van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Lineage NL 3 TRS B.V. [eiser] verzocht om te verklaren dat hij geen dringende reden heeft gegeven voor het ontslag op staande voet dat hem op 6 december 2023 was gegeven. Hij vroeg ook om een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, en een transitievergoeding. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was. De rechter oordeelde dat [eiser] zonder bestelling en/of bon voorraad van Lineage heeft uitgeleverd, wat als een dringende reden voor ontslag kan worden aangemerkt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] op 4 december 2023 betrokken was bij het verplaatsen van pallets vis zonder de juiste documentatie, wat leidde tot verdenkingen van diefstal of verduistering. De rechter heeft de verzoeken van [eiser] tot vergoeding afgewezen, omdat het ontslag op staande voet als rechtsgeldig werd beschouwd. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de persoonlijke omstandigheden van [eiser] niet afdoen aan de geldigheid van het ontslag. De proceskosten zijn voor rekening van [eiser].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10920355 \ AO VERZ 24-16 (HB)
Uitspraakdatum: 23 april 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser],
wonende te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. S.W.J. Koenen
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Lineage NL 3 TRS B.V.,
gevestigd te Amsterdam, mede kantoorhoudend te IJmuiden
verwerende partij
verder te noemen: Lineage
gemachtigde: mr. J.L. van Schouten
De zaak in het kort
In deze zaak verzoekt [eiser] (werknemer) onder meer om voor recht te verklaren dat hij geen dringende reden heeft gegeven voor het hem door Lineage gegeven ontslag op staande voet. Ook verzoekt hij om toekenning van een billijke vergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging. De kantonrechter wijst die verzoeken af. Naar het oordeel van de kantonrechter is het gegeven ontslag op staande voet namelijk rechtsgeldig.
De door [eiser] verzochte transitievergoeding wordt eveneens afgewezen, omdat de gedragingen van [eiser] die ten grondslag liggen aan het ontslag op staande voet ook als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [eiser] moeten worden aangemerkt.
Het verzoek van [eiser] tot betaling van loon c.a. vanaf de ontslagdatum wordt ook afgewezen, omdat de arbeidsovereenkomst door het ontslag op staande voet rechtsgeldig is geëindigd.

1.De procedure

1.1.
[eiser] heeft op 1 februari 2024 een verzoekschrift (met 6 producties) ingediend. Lineage heeft daarop gereageerd bij verweerschrift (met 14 producties). Ook heeft Lineage een voorwaardelijk tegenverzoek gedaan.
1.2.
Op 26 maart 2024 heeft de mondelinge behandeling in deze zaak plaatsgevonden (gelijktijdig met de mondelinge behandeling in de zaak van [betrokkene 1] - een collega van [eiser] - tegen Lineage, zaak/rep.nr. 10913335 AO VERZ 24-13). Ter zitting heeft [eiser] zijn verzoek vermeerderd en heeft Lineage haar voorwaardelijke tegenverzoek ingetrokken. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Beide partijen hebben pleitaantekeningen overgelegd.

2.Feiten

2.1.
Lineage maakt onderdeel uit van de Lineage Groep. Lineage houdt zich bezig met laad-, los- en opslagactiviteiten voor onder meer visproducten.
2.2.
[eiser], geboren op [geboortedatum], is op 17 september 2001 bij (Kloosterboer IJmuiden B.V., de rechtsvoorganger van) Lineage in dienst getreden. De arbeidsovereenkomst gold laatstelijk voor onbepaalde tijd.
2.3.
Het salaris van [eiser] bedroeg laatstelijk € 4.060,82 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag en overige emolumenten.
2.4.
De functie van [eiser] was terminalmedewerker. In die functie hield hij zich bezig met (bij lossen:) het verplaatsen met vorkheftrucks van goederen naar de loodsen, (bij beladen:) het verplaatsen van goederen met vorkheftrucks naar de plek waar beladen wordt en met het scannen van de goederen.
2.5.
Bij Lineage zijn 5 loodsen. De terminalmedewerkers zijn allen toegewezen aan een specifieke loods. [eiser] was toegewezen aan loods 1. Zijn collega-terminalmedewerker [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) was toegewezen aan loods 2.
2.6.
