ECLI:NL:RBNHO:2024:4080

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
10913335 \ AO VERZ 24-13
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en rechtsgeldigheid van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst

In deze zaak verzoekt de werknemer, aangeduid als [verzoeker], om toekenning van een billijke vergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging na een ontslag op staande voet door zijn werkgever, Lineage NL 3 TRS B.V. De kantonrechter heeft op 23 april 2024 uitspraak gedaan. De werknemer was sinds 1 april 2005 in dienst bij Lineage en werd op 6 december 2023 op staande voet ontslagen na verdenking van diefstal van 5 pallets vis. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag rechtsgeldig is, omdat er sprake was van een dringende reden. De werknemer had zonder bestelling en/of bon voorraad van Lineage uitgeleverd, wat als ernstig verwijtbaar handelen wordt aangemerkt. De verzoeken van de werknemer om een transitievergoeding en een billijke vergoeding worden afgewezen, maar het verzoek om betaling van loon conform de eindafrekening wordt toegewezen. De kantonrechter wijst erop dat de werkgever niet gerechtigd was om het loon te verrekenen met een mogelijke schadevergoeding, die nog niet vaststaat. De proceskosten worden toegewezen aan de werkgever, omdat de werknemer overwegend ongelijk krijgt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./repnr.: 10913335 \ AO VERZ 24-13 (HB)
Uitspraakdatum: 23 april 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [plaats 1]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. L.N. Hermes
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Lineage NL 3 TRS B.V.,
gevestigd te Amsterdam, mede kantoorhoudend te IJmuiden
verwerende partij
verder te noemen: Lineage
gemachtigde: mr. J.L. van Schouten
De zaak in het kort
In deze zaak verzoekt [verzoeker] (werknemer) onder meer om toekenning van een billijke vergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging na een ontslag op staande voet door Lineage (werkgever). De kantonrechter wijst die verzoeken af. Naar het oordeel van de kantonrechter is het gegeven ontslag op staande voet namelijk rechtsgeldig.
De door [verzoeker] verzochte transitievergoeding wordt eveneens afgewezen, omdat de gedragingen van [verzoeker] die ten grondslag liggen aan het ontslag op staande voet ook als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] moeten worden aangemerkt.
Het verzoek van [verzoeker] tot betaling van loon c.a. conform de eindafrekening wordt wel toegewezen. Het door Lineage gedane beroep op verrekening wordt door de kantonrechter verworpen.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft op 1 februari 2024 een verzoekschrift (met 20 producties) ingediend. Lineage heeft daarop gereageerd bij verweerschrift (met 15 producties). Ook heeft Lineage een voorwaardelijk tegenverzoek gedaan.
1.2.
Op 26 maart 2024 heeft de mondelinge behandeling van deze zaak plaatsgevonden, gelijktijdig met de mondelinge behandeling van de zaak van [betrokkene 1] - een collega van [verzoeker] - tegen Lineage (zaak/rep.nr. 10920355 AO VERZ 24-16). Ter zitting heeft Lineage haar voorwaardelijke tegenverzoek ingetrokken. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Beide partijen hebben pleitaantekeningen overgelegd.

2.Feiten

2.1.
Lineage maakt onderdeel uit van de Lineage Groep. Lineage houdt zich bezig met laad-, los- en opslagactiviteiten voor onder meer visproducten.
2.2.
[verzoeker], geboren op [geboortedatum], is op 1 april 2005 bij (Kloosterboer IJmuiden B.V., de rechtsvoorganger van) Lineage in dienst getreden. De arbeidsovereenkomst gold laatstelijk voor onbepaalde tijd. De arbeidsduur bedroeg 40 uur per week, waarvan 1 dag per week betaald ouderschapsverlof.
2.3.
Het salaris van [verzoeker] bedroeg laatstelijk € 3.618,16 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag en overige emolumenten.
2.4.
De functie van [verzoeker] was terminalmedewerker. In die functie hield hij zich bezig met (bij lossen:) het verplaatsen met vorkheftrucks van goederen naar de loodsen, (bij beladen:) het verplaatsen van goederen met vorkheftrucks naar de plek waar beladen wordt en met het scannen van de goederen (volgens Lineage richting het voorraadsysteem, volgens [verzoeker] slechts voor het aangeven van een locatie).
