ECLI:NL:RBNHO:2024:4

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 januari 2024
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
10731835 \ CV EXPL 23-4326
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot teruggave van goederen na beëindiging affectieve relatie met geschil over eigendom en schenking

In deze zaak heeft de besloten vennootschap J-L Productions B.V. een vordering ingesteld tegen twee gedaagden, waarvan één niet is verschenen. De vordering betreft de teruggave van roerende zaken die zich zouden bevinden in de woning van gedaagde 2, waar de heer [betrokkene], bestuurder van J-L Productions, en gedaagde 2 een affectieve relatie hadden. De relatie eindigde op 17 december 2022, waarna [betrokkene] de woning en kantoorruimte verliet. J-L Productions stelt dat de gedaagden niet meewerken aan de afgifte van de goederen, terwijl gedaagde 2 betwist dat deze goederen eigendom zijn van J-L Productions en stelt dat [betrokkene] haar deze goederen heeft geschonken.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat J-L Productions onvoldoende heeft onderbouwd dat de teruggevorderde spullen haar eigendom zijn. Gedaagde 2 heeft overtuigend betoogd dat [betrokkene] de spullen aan haar heeft geschonken of daarvan afstand heeft gedaan. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van J-L Productions ongegrond is, omdat niet is aangetoond dat de spullen nog in het bezit zijn van gedaagde 2 of gedaagde 1. De vordering is afgewezen en J-L Productions is veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan gedaagde 2.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke eigendomsverhoudingen en de noodzaak voor eiser om zijn vordering voldoende te onderbouwen, vooral in gevallen waar schenking of afstand van eigendom ter discussie staat. De rechter heeft geen misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen van J-L Productions vastgesteld, waardoor geen veroordeling in werkelijke proceskosten plaatsvond.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10731835 \ CV EXPL 23-4326
Uitspraakdatum: 3 januari 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap J-L Productions B.V.
gevestigd te Schellinkhout
eiseres
verder te noemen: J-L Productions
gemachtigde: mr. J.G. Geerdes
tegen

1.[gedaagde 1]wonende te [woonplaats]gedaagdeverder te noemen: [gedaagde 1]niet-verschenen

2.
[gedaagde 2]wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde 2]
gemachtigde: mr. R.C. Zeilemaker

1.Het procesverloop

1.1.
J-L Productions heeft bij dagvaarding van 13 juni 2023 een vordering tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ingesteld bij de rechtbank, sectie handel. [gedaagde 2] heeft een incidentele conclusie houdende exceptie van absolute onbevoegdheid genomen en schriftelijk geantwoord.
J-L Productions heeft op de incidentele conclusie bij antwoordakte gereageerd.
1.2.
Bij vonnis van 20 september 2023 heeft de rechtbank, sectie handel, zich onbevoegd verklaard en de zaak in de stand waarin deze zich bevindt verwezen naar de sectie kanton.
1.3.
Tegen de niet verschenen gedaagde [gedaagde 1] is verstek verleend.
1.4.
Op 8 december 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. J-H Productions is bij haar gemachtigde verschenen. Verder zijn [gedaagde 2] en haar gemachtigde verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [gedaagde 2] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
De heer [betrokkene] . [betrokkene] , bestuurder van J-L Productions, en [gedaagde 2] hadden een affectieve relatie. Zij woonden, zonder het sluiten van een samenlevingsovereenkomst, vanaf 1 februari 2022 samen in de door [gedaagde 2] van [gedaagde 1] gehuurde woning.
2.2.
Deze woning is onderdeel van een manegeterrein van [gedaagde 1] . Op het manageterrein is ook een kantoorruimte, waarvan [betrokkene] gebruik maakte.
2.3.
[betrokkene] heeft (een deel van) zijn inboedel, waaronder kantoorspullen, meegebracht in de woning en de kantoorruimte.
2.4.
De relatie tussen [betrokkene] en [gedaagde 2] is op 17 december 2022 beëindigd, waarna [betrokkene] de woning en kantoorruimte heeft verlaten.
2.5.
In een bijlage bij een op 26 december 2022 door [betrokkene] verstuurde e-mail heeft [betrokkene] aan [gedaagde 2] verzocht verschillende spullen in de kantoorruimte te zetten zodat hij deze kan ophalen. Ook heeft [betrokkene] daarin spullen benoemd die [gedaagde 2] mag houden.
2.6.
[betrokkene] heeft op 28 december 2022 verschillende spullen opgehaald.