Lineage heeft een afdeling Customer Services. Na het scannen van de binnengekomen goederen zorgt de afdeling Customer Services voor het voorraadbeheer binnen de systemen. Op basis van uitgeprinte voorraadlijsten, die voor de terminalmedewerkers in een (map in een) bakje worden gelegd, verplaatsen de terminalmedewerkers goederen vanuit de loods naar een bepaalde plek. Voorraadlijsten worden niet bewaard, ook niet in het systeem. Verder worden door de afdeling Customer Services orders van klanten in het systeem verwerkt en orderbonnen aangemaakt op basis waarvan de orders door de terminalmedewerkers voor de klanten worden klaargezet en beladen. Vervolgens worden (door de chauffeurs van de klanten bij het ophalen van de goederen) afgetekende orderbonnen door Customer Services in het systeem verwerkt, waarna facturatie plaatsvindt.
2.7.
Een aantal keer per jaar komt het voor dat afgekeurde partijen vis worden geleverd aan [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1]). Dat gaat dan zonder orderbon, maar op basis van een instructie in een andere vorm, bijvoorbeeld via WhatsApp. Soms vraagt [bedrijf 1] aan Lineage of zij goederen wil afgeven bij [bedrijf 2], welke onderneming is gevestigd op een paar honderd meter van Lineage en geen klant is van Lineage. Als service aan [bedrijf 1] wordt dan door Lineage aan terminalmedewerkers de instructie gegeven om die goederen bij ‘buurman’ [bedrijf 2] af te zetten.
2.8.
De normale werktijden bij Lineage zijn van 7.00 tot 16.00 uur. Soms komt het voor dat (bijvoorbeeld) schepen eerder beladen moeten worden. Dit wordt dan geregeld met de benodigde stuwadoors en terminalmedewerkers, die hun werkzaamheden dan om 6.00 uur aanvangen.
2.9.
Voor het ophalen van bestellingen op basis van een orderbon moeten de chauffeurs van de klanten zich melden bij het dockstation op het terrein van Lineage. Gewoonlijk worden bestellingen door klanten opgehaald vanaf 7.30 uur.
2.10.
In de gebouwen en op de terreinen van Lineage staan camera’s opgesteld. Naar aanleiding van door Lineage geconstateerde onverklaarbare voorraadverschillen, is bij Lineage de verdenking ontstaan dat medewerkers van Lineage hier iets mee te maken hadden. Hierom is Lineage de camerabeelden intensiever gaan bekijken.
2.11.
Op 5 december 2023 kreeg Lineage beelden onder ogen die op 4 december 2023 waren gemaakt. Op deze beelden, die ter zitting door de kantonrechter (en al eerder door partijen) zijn bekeken, is - samengevat - het volgende te zien:
- [eiser] komt rond 6.00 uur uit loods 1 met een heftruck met 3 pallets erop en rijdt hiermee achteruit loods 2 in, waar niemand aanwezig is. [eiser] zet de drie pallets bij de deur van de vriescel neer en rijdt uit beeld.
- Vervolgens komt om 6.08 uur [betrokkene 1] loods 2 binnen. Hij zet de drie pallets in de vriescel. Daarna zet hij nog wat pallets klaar met de heftruck. Hij zet deze pallets om 6.09 uur in de vriescel. Vervolgens is te zien dat [eiser] terugrijdt richting loods 1 en dat [betrokkene 1] de voordeur van loods 2 aan de kadekant dichtdoet.
- Om 6.33 uur haalt [betrokkene 1] 5 pallets uit de koelcel en zet deze klaar in de loods.
- Op beelden van 6.45 uur is te zien dat aan de achterkant van loods 2 een witte vrachtwagen zonder bestickering komt aanrijden. De chauffeur van de vrachtwagen zet de vrachtwagen achteruit tegen laaddock nummer 5 aan. (Bij loods 2 zijn twee laaddocks, waaronder nummer 5).
- De chauffeur van de vrachtwagen stapt uit en loopt loods 2 binnen. [betrokkene 1] (die in loods 2 staat en van daaruit de buitenkant van de vrachtwagen niet kan zien) laadt vervolgens de 5 pallets in de vrachtwagen. Er wordt (voor zover op de beelden te zien is) geen contact gemaakt tussen de chauffeur en [betrokkene 1]. Er wordt zo te zien niet gesproken en er wordt geen papier of iets dergelijks uitgewisseld. Er zijn (al die tijd) geen andere medewerkers van Lineage (of andere mensen) in de loods aanwezig.