2.5.
Bij Lineage zijn 5 loodsen. De terminalmedewerkers zijn allen toegewezen aan een specifieke loods. [verzoeker] was toegewezen aan loods 2. Zijn collega-terminalmedewerker [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) was toegewezen aan loods 1.
2.6.
Lineage heeft een afdeling Customer Services, waar onder anderen de partner van [verzoeker], [betrokkene 2], werkzaam is. Na het scannen van de binnengekomen goederen zorgt de afdeling Customer Services voor het voorraadbeheer binnen de systemen. Op basis van uitgeprinte voorraadlijsten, die voor de terminalmedewerkers in een (map in een) bakje worden gelegd, verplaatsen de terminalmedewerkers goederen vanuit de loods naar een bepaalde plek. Voorraadlijsten worden niet bewaard, ook niet in het systeem. Verder worden door de afdeling Customer Services orders van klanten in het systeem verwerkt en orderbonnen aangemaakt op basis waarvan de orders door de terminalmedewerkers voor de klanten worden klaargezet en beladen. Vervolgens worden (door de chauffeurs van de klanten bij het ophalen van de goederen) afgetekende orderbonnen door Customer Services in het systeem verwerkt, waarna facturatie plaatsvindt.
2.7.
Een aantal keer per jaar komt het voor dat afgekeurde partijen vis worden geleverd aan [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1]). Dat gaat dan zonder orderbon, maar op basis van een instructie in een andere vorm, bijvoorbeeld via WhatsApp. Soms vraagt [bedrijf 1] aan Lineage of zij goederen wil afgeven bij [bedrijf 2], welke onderneming is gevestigd op een paar honderd meter van Lineage en geen klant is van Lineage. Als service aan [bedrijf 1] wordt dan door Lineage aan terminalmedewerkers de instructie gegeven om die goederen bij ‘buurman’ [bedrijf 2] af te zetten.
2.8.
De normale werktijden bij Lineage zijn van 7.00 tot 16.00 uur. Soms komt het voor dat (bijvoorbeeld) schepen eerder beladen moeten worden. Dit wordt dan geregeld met de benodigde stuwadoors en terminalmedewerkers, die hun werkzaamheden dan om 6.00 uur aanvangen.
2.9.
Voor het ophalen van bestellingen op basis van een orderbon moeten de chauffeurs van de klanten zich melden bij het dockstation op het terrein van Lineage. Gewoonlijk worden bestellingen door klanten opgehaald vanaf 7.30 uur.
2.10.
In de gebouwen en op de terreinen van Lineage staan camera’s opgesteld. Naar aanleiding van door Lineage geconstateerde onverklaarbare voorraadverschillen, is bij Lineage de verdenking ontstaan dat medewerkers van Lineage hier iets mee te maken hadden. Hierom is Lineage de camerabeelden intensiever gaan bekijken.
2.11.
Op 5 december 2023 kreeg Lineage beelden onder ogen die op 4 december 2023 waren gemaakt. Op deze beelden, die ter zitting door de kantonrechter (en al eerder door partijen) zijn bekeken, is - samengevat – het volgende te zien:
- [betrokkene 1] komt rond 6.00 uur uit loods 1 met een heftruck met 3 pallets erop en rijdt hiermee achteruit loods 2 in, waar niemand aanwezig is. [betrokkene 1] zet de drie pallets bij de deur van de vriescel neer en rijdt uit beeld.
- Vervolgens komt om 6.08 uur [verzoeker] loods 2 binnen. Hij zet de drie pallets in de vriescel. Daarna zet hij nog wat pallets klaar met de heftruck. Hij zet deze pallets om 6.09 uur in de vriescel. Vervolgens is te zien dat [betrokkene 1] terugrijdt richting loods 1 en dat [verzoeker] de voordeur van loods 2 aan de kadekant dichtdoet.