3.De vordering en het verweer

3.1.
J-L Productions vordert dat de kantonrechter [gedaagde 1] en [gedaagde 2] veroordeelt tot afgifte van roerende zaken van J-L Productions binnen acht dagen na betekening van het vonnis, onder verbeurte van een dwangsom bij niet nakoming van deze veroordeling.
3.2.
J-L Productions legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat roerende zaken van J-L Productions zich nog in de door [gedaagde 2] gehuurde woning dan wel in de kantoorruimte bevinden. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] werken niet mee aan afgifte van deze roerende zaken. Daarom ziet J-L Productions zich genoodzaakt in deze procedure afgifte daarvan te vorderen.
3.3.
[gedaagde 2] betwist de vordering. Zij voert – samengevat – het volgende aan. [gedaagde 2] betwist dat de teruggevorderde goederen eigendom zijn van J-L Productions, zodat de vordering op die grond voor afwijzing gereed ligt. Als [gedaagde 2] hierin niet wordt gevolgd, geldt dat [betrokkene] op 26 december 2022 per e-mail aan [gedaagde 2] heeft laten weten welke spullen hij zou ophalen, onder achterlating van de overige, tijdens de relatie en gemeenschappelijke huishouding verkregen goederen. Deze goederen mocht [gedaagde 2] houden en heeft [betrokkene] dus aan haar geschonken. Voor zover geen schenking wordt aangenomen, geldt dat J-L Productions door de mededeling van [betrokkene] als haar vertegenwoordiger het eigendom van deze goederen heeft verloren. Ook is de vordering volgens [gedaagde 2] onvoldoende bepaalbaar. [gedaagde 2] maakt aanspraak op de werkelijke proceskosten, omdat zij rauwelijks is gedagvaard, de procedure ten onrechte is aangebracht bij de rechtbank en zij daardoor genoodzaakt was zich tot een advocaat te wenden en sprake is van onrechtmatig gebruik van procesrecht. Subsidiair vordert [gedaagde 2] toekenning van een hoger aantal salarispunten, een hoger tarief of een verhogende correctiefactor op het liquidatietarief.