- Vervolgens gaat de chauffeur op een draf door de deur van de loods naar de vrachtwagen. Hij stapt in en rijdt met een flinke vaart weg zonder de verlichting van de vrachtwagen aan te zetten. Pas later, vlak voor de hoek, gaan de lichten van de vrachtwagen aan.
2.12.
De chauffeur van de vrachtwagen die op de camerabeelden is te zien, is - naar naderhand op basis van een verklaring van een medewerker van Lineage en kentekenonderzoek is vastgesteld - [betrokkene 2] van [bedrijf 3].
2.13.
Na het zien van de beelden heeft Lineage in het systeem bekeken of voor deze 5 pallets een bestelling was geplaatst en een order was geboekt. Lineage heeft in het ordersysteem geen bestelling of order(bon) gevonden.
2.14.
Op 5 december 2023 heeft Lineage met [eiser] - en ook afzonderlijk met [betrokkene 1] - een gesprek gevoerd over de geconstateerde feiten. Het gesprek met [betrokkene 1] is met zijn toestemming opgenomen. (Als productie 8 bij het verweerschrift is een transcript van dat gesprek overgelegd. De daarin genoemde [eiser] is [eiser].) Het gesprek met [eiser] is niet opgenomen, omdat hij daar geen toestemming voor heeft gegeven. Na afloop van het gesprek is [eiser], evenals [betrokkene 1], op non-actief gesteld.
2.15.
In het transcript van het met [betrokkene 1] op 5 december 2023 gevoerde gesprek staat onder meer:
(Op de vraag van [betrokkene 3] voor wie de betreffende 5 pallets waren:)
(9) [betrokkene 1]:
‘Uhm ik heb geen flauw idee, ik kreeg gewoon een bonnetje.
(10) [betrokkene 3]:
‘Van wie heb je dat bonnetje gehad dan?’
(11) [betrokkene 1]:
‘Van [eiser]’
(…)
(22) [betrokkene 4] (HR manager):
‘[eiser] geeft het bonnetje aan jou?’
(23) [betrokkene 1]:
‘Ik heb die drie pallets van [eiser] gehad’
(…)
(26) [betrokkene 3]:
‘En die twee van jou?’
(27) [betrokkene 1]:
‘Die moesten erbij.’
(…)
(88) [betrokkene 4]:
‘Maar jij beweert dus dat je daar de opdracht toe gekregen hebt van [eiser]?
(89) [betrokkene 1]:
‘Ik krijg een bonnetje in m’n handen gedrukt en er komen drie pallets uit. Ja’
(90) [betrokkene 3]:
‘En die twee paletten bij jou vandaan (…)’
(91) [betrokkene 1]:
‘Ja die moest ik erbij pakken’
(…)
(111) [betrokkene 4]:
‘En waarom waren jullie dan…zijn jullie altijd al om kwart voor 7 aan het laden en lossen?’
(112) [betrokkene 1]: Nee maar als gevraagd wordt, dat je dat eerder…
(113) [betrokkene 3]:
‘En wie had dat gevraagd dan?´
(114) [betrokkene 3]:
‘[eiser]?’
(115) [betrokkene 1]:
‘Dat was vrijdag al geregeld.’
(116) [betrokkene 4]:
‘Door wie?’
(117) [betrokkene 1]:
‘Door [eiser], die zegt er moeten een paar pallets weg.’
(118) [betrokkene 3]:
‘[eiser] vrijdag geregeld?’
(119) [betrokkene 1]:
‘Ja misschien heb hij die bon ook gehad, ja weet ik het…’
(…)
(136) [betrokkene 4]:
‘(…) Uhm, Jij weet zeker dat dit van [eiser], dit is het?’
(137) [betrokkene 1]:
‘Ik heb een bon gekregen.’
(…)
(140) [betrokkene 3]:
‘Heb jij die in je handen gekregen dan? want op de camera’s is dat niet te zien. [eiser]…’
(141) [betrokkene 1]:
‘Nee ik heb die niet van de chauffeur gehad.