- Om 6.33 uur haalt [verzoeker] 5 pallets uit de koelcel en zet deze klaar in de loods.
- Op beelden van 6.45 uur is te zien dat aan de achterkant van loods 2 een witte vrachtwagen zonder bestickering komt aanrijden. De chauffeur van de vrachtwagen zet de vrachtwagen achteruit tegen laaddock nummer 5 aan. (Bij loods 2 zijn twee laaddocks, waaronder nummer 5).
- De chauffeur van de vrachtwagen stapt uit en loopt loods 2 binnen. [verzoeker] (die in loods 2 staat en van daaruit de buitenkant van de vrachtwagen niet kan zien) laadt vervolgens de 5 pallets in de vrachtwagen. Er wordt (voor zover op de beelden te zien is) geen contact gemaakt tussen de chauffeur en [verzoeker]. Er wordt zo te zien niet gesproken en er wordt geen papier of iets dergelijks uitgewisseld. Er zijn (al die tijd) geen andere medewerkers van Lineage (of andere mensen) in de loods aanwezig.
- Vervolgens gaat de chauffeur op een draf door de deur van de loods naar de vrachtwagen. Hij stapt in en rijdt met een flinke vaart weg zonder de verlichting van de vrachtwagen aan te zetten. Pas later, vlak voor de hoek, gaan de lichten van de vrachtwagen aan.
2.12.
De chauffeur van de vrachtwagen die op de camerabeelden is te zien, is - naar naderhand op basis van een verklaring van een medewerker van Lineage en kentekenonderzoek is vastgesteld - [betrokkene 3] van [bedrijf 3] te [plaats 2].
2.13.
Na het zien van de beelden heeft Lineage in het systeem bekeken of voor deze 5 pallets een bestelling was geplaatst en een order was geboekt. Lineage heeft in het ordersysteem geen bestelling of order(bon) gevonden.
2.14.
Op 5 december 2023 heeft Lineage met [verzoeker] (en ook afzonderlijk met [betrokkene 1]) een gesprek gevoerd over de geconstateerde feiten. Het gesprek met [verzoeker] is met zijn toestemming opgenomen. (Als productie 8 bij het verweerschrift is een transcript van dat gesprek overgelegd.) Na afloop van het gesprek is [verzoeker], evenals [betrokkene 1], op non-actief gesteld.
2.15.
Bij e-mail van 6 december 2023 heeft [verzoeker] bezwaar gemaakt tegen de schorsing en heeft hij zich bereid verklaard zijn werk te hervatten.
2.16.
Bij brief van 6 december 2023 is [verzoeker] (evenals [betrokkene 1]) op staande voet ontslagen. In die brief aan [verzoeker] staat:
‘(…)
U heeft zonder bestelling en/of bon voorraad van ons uitgeleverd en/of zich al dan niet gezamenlijk met uw collega [betrokkene 1] schuldig gemaakt aan (medeplegen van) diefstal en/of verduistering en/of het faciliteren hiervan en/of heeft u uw verplichtingen voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst grovelijk veronachtzaamd en/of bent u ons vertrouwen volledig onwaardig geworden.
De bovengenoemde punten apart alsmede in onderlinge samenhang zijn voor ons dringende redenen die maken dat wij u per heden met onmiddellijke ingang ontslaan op staande voet.
U wordt aansprakelijk gehouden voor de geleden en nog te lijden schade en er wordt aangifte gedaan bij de politie.
(…)’
2.17.
Op 7 december 2023 heeft Lineage aangifte gedaan van (medeplichtigheid van [verzoeker] en [betrokkene 1] aan) diefstal c.q. verduistering van 5500 kilo vis, verpakt op 5 pallets. De gemachtigde van Lineage heeft ter zitting meegedeeld dat het politieonderzoek nog loopt.
2.18.
Bij brief van zijn gemachtigde van 20 december 2023 heeft [verzoeker] betwist dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan wat hem door Lineage wordt verweten en heeft hij geprotesteerd tegen het ontslag op staande voet. Lineage heeft daarop bij brief van 3 januari 2024 gereageerd. In die brief heeft Lineage meegedeeld dat [verzoeker] terecht op staande voet is ontslagen en (nogmaals) dat zij hem aansprakelijk houdt voor de geleden en te lijden schade. Daarbij heeft zij er op gewezen dat de pallets een waarde van € 20.000,- vertegenwoordigen.