4.De beoordeling

Vonnis op tegenspraak
4.1.
Omdat twee gedaagden in het geding zijn verschenen, wordt in deze zaak één vonnis gewezen, dat ook tegen gedaagde [gedaagde 1] , die niet is verschenen en tegen wie nu vonnis wordt gewezen, als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd. [1]
Inhoudelijk
4.2.
Afgezien van de vraag of de spullen waarvan J-L Productions teruggave vordert, haar eigendom zijn of die van [betrokkene] in persoon, heeft J-L Productions gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde 2] onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde 2] deze spullen moet teruggeven. [gedaagde 2] heeft aangevoerd dat [betrokkene] namens zichzelf dan wel namens
J-L Productions een gedeelte van de teruggevorderde spullen aan haar heeft geschonken en van het restant afstand heeft gedaan. Dit standpunt vindt steun in de door [gedaagde 2] overgelegde whatsappcorrespondentie tussen [betrokkene] en [gedaagde 1] en de e-mail van
26 december 2022 van [betrokkene] aan [gedaagde 2] , waarin [betrokkene] zonder voorbehoud benoemd welke spullen hij terug wil en welke spullen [gedaagde 2] mag houden. [gedaagde 2] heeft tijdens de zitting nader toegelicht dat [betrokkene] de spullen op 28 december 2022 heeft opgehaald en dat [betrokkene] toen aan de keukentafel bij [gedaagde 1] opnieuw heeft bevestigd dat [gedaagde 2] de andere spullen mocht houden.
4.3.
Verder heeft [gedaagde 2] toegelicht dat een deel van de teruggevorderde spullen al weg zijn of zijn verbruikt (zoals de toners van de printer), bij haar niet bekend zijn (bijv. Laboratorium Voeding, Shelly ) of dusdanig aan de woning of kantoorruimte zijn bevestigd en/of op maat zijn gemaakt dat deze duurzaam zijn verenigd met de woning of kantoorruimte.
4.4.
De kantonrechter stelt vast dat [betrokkene] niet ter zitting is verschenen om daarop te kunnen reageren, ondanks dat [gedaagde 2] haar standpunt voor een groot deel al in de schriftelijke reactie heeft ingenomen. Hoewel de gemachtigde een verklaring heeft overgelegd waaruit blijkt dat en waarom [betrokkene] niet bij de zitting aanwezig kan zijn, leidt de afwezigheid van [betrokkene] ertoe dat hij geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om zelf een verklaring af te leggen. Ook ontbrak hierdoor de mogelijkheid voor de kantonrechter om hem vragen te stellen. Daarbij betrekt de kantonrechter dat ook de gemachtigde van J-L Productions, zoals hij zelf ook meedeelde ter zitting, niet goed was ingelicht. Niet is verzocht om uitstel van de zitting. De rechter kan aan het niet-verschijnen van een partij ter terechtzitting of het niet-antwoorden op bepaalde vragen de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. [2] In dit geval verbindt de kantonrechter aan dit niet-verschijnen van [betrokkene] op de zitting de gevolgtrekking dat de verklaring van [gedaagde 2] voor juist wordt gehouden.
4.5.
J-L Productions heeft dus niet dan wel onvoldoende weersproken dat de teruggevorderde spullen aan [gedaagde 2] zijn geschonken of dat daarvan afstand is gedaan. Voor zover duidelijk is over welke spullen het gaat, heeft J-L Productions verder niet onderbouwd wie de spullen onder zich heeft ( [gedaagde 2] of [gedaagde 1] ), waar de spullen liggen (in de woning of in de kantoorruimte) en van wie afgifte wordt gevorderd. De vordering is daarmee ook in dat opzicht onvoldoende bepaalbaar.
4.6.
Over de op 26 december 2022 verstuurde e-mail en op 28 december 2022 gemaakte afspraken in de keuken bij [gedaagde 1] heeft de gemachtigde van J-L Productions ter zitting aangevoerd dat [betrokkene] toen niet compos mentis was en dat hij later op zijn verklaringen is teruggekomen. Dit heeft [gedaagde 2] weersproken. Voor zover de gemachtigde van J-L Productions hiermee heeft bedoeld te betogen dat deze afspraken daarom niet bindend zijn, geldt het volgende. De kantonrechter is van oordeel dat de stelling dat [betrokkene] niet goed wist wat hij deed doordat hij deze afspraken onder invloed van een geestelijke stoornis heeft gemaakt, onvoldoende is onderbouwd. De overgelegde verklaring geeft hierover geen informatie en ook overigens is hiervan niet gebleken. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat de e-mail van 26 december 2022 zonder voorbehoud geldt en dat op 28 december 2022 afstand is gedaan van de spullen die niet zijn meegenomen.
4.7.
De conclusie is dat de vordering van J-L Productions zal worden afgewezen.
Verstek [gedaagde 1]
4.8.
Tegen de niet-verschenen [gedaagde 1] is verstek verleend. De rechter moet een vordering in het geval van verstek toewijzen, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Dit laatste is gelet op het voorgaande het geval. Hiervoor is geoordeeld dat de door [betrokkene] in de woning en de kantoorruimte achtergelaten spullen aan [gedaagde 2] zijn geschonken dan wel dat [betrokkene] daarvan (namens J-L Productions) afstand van heeft gedaan. Bovendien heeft J-L Productions niet onderbouwd wie de spullen onder zich heeft en van wie zij afgifte vordert en is sprake van een ondeelbare en niet uitvoerbare vordering, aangezien zij van [gedaagde 1] én [gedaagde 2] vordert de
“litigieuze roerende zaken (…) integraal aan eiseres af te (doen) geven”. Dat maakt de vordering tegen [gedaagde 1] ongegrond, zodat deze zal worden afgewezen.
Proceskosten
4.9.
De proceskosten komen voor rekening van J-L Productions, omdat zij ongelijk krijgt. Dat [betrokkene] en [gedaagde 2] een affectieve relatie hebben gehad, vormt mede gelet op het rauwelijks dagvaarden van [gedaagde 2] in het onderhavige geval geen aanleiding tot compensatie van de proceskosten. Verder vindt de kantonrechter dat in deze zaak geen sprake is van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen van J-L Productions. Hoewel J-L Productions heeft nagelaten haar vordering voldoende te motiveren, betekent dat nog niet dat sprake is van evidente ongegrondheid van het instellen van de vordering en/of misbruik van procesrecht. Voor een veroordeling in de werkelijke proceskosten is daarom geen plaats. Ook is er geen aanleiding af te wijken van het geldende liquidatietarief.
4.10.
De wettelijke rente over de proceskosten is toewijsbaar vanaf de datum gelegen veertien dagen na betekening van dit vonnis.
4.11.
[gedaagde 2] maakt daarnaast aanspraak op de nakosten. Volgens vaste rechtspraak [3] levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten – die worden begroot op € 132,00 – een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De kantonrechter zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt J-L Productions tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde 2] worden vastgesteld op een bedrag van € 792,00 aan salaris van de gemachtigde van [gedaagde 2] .
Dit vonnis is gewezen door mr. D.D.M. Hazeu en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 140 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
2.Artikel 88 lid 4 Rv.
3.Zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.