(142) [betrokkene 3]:
‘En ook niet van [eiser]?’
(143) [betrokkene 1]:
‘Nee die zat in de map. In het mappie gewoon voor in.’
(144) [betrokkene 4]:
‘Voor in van de?’
(145) [betrokkene 1]:
‘Gewoon van de planning.’
(…)’
2.16.
Bij brief van 6 december 2023 is [eiser] (evenals [betrokkene 1]) op staande voet ontslagen. In die brief aan [eiser] staat:
‘(…)
U heeft zonder bestelling en/of bon voorraad van ons uitgeleverd en/of dit gefaciliteerd en/of zich al dan niet gezamenlijk met uw collega [betrokkene 1] schuldig gemaakt aan (medeplegen van) diefstal en/of verduistering en/of het faciliteren hiervan en/of heeft u uw verplichtingen voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst grovelijk veronachtzaamd en/of bent u ons vertrouwen volledig onwaardig geworden.
De bovengenoemde punten apart alsmede in onderlinge samenhang zijn voor ons dringende redenen die maken dat wij u per heden met onmiddellijke ingang ontslaan op staande voet.
U wordt aansprakelijk gehouden voor de geleden en nog te lijden schade en er wordt aangifte gedaan bij de politie.
(…)’
2.17.
Op 7 december 2023 heeft Lineage aangifte gedaan van (medeplichtigheid van [betrokkene 1] en [eiser] aan) diefstal c.q. verduistering van 5500 kilo vis, verpakt op 5 pallets. De gemachtigde van Lineage heeft ter zitting meegedeeld dat het politieonderzoek nog loopt.
2.18.
Bij e-mail van zijn gemachtigde van 22 december 2023 heeft [eiser] betwist dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan wat hem door Lineage wordt verweten, heeft hij de geldigheid van het gegeven ontslag op staande voet betwist en heeft hij (onder meer) aanspraak gemaakt op een billijke vergoeding. Lineage heeft daarop bij brief van 3 januari 2024 gereageerd. In die brief heeft Lineage meegedeeld dat [eiser] terecht op staande voet is ontslagen en (nogmaals) dat zij hem aansprakelijk houdt voor de geleden en te lijden schade. Daarbij heeft zij er op gewezen dat de pallets een waarde van € 20.000,- vertegenwoordigen.
2.19.
In de zaak nr. 10913335 AO VERZ 24-13 van [betrokkene 1] is een (door de gemachtigde van [betrokkene 1] naar aanleiding van het voorval op 4 december 2023 opgevraagde) verklaring van [betrokkene 2] van 17 januari 2024 overgelegd. Tijdens de gezamenlijke zitting is (onder meer) die verklaring aan de orde geweest. Voor een goed begrip zal de inhoud van die schriftelijke verklaring hier worden weergegeven:
‘Ik werd in de haven aangesproken door een [betrokkene 5]. Die had autopech (vrachtwagen) en vroeg of ik 4 pallets mee kon nemen en voor hem af te zetten bij [bedrijf 2]/[bedrijf 4] te [plaats]. (…) Bij aankomst van een buiten dock van lineage werd er gelijk wat in gereden op het moment dat ik aankoppelde, ik ben uitgestapt en gaan kijken wat het zou zijn.
Hier zag ik 2 pallets met pollak (witte koolvis)
En 2 pallets met hout (pallets op pallets)
Dus ik zou hier nooit achter gezocht hebben dat het gestolen vis zou kunnen wezen.
Verder bij het afleveren van [bedrijf 2] stond [betrokkene 5] die mij gelost heeft en vervolgens 50,- gaf voor mijn hulp (…)’
[eiser] heeft ter zitting verklaard dat hij niet weet wie de genoemde [betrokkene 5] is.
2.20.
Met ingang van 1 januari 2024 heeft [eiser] ander werk als zelfstandig monteur/loodgieter.

3.Het verzoek

3.1.