2.19.
Bij de eindafrekening van het dienstverband van december 2023 heeft Lineage het bedrag van € 1.235,- aan loon c.a. dat [verzoeker] nog tegoed had
‘verrekend met Rek. Courant’.
2.20.
Op verzoek van de gemachtigde van [verzoeker] heeft [betrokkene 3] naar aanleiding van het voorval op 4 december 2023 in een e-mail van 17 januari 2024 het volgende verklaard:
‘Ik werd in de haven aangesproken door een [betrokkene 4]. Die had autopech (vrachtwagen) en vroeg of ik 4 pallets mee kon nemen en voor hem af te zetten bij [bedrijf 2]/[bedrijf 4]. (…) Bij aankomst van een buiten dock van lineage werd er gelijk wat in gereden op het moment dat ik aankoppelde, ik ben uitgestapt en gaan kijken wat het zou zijn.
Hier zag ik 2 pallets met pollak (witte koolvis)
En 2 pallets met hout (pallets op pallets)
Dus ik zou hier nooit achter gezocht hebben dat het gestolen vis zou kunnen wezen.
Verder bij het afleveren van [bedrijf 2] stond [betrokkene 4] die mij gelost heeft en vervolgens 50,- gaf voor mijn hulp (…)’
2.21.
[betrokkene 3] heeft in of omstreeks januari 2024 ook telefonisch met de gemachtigde van [verzoeker] en met [verzoeker] zelf gesproken.
2.22.
Met ingang van 1 februari 2024 heeft [verzoeker] een andere baan, waarmee hij (naar hij ter zitting heeft verklaard) een iets hoger bruto inkomen verdient dan bij Lineage.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter om (bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad):
I. Lineage te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van:
a. de gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 18.781,88 bruto;
b. de transitievergoeding van € 24.324,30 bruto;
c. € 1.235,01 netto wegens ten onrechte ingehouden loon (c.a.), te vermeerderen met de wettelijke ‘vertragingsrente’ (bedoeld is naar de kantonrechter begrijpt: de wettelijke verhoging) van € 617,50 netto;
d. een billijke vergoeding ex artikel 7:681 BW van € 25.000,-;
e. de wettelijke rente over de onder a, b, c en d genoemde bedragen vanaf de data van opeisbaarheid;
II. Lineage te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van de beschikking.
3.2.
[verzoeker] legt aan het verzoek ten grondslag – kort weergegeven – dat het hem gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is.
3.3.
In de eerste plaats is het ontslag niet onverwijld gegeven. Al in juli 2020 heeft Lineage aangifte gedaan van een partij gestolen vis. Het is daarom onnavolgbaar waarom Lineage niet eerder een onderzoek is gestart. Doordat Lineage te lang heeft gewacht met het onderzoek naar de vermeende malversaties, is gehandeld in strijd met het vereiste van onverwijldheid.
3.4.
Bovendien ligt aan het gegeven ontslag op staande voet geen dringende reden ten grondslag. [verzoeker] heeft zich niet schuldig gemaakt aan de hem door Lineage verweten gedragingen. Hij heeft op 4 december 2023 gewoon zijn gebruikelijke werkzaamheden verricht. Wegens een doktersbezoek van zijn vriendin op vrijdag 8 december 2023, had [verzoeker] zijn werkdag omgeruild naar maandag 4 december 2023. Op vrijdag 1 december 2023 lag in de bak met bonnen een voorraadlijst voor het laden van pallets op maandag 4 december 2023 om 6.30 uur. In overleg met [betrokkene 1] is toen afgesproken dat [verzoeker] maandag om 6.00 uur aanwezig zou zijn om deze vracht klaar te zetten en op te vangen. Op basis van die voorraadlijst heeft [verzoeker] twee pallets geladen en [betrokkene 1] drie pallets. [verzoeker] is er vanuit gegaan dat de betreffende pallets bedoeld waren voor [bedrijf 1] of [bedrijf 2]. [verzoeker] heeft na afloop van het gesprek op 5 december 2023 nog in de heftruck en de vuilnisbak naar de betreffende voorraadlijst gezocht, maar hij kon deze niet vinden. Vervolgens heeft hij diezelfde dag zijn collega die zijn shift om 14.00 uur had overgenomen nog gebeld om te vragen of hij de voorraadlijst nog ergens had, maar dat bleek niet het geval. De voorraadlijsten waren, zoals gebruikelijk, weggegooid.