[eiser] verzoekt de kantonrechter - na vermeerdering van het verzoek ter zitting - om voor recht te verklaren dat [eiser] geen dringende reden heeft gegeven voor het ontslag op staande voet en om Lineage te veroordelen tot betaling van:
a. een billijke vergoeding (ex artikel 7:681 BW) van € 25.000,- bruto;
b. een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 17.542,76 bruto;
c. de transitievergoeding van € 32.493,49 bruto;
d. de wettelijke rente over de onder a, b en c genoemde bedragen vanaf 8 december 2023, althans de dag van opeisbaarheid;
e. het loon vanaf de ontslagdatum ‘5 december 2023’ (de kantonrechter gaat ervan uit dat daarmee is bedoeld: 6 december 2023) tot met 22 december 2023, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging van 50%;
f. de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van de beschikking.
3.2.
[eiser] legt aan het verzoek ten grondslag – kort weergegeven – dat het hem gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is.
3.3.
In de eerste plaats is het ontslag niet onverwijld gegeven. [eiser] heeft namelijk pas op 8 december 2023 kennis genomen van de ontslagbrief van 6 december 2023 doordat Lineage die brief per abuis naar het zakelijke e-mailadres van [eiser] had gestuurd. Ook de aangetekende ontslagbrief, gericht aan het huisadres van [eiser], heeft hij pas op 8 december 2023 ontvangen. Gelet hierop is het ontslag dus pas op 8 december 2023 aangezegd, terwijl de aan het ontslag ten grondslag liggende gedragingen al op 4 december 2024 hebben plaatsgevonden. In de tussentijd is er geen uitvoerig en zorgvuldig onderzoek gedaan. Dus het ontslag is niet onverwijld gegeven, vooral nu er al langer sprake zou zijn van diefstal bij Lineage.
3.4.
Bovendien ligt aan het ontslag op staande voet geen dringende reden ten grondslag. [eiser] betwist wat hem door Lineage (overigens in zeer algemene bewoordingen) wordt verweten. [eiser] heeft alleen maar op basis van een voorraadlijst – waarop (naar [eiser] ter zitting heeft verklaard) met pen geschreven stond dat er om half 7 een vrachtauto zou komen -, de betreffende pallets vis van loods 1 naar loods 2 verplaatst. Dergelijke werkzaamheden zijn gebruikelijk en vallen binnen zijn functie- en taakomschrijving. [eiser] was op de bewuste dag (sowieso) al om 6.00 uur begonnen, omdat er om 7.00 uur een boot zou komen om vis op te halen. [eiser] was verbaasd te vernemen dat de betreffende 5 pallets blijkbaar in een verdachte vrachtwagen waren geladen. [eiser] heeft die vrachtwagen en de chauffeur daarvan niet gezien.
3.5.
Het komt vaker voor dat afgekeurde partijen goederen door Lineage (illegaal) worden doorverkocht zonder orderbonnen op basis van een voorraadlijst. [eiser] vermoedt dat van hogerhand vragen zijn gesteld over deze werkwijze en dat [betrokkene 1] en hij nu als zondebok worden gebruikt.
3.6.
Ook gelet op [eiser] dienstverband van 22 jaar, zijn uitstekende staat van dienst en de omstandigheid dat geen grondig onderzoek (bijvoorbeeld door een particulier recherchebureau) heeft plaatsgevonden, is een ontslag op staande voet een te zwaar middel.
3.7.
Overigens heeft [eiser] tijdens het gesprek van 5 december 2023 niet de gelegenheid gekregen om zijn kant van het verhaal naar behoren toe te lichten, zodat in strijd is gehandeld met het beginsel van hoor- en wederhoor.
3.8.
Gelet op het vorenstaande heeft [eiser] recht op de door hem verzochte vergoedingen en het verzochte loon.

4.Het verweer

4.1.
Lineage is van mening dat het verzoek van [eiser] moet worden afgewezen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten (bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad).
4.2.
Lineage voert hiertoe aan – kort samengevat – dat het gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Het ontslag is wel degelijk onverwijld gegeven. Dat er eerder (in juli 2020) ook aangifte is gedaan van diefstal speelt daarbij geen rol. Na het bekijken van de camerabeelden op 5 december 2023 is [eiser] wel degelijk gehoord over de hem verweten feiten, waarna hij – na nader onderzoek in het systeem en het inwinnen van juridisch – bij brief van 6 december 2023 is ontslagen.
4.3.
Ook ligt aan het ontslag op staande voet een dringende reden ten grondslag. Voor de betreffende 5 pallets, die in de voorraad ontbreken, is geen bestelling gedaan (ook niet door [bedrijf 1], [bedrijf 2] of Zeevishandel Dick Bakker), er is geen orderbon of andere bon aangemaakt en evenmin is anderszins een instructie gegeven om de pallets klaar te zetten.
Ook het tijdstip waarop de transactie heeft plaatsgevonden is ongebruikelijk: vanuit loods 2, waar [betrokkene 1] werkt, zou die dag niets worden beladen of gelost voor 7.00 uur. [eiser] moet die dag weliswaar om 6.00 uur beginnen, maar dat was in loods 1 in verband met het beladen van een schip. [eiser] had in loods 2 niets te zoeken. Overigens haalt [bedrijf 1] haar goederen altijd op met eigen, als zodanig herkenbare, vrachtwagens. En als er al iets naar [bedrijf 2] gebracht moet worden gaat dat per heftruck en niet per vrachtauto. Lineage kent [betrokkene 2] niet.
4.4.
De persoonlijke omstandigheden van [eiser] doen aan de geldigheid van het ontslag op staande voet niet af.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak allereerst om de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is.
5.2.
Een ontslag op staande voet is alleen geldig als daarvoor een dringende reden is (artikel 7:677 lid 1 BW). De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen. Belangrijk is de aard en ernst van de dringende reden. Ook kunnen meespelen de duur van de dienstbetrekking en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. Verder kan meewegen wat de gevolgen van een ontslag op staande voet voor de werknemer zijn. Maar ook als zo’n ontslag grote gevolgen heeft voor de werknemer, kan dat ontslag gerechtvaardigd zijn. Verder moet er onverwijld worden opgezegd en moet de dringende reden onverwijld worden meegedeeld aan de werknemer. Onverwijld betekent dat dit direct of zo snel mogelijk moet gebeuren.
5.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter is het op 6 december 2023 door Lineage aan [eiser] gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig. Daarover wordt het volgende overwogen.
Onverwijldheid
5.4.
Vaststaat dat [eiser] (net als [betrokkene 1]) ten tijde van de door Lineage in 2020 gedane aangifte van diefstal niet als verdachte in beeld was. Die aangifte speelt in deze zaak geen rol. De aanleiding voor het gegeven ontslag op staande voet zijn immers de handelingen van [eiser] (en [betrokkene 1]) op 4 december 2023 die op de camerabeelden zijn vastgelegd. Na het bekijken van die camerabeelden op 5 december 2023 heeft Lineage diezelfde dag met [eiser] een gesprek gevoerd over de geconstateerde feiten. Het verweer van [eiser] dat tijdens dat gesprek onvoldoende sprake is geweest van hoor- en wederhoor is bij gebrek aan een voldoende concrete onderbouwing daarvan, onvoldoende aannemelijk geworden. De kantonrechter gaat daarom aan dat verweer voorbij. Na dat gesprek heeft Lineage (onweersproken) nader onderzoek in het systeem gedaan naar een bestelling of bon en heeft zij juridisch advies ingewonnen. Vervolgens is [eiser] bij brief van 6 december 2023 op staande voet ontslagen, met vermelding van de dringende reden(en) voor het ontslag. Gelet op deze gang van zaken is de kantonrechter van oordeel dat het ontslag onverwijld is gegeven en dat de dringende reden(en) ook onverwijld is/zijn meegedeeld. De omstandigheden dat [eiser] pas op 8 december 2023 kennis heeft genomen van die brief en dat geen extern recherchebureau is ingeschakeld, maken dat niet anders.
Dringende reden(en)
5.5.
Lineage heeft als dringende reden(en) aan het ontslag ten grondslag gelegd,
apart en in onderlinge samenhang bezien, dat [eiser] zonder bestelling en/of bon voorraad van Lineage heeft uitgeleverd en/of dit heeft gefaciliteerd en/of zich al dan niet gezamenlijk met [betrokkene 1] schuldig heeft gemaakt aan (medeplegen van) diefstal en/of verduistering en/of het faciliteren hiervan en/of dat hij zijn verplichtingen voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst grovelijk heeft veronachtzaamd en/of het vertrouwen van Lineage volledig onwaardig is geworden.
5.6.