3.5.
Achteraf is uit de door [betrokkene 3] (telefonisch en bij bovengenoemde e-mail van 17 januari 2024) afgelegde verklaringen gebleken, dat de pallets die [verzoeker] op 4 december 2023 heeft ingeladen inderdaad bestemd waren voor [bedrijf 2]. Overigens heeft [betrokkene 3] aan [verzoeker] telefonisch verklaard dat het om 5 pallets ging in plaats van 4 pallets. [verzoeker] kent [betrokkene 3] niet, zoals ook door [betrokkene 3] zelf is verklaard aan de gemachtigde van [verzoeker]. Zelfs als sprake zou zijn geweest van diefstal of verduistering, dan was [verzoeker] hier niet bij betrokken.
3.6.
Bovendien heeft Lineage bij het geven van het ontslag op staande voet geen rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker]. [verzoeker] werkte ruim 18 jaar bij Lineage, heeft geen opleiding genoten en ook zijn vriendin, die op 4 december 2023 met bevallingsverlof was, werkt bij (de afdeling Customer Services van) Lineage. Het ontslag op staande voet heeft een negatieve invloed gehad op het gezin en het welbevinden van [verzoeker] en zijn vriendin.
3.7.
Gelet op het vorenstaande heeft [verzoeker] recht op de door hem verzochte vergoedingen en op het loon c.a. conform de eindafrekening. Lineage was niet gerechtigd dit loon c.s. te verrekenen.

4.Het verweer

4.1.
Lineage is van mening dat het verzoek van [verzoeker] moet worden afgewezen, met veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten (bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad).
4.2.
Lineage voert hiertoe aan – kort samengevat – dat het gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Het ontslag is wel degelijk onverwijld gegeven. De aangifte van een eerdere diefstal in juli 2020 speelt daarbij geen rol.
4.3.
Ook ligt aan het ontslag op staande voet een dringende reden ten grondslag. Voor de betreffende 5 pallets, die in de voorraad ontbreken, is geen bestelling gedaan (ook niet door [bedrijf 1], [bedrijf 2] of [bedrijf 3]), er is geen orderbon of andere bon aangemaakt en evenmin is anderszins een instructie gegeven om de pallets klaar te zetten.
Ook het tijdstip waarop de transactie heeft plaatsgevonden is ongebruikelijk: vanuit loods 2, waar [verzoeker] werkt, zou die dag niets worden beladen of gelost voor 7.00 uur. Overigens haalt [bedrijf 1] haar goederen altijd op met eigen, als zodanig herkenbare, vrachtwagens. En als er al iets naar [bedrijf 2] gebracht moet worden gaat dat per heftruck en niet per vrachtauto. Lineage kent [betrokkene 3] en de door hem genoemde [betrokkene 4] niet.
4.4.
De persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] doen aan de geldigheid van het ontslag op staande voet niet af.
4.5.
Lineage zal naar aanleiding van het gebeurde een separate procedure starten tegen [verzoeker] tot het verkrijgen van schadevergoeding. Eventuele vorderingen van [verzoeker] (waaronder de loonvordering) moeten daarmee worden gecompenseerd. Hierom is Lineage niet tot uitbetaling van de eindafrekening overgegaan. Voor zover zij het gevorderde loon c.a. wel verschuldigd is, verzoekt zij de wettelijke verhoging te matigen (tot nihil).

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak allereerst om de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is.
5.2.
Een ontslag op staande voet is alleen geldig als daarvoor een dringende reden is (artikel 7:677 lid 1 BW). De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen. Belangrijk is de aard en ernst van de dringende reden. Ook kunnen meespelen de duur van de dienstbetrekking en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. Verder kan meewegen wat de gevolgen van een ontslag op staande voet voor de werknemer zijn. Maar ook als zo’n ontslag grote gevolgen heeft voor de werknemer, kan dat ontslag gerechtvaardigd zijn. Verder moet er onverwijld worden opgezegd en moet de dringende reden onverwijld worden meegedeeld aan de werknemer. Onverwijld betekent dat dit direct of zo snel mogelijk moet gebeuren.
5.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter is het op 6 december 2023 door Lineage aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig. Daarover wordt het volgende overwogen.
Onverwijldheid
5.4.
Vaststaat dat [verzoeker] (net als [betrokkene 1]) ten tijde van de door Lineage in 2020 gedane aangifte niet als verdachte in beeld was. Die aangifte speelt in deze zaak geen rol. De aanleiding voor het gegeven ontslag op staande voet zijn immers de handelingen van [verzoeker] (en [betrokkene 1]) op 4 december 2023 die op de camerabeelden zijn vastgelegd. Na het bekijken van die camerabeelden op 5 december 2023 heeft Lineage diezelfde dag [verzoeker] gehoord over de geconstateerde feiten. Vervolgens heeft Lineage (onweersproken) nader onderzoek in het systeem gedaan naar een bestelling of bon en heeft zij juridisch advies ingewonnen. Vervolgens is [verzoeker] bij brief van 6 december 2023 op staande voet ontslagen, onder vermelding van de dringende reden(en) voor het ontslag. Gelet op deze gang van zaken is de kantonrechter van oordeel dat het ontslag onverwijld is gegeven en dat de dringende reden(en) ook onverwijld is/zijn meegedeeld.
Dringende reden(en)
5.5.
Lineage heeft als dringende reden(en) aan het ontslag ten grondslag gelegd,
apart en in onderlinge samenhang bezien, dat [verzoeker] zonder bestelling en/of bon voorraad van Lineage heeft uitgeleverd en/of zich al dan niet gezamenlijk met [betrokkene 1] schuldig heeft gemaakt aan (medeplegen van) diefstal en/of verduistering en/of het faciliteren hiervan en/of dat hij zijn verplichtingen voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst grovelijk heeft veronachtzaamd en/of het vertrouwen van Lineage volledig onwaardig is geworden.
5.6.
De kantonrechter laat in het midden of (het medeplegen of faciliteren van) verduistering of diefstal door [verzoeker] (strafrechtelijk) bewezen kan worden. Gelet op de feiten en omstandigheden oordeelt de kantonrechter dat het voldoende aannemelijk is geworden dat [verzoeker] zonder bestelling en/of bon voorraad van Lineage heeft uitgeleverd en dat door de omstandigheden waaronder deze voorraad is uitgeleverd en de wisselende en tegenstrijdige verklaringen die [verzoeker] hierover heeft afgelegd en heeft doen afleggen door de chauffeur van de vrachtwagen, [verzoeker] terecht de verdenking van medeplegen/medeplichtigheid aan diefstal/verduistering in dienstbetrekking of het faciliteren daarvan op zich heeft geladen. Daardoor heeft [verzoeker] de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst grovelijk veronachtzaamd en is hij het vertrouwen van Lineage onwaardig geworden. De kantonrechter licht dit oordeel als volgt toe.
5.7.
Als niet door [verzoeker] betwist staat vast dat hij 5 pallets, waaronder de eerder die vroege ochtend door [betrokkene 1] aangevoerde 3 pallets, uit de koelcel heeft gehaald en heeft klaargezet voor belading, waarna [verzoeker] de pallets in de vrachtwagen heeft geladen. Vaststaat dat in deze procedure geen voorraadbon/lijst of opdracht/order voor deze pallets is overgelegd. De stelling van [verzoeker], dat aan die handeling (toch) een opdracht (in de vorm van een voorraadlijst/voorraadbon) ten grondslag ligt, is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende aannemelijk geworden.