De kantonrechter neemt op grond van de - door [eiser] op zichzelf niet althans onvoldoende gemotiveerd betwiste - verklaringen van [betrokkene 1] zoals hierboven weergegeven onder 2.15. als vaststaand aan dat met betrekking tot (het faciliteren van) de uitlevering van de 5 pallets in kwestie sprake is geweest van nauwe samenwerking tussen [betrokkene 1] en [eiser]. De kantonrechter laat in het midden of (het medeplegen of faciliteren van) verduistering of diefstal door [eiser] (strafrechtelijk) bewezen kan worden. Gelet op de feiten en omstandigheden oordeelt de kantonrechter dat het voldoende aannemelijk is geworden dat [eiser] heeft gefaciliteerd dat zonder bestelling en/of bon voorraad van Lineage is uitgeleverd en dat [eiser], door de omstandigheden waaronder deze voorraad is uitgeleverd en de wisselende en tegenstrijdige verklaringen die hierover zijn afgelegd, terecht de verdenking van medeplegen/medeplichtigheid aan diefstal/verduistering in dienstbetrekking of het faciliteren daarvan op zich heeft geladen. Daardoor heeft [eiser] de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst grovelijk veronachtzaamd en is hij het vertrouwen van Lineage onwaardig geworden. De kantonrechter licht dit oordeel als volgt toe.
5.7.
Als niet door [eiser] betwist staat vast dat hij op vrijdag 1 december 2023 met [betrokkene 1] heeft overlegd over het klaarzetten van 5 pallets (3 door [eiser] en 2 door [betrokkene 1]) voor uitlevering op maandag 4 december 2023. [eiser] heeft (evenals [betrokkene 1]) ter zitting aangevoerd dat het klaarzetten van die pallets heeft plaatsgevonden op basis van een voorraadlijst die in de bak zat. Vaststaat dat [eiser] in de vroege ochtend van 4 december 2023 3 pallets van loods 1 naar loods 2 heeft gebracht en dat [betrokkene 1] die pallets, samen met de twee andere pallets, in de vrachtwagen heeft geladen. Vaststaat dat in deze procedure geen voorraadbon/lijst of opdracht/order voor deze pallets is overgelegd. De stelling van [eiser], dat aan die handeling (toch) een opdracht (in de vorm van een voorraadlijst/voorraadbon) ten grondslag ligt, is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende aannemelijk geworden.
5.8.
Ten eerste is door [eiser] wisselend over die opdracht verklaard. Als niet door [eiser] weersproken staat vast dat [eiser] (naar Lineage heeft aangevoerd) in het gesprek van 5 december 2023 heeft gezegd dat er een orderbon was die hij aan [betrokkene 1] had gegeven, terwijl [eiser] in deze procedure stelt dat sprake was van een voorraadlijst die in de map zat.
5.9.
Lineage heeft (met productie 9: een overzicht van de laadorders, waarin deze order/levering niet voorkomt) voldoende aangetoond dat deze levering niet volgens het (onder 2.6. van de feiten beschreven) gebruikelijke proces is verlopen. Dit is door [eiser] erkend, maar hij heeft (later) als verklaring daarvoor gegeven dat er wel vaker goederen zonder orderbon werden uitgeleverd (naar de kantonrechter begrijpt bij leveringen aan [bedrijf 1] of [bedrijf 2]). De kantonrechter vindt deze verklaring ongeloofwaardig. Lineage heeft immers onweersproken gesteld dat er aan leveringen aan [bedrijf 1] of [bedrijf 2] altijd een vorm van instructie ten grondslag ligt, wat zij ook heeft onderbouwd door (als productie 11) over te leggen mail- en WhatsApp-verkeer over die leveringen. In het onderhavige geval is van een instructie in welke vorm dan ook niet gebleken, ook niet van een instructie in de vorm van een voorraadlijst zoals door [eiser] is gesteld. De kantonrechter acht het overigens niet aannemelijk dat [betrokkene 1] of [eiser], als er een voorraadlijst zou zijn geweest, deze (zoals [betrokkene 1] in zijn zaak heeft aangevoerd) niet meer zou hebben kunnen terugvinden, aangezien [betrokkene 1] deze vlak na het gesprek op 5 december 2023 meteen (onder andere in de afvalbak) is gaan zoeken.
5.10.