5.8.
Ten eerste heeft [verzoeker] wisselend over die opdracht verklaard. Tijdens het gesprek op 5 december 2023 heeft hij (blijkens de niet betwiste transcriptie van dat gesprek) eerst verklaard dat hij een ‘bonnetje’ van [betrokkene 1] ([betrokkene 1]) heeft gekregen (regel 9 t/m11 van de transcriptie) dat hij ‘in zijn handen gedrukt heeft gekregen’ (regel 89), maar later in het gesprek (regel 142 en 143) dat hij die bon niet van [betrokkene 1] ([betrokkene 1]) heeft gekregen, maar dat die in de map zat. Ter zitting heeft [verzoeker] verklaard dat hij de bon, in feite (naar hij in het verweerschrift heeft aangevoerd) een voorraadlijst, niet hand in hand van [betrokkene 1] heeft gekregen, maar dat deze (in een mapje in) het bakje zat. Ook heeft [verzoeker] op de zitting gezegd dat ‘in de volksmond’ alles (ook een voorraadlijst) een bonnetje wordt genoemd.
5.9.
Lineage heeft (met productie 9: een overzicht van de laadorders, waarin deze order/levering niet voorkomt) voldoende aangetoond dat deze levering niet volgens het (onder 2.6. van de feiten beschreven) gebruikelijke proces is verlopen. Dit is door [verzoeker] erkend, maar hij heeft (later) als verklaring daarvoor gegeven dat hij ervan uitging dat het een opdracht van [bedrijf 1] voor een levering aan [bedrijf 1] of [bedrijf 2] betrof. De kantonrechter vindt deze verklaring ongeloofwaardig. Lineage heeft immers onweersproken gesteld dat er aan leveringen aan [bedrijf 1] of [bedrijf 2] altijd een vorm van instructie ten grondslag ligt, wat zij ook heeft onderbouwd door (als productie 11) over te leggen mail- en WhatsApp-verkeer over die leveringen. In het onderhavige geval is van een instructie in welke vorm dan ook niet gebleken, ook niet van een instructie in de vorm van een voorraadlijst zoals door [verzoeker] is gesteld. De kantonrechter acht het overigens niet aannemelijk dat [verzoeker], als er een voorraadlijst zou zijn geweest, deze niet meer zou hebben kunnen terugvinden, aangezien hij deze vlak na het gesprek op 5 december 2023 meteen (onder andere in de afvalbak) is gaan zoeken.
5.10.
Bovendien heeft ([bedrijf 1]) [bedrijf 1] schriftelijk verklaard (productie 13 bij het verweerschrift) dat zij op 4 december 2023 ‘geen lading bij Lineage heeft weggehaald’ en dat al de van Lineage afkomstige ladingen worden afgerekend met een passende factuur. Lineage heeft (als productie 12) ter onderbouwing daarvan ook diverse aan [bedrijf 1] gerichte facturen (naar zij heeft toegelicht feitelijk betrekking hebbend op opslagkosten) overgelegd. De omstandigheid dat (naar de gemachtigde [verzoeker] ter zitting heeft aangevoerd) [betrokkene 1] in zijn zaak als productie 5 een WhatApp-bericht van [betrokkene 5] Kbij (m.b.t. een levering voor [bedrijf 2]) heeft overgelegd waarin staat:
‘”Kijk wel of ik factuur stuur”’ maakt dat niet anders. Dat WhatsApp bericht is een kennelijk onjuiste ‘vertaling’ van deze [betrokkene 5] van een WhatsApp-bericht van [betrokkene 6] waarin in werkelijkheid staat: ‘
hoor wel of ze nog wat mee kunnen voor ik factuur maak’. Niet gebleken is dat er een factuur is voor de levering op 4 december 2023. Overigens valt, gelet op de geringe afstand tussen Lineage en [bedrijf 2], niet in te zien waarom die (volgens [verzoeker] voor [bedrijf 2] bestemde) levering met een vrachtwagen in plaats van per heftruck zou moeten uitgevoerd.
5.11.
[verzoeker] heeft nog aangevoerd dat hij vanuit loods 2 helemaal niet heeft kunnen zien wat voor vrachtwagen de betreffende 5 pallets kwam halen (wat op zichzelf juist is) en dat ook hij chauffeur [betrokkene 3] niet kende. De kantonrechter vindt het juist in dat geval niet begrijpelijk dat [verzoeker] de pallets, die (naar onvoldoende gemotiveerd is weersproken) een aanzienlijke waarde vertegenwoordigen, zomaar, zonder nadere vragen te stellen en zonder dat er van enig contact tussen deze chauffeur en [verzoeker] is gebleken, heeft meegegeven aan een hem onbekende chauffeur.
5.12.
Daarbij komt dat de transactie op 4 december 2023 heeft plaatsgevonden in alle vroegte terwijl (blijkens de camerabeelden) in loods 2 behalve [verzoeker], [betrokkene 1] en [betrokkene 3] nog geen andere werknemers van Lineage aanwezig waren, waardoor deze personen zoals Lineage heeft aangevoerd ongestoord hun gang konden gaan. Tot slot roept de wijze waarop [betrokkene 3] de onderneming van Lineage heeft benaderd (niet via het dockstation) en verlaten -op een drafje en met gedoofde lichten- en zijn verklaring (zie de feiten 2.20.) minst genomen vraagtekens op. De omstandigheid dat Lineage geen bewijzen van het ontbreken van deze 5 pallets in de voorraad heeft overgelegd, maakt het oordeel van de kantonrechter niet anders.
Persoonlijke omstandigheden
5.13.
Ook de door [verzoeker] aangevoerde persoonlijke omstandigheden doen naar het oordeel van de kantonrechter aan de geldigheid van het ontslag op staande voet niet af.
Geen billijke vergoeding en geen gefixeerde schadevergoeding
5.14.
Omdat hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven, wordt het verzoek van [verzoeker] om toekenning van een billijke vergoeding en de gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging afgewezen.
Geen transitievergoeding
5.15.
Het verzoek om Lineage te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding wordt eveneens afgewezen. Hiervoor is geoordeeld dat sprake is van feiten en omstandigheden die een dringende reden opleveren voor het ontslag op staande voet. Die feiten en omstandigheden brengen in het voorliggende geval ook mee dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen of nalaten van [verzoeker] dat als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Dat betekent dat de transitievergoeding niet verschuldigd is. [1]
Wel loon c.a. conform de eindafrekening, wettelijke verhoging en wettelijke rente
5.16.
Als op zichzelf niet betwist staat vast dat [verzoeker] volgens de eindafrekening van december 2023 nog recht heeft op een bedrag van € 1.235,01 netto wegens loon c.a.. Lineage heeft dit bedrag (bij voorbaat) verrekend met een haar mogelijk toekomende schadevergoeding, tot het verkrijgen waarvan zij nog een procedure moet voeren. Die schadevergoedingsvordering, die door [verzoeker] wordt betwist, staat nog niet vast en is dus nog niet opeisbaar. Daarom zal het beroep op verrekening worden verworpen. Het door [verzoeker] gevorderde bedrag van € 1.235,01 netto is daarom toewijsbaar. De wettelijke verhoging zal gelet op alle omstandigheden van het geval worden afgewezen. De wettelijke rente over het loon c.a. zal worden toegewezen vanaf de datum van opeisbaarheid, zoals verzocht.
Proceskosten
5.17.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker], omdat [verzoeker] overwegend ongelijk krijgt en sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker].

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Lineage tot betaling aan [verzoeker] van € 1.235,01 netto aan loon (c.a.);
6.2.
veroordeelt Lineage tot betaling aan [verzoeker] van de wettelijke rente over hetgeen onder 6.1. is toegewezen vanaf de datum van opeisbaarheid tot de dag van betaling;
6.3.
veroordeelt [verzoeker] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Lineage tot en met vandaag vaststelt op € 814,00 aan salaris voor de gemachtigde van Lineage;
6.4.
wijst het verzoek van [verzoeker] voor het overige af;
6.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en op 23 april 2024 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:673 lid 7, onder c, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).