Bovendien heeft ([bedrijf 1]) [bedrijf 1] schriftelijk verklaard (productie 13 bij het verweerschrift) dat zij op 4 december 2023 ‘geen lading bij Lineage heeft weggehaald’ en dat al de van Lineage afkomstige ladingen worden afgerekend met een passende factuur. Lineage heeft (als productie 12) ter onderbouwing daarvan ook diverse aan [bedrijf 1] gerichte facturen (naar zij heeft toegelicht feitelijk betrekking hebbend op opslagkosten) overgelegd. De omstandigheid dat [eiser] als productie 5 een WhatApp-bericht van [betrokkene 4] Kbij (m.b.t. een levering voor [bedrijf 2]) heeft overgelegd waarin staat:
‘”Kijk wel of ik factuur stuur”’ maakt dat niet anders. Dat WhatsApp bericht is een kennelijk onjuiste ‘vertaling’ van deze [betrokkene 4] van een WhatsApp-bericht van [betrokkene 3] waarin in werkelijkheid staat: ‘
hoor wel of ze nog wat mee kunnen voor ik factuur maak’. Niet gebleken is dat er een factuur is voor de levering op 4 december 2023. Overigens valt, gelet op de geringe afstand tussen Lineage en [bedrijf 2], niet in te zien waarom die levering met een vrachtwagen in plaats van per heftruck zou moeten uitgevoerd.
5.11.
De kantonrechter vindt het bovendien niet begrijpelijk dat – als [eiser] zich zoals hij heeft aangevoerd daadwerkelijk van geen kwaad bewust was - de pallets, die (naar onvoldoende gemotiveerd is weersproken) een aanzienlijke waarde vertegenwoordigen, zonder aan iemand nadere vragen te stellen, heeft verplaatst naar een loods (2) waar op dat tijdstip nog niet werd gewerkt en waartoe ook geen aanleiding was. De transactie op 4 december 2023 heeft plaatsgevonden in alle vroegte terwijl (blijkens de camerabeelden) in loods 2 behalve [betrokkene 1], [eiser] en [betrokkene 2] (die niemand schijnt te kennen) nog geen andere werknemers van Lineage aanwezig waren, waardoor deze personen zoals Lineage heeft aangevoerd ongestoord hun gang konden gaan. Tot slot roept de wijze waarop chauffeur [betrokkene 2] de onderneming van Lineage heeft benaderd (niet via het dockstation) en verlaten -op een drafje en met gedoofde lichten- en zijn (in de zaak [betrokkene 1] overgelegde) verklaring minst genomen vraagtekens op. De omstandigheid dat Lineage geen bewijzen van het ontbreken van deze 5 pallets in de voorraad heeft overgelegd, maakt het oordeel van de kantonrechter niet anders.
Persoonlijke omstandigheden
5.12.
Ook de door [eiser] aangevoerde persoonlijke omstandigheden (zie onder 3.6. van deze beschikking) doen naar het oordeel van de kantonrechter aan de geldigheid van het ontslag op staande voet niet af.
Geen billijke vergoeding en geen gefixeerde schadevergoeding
5.13.
Omdat hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven, wordt het verzoek van [eiser] om toekenning van een billijke vergoeding en de gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging afgewezen.
Geen transitievergoeding
5.14.
Het verzoek om Lineage te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding wordt eveneens afgewezen. Hiervoor is geoordeeld dat sprake is van feiten en omstandigheden die een dringende reden opleveren voor het ontslag op staande voet. Die feiten en omstandigheden brengen in het voorliggende geval ook mee dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen of nalaten van [eiser] dat als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Dat betekent dat de transitievergoeding niet verschuldigd is. [1]
Loon van 6 tot en met 22 december 2023
5.15.
Omdat de arbeidsovereenkomst op 6 december 2023 rechtsgeldig is geëindigd, is Lineage vanaf die datum geen loon meer aan [eiser] verschuldigd. Het desbetreffende verzoek wordt daarom afgewezen.
Proceskosten
5.16.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser], omdat [eiser] overwegend ongelijk krijgt en sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van [eiser].

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst het verzoek af;
6.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Lineage tot en met vandaag vaststelt op € 814,00 aan salaris voor de gemachtigde van Lineage;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en op 23 april 2024 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:673 lid 7, onder c, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).