Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Hierbij bevestig ik jou het volgende bereikte akkoord 21-10-2022;1. 1 x factuur 22VF04135, hedenmiddag bij u aangeboden en zal worden opgenomen in de betalingsregeling.2. 1 x factuur 22VF04134, hedenmiddag bij u aangeboden, factuurbedrag € 1.601,44 per omgaande overmaken zodat eindwerkzaamheden opgestart kunnen worden.3. Voordat eind-werkzaamheden gaan plaatsvinden, dienen wij een getekende verklaring van dhr. [gedaagde] te verkrijgen dat al onze ingediende kosten akkoord zijn en zonder verdere twist voldaan zullen gaan worden.4. (…)5. Vanaf november 2022 zal er een betalingsregeling van kracht worden, hetgeen betekend dat er voor het einde van elke kalendermaand strikt € 1.000,00 netto voldaan dient te worden.(…)6. Bij het 1e keer niet nakomen, komt de regeling te vervallen waarna het resterende bedrag in 1 x opeisbaar zal worden.Bij het voor de 2e keer niet nakomen, komt de regeling te vervallen waarna het resterende bedrag in 1 x opeisbaar zal worden.Alle kosten voortkomend uit het uwerzijds niet nakomen van voornoemde, zal dan voor rekening opdrachtgever zijn.”
“(…) Yes, I do agree on the costs below mentioned and I’m willing to pay them.(…)”
“Jouw stelling als zouden “met betrekking tot het nakomen van de betalingsregeling er geen andere afspraken zijn gemaakt”, is bezijden de waarheid!(…)[betrokkene] en ik (…) hebben zéér duidelijke - en in goed vertrouwen mondelinge afspraken gemaakt, waarbij ik mijn stinkende best zou doen om jullie vordering zo snel mogelijk voldaan te krijgen via N&EL om deze zonder kritische vragen mijnerzijds over het doorlopen traject van [eiser] te voldoen.”
- factuur 22VF05533 d.d. 19 januari 2023 ad € 215,91;
- factuur 22VF04135 d.d. 21 oktober 2022 ad € 1.052,42;
- factuur 22VF03485 d.d. 15 september 2022 ad € 247,92;
- factuur 22VF03233 d.d. 29 augustus 2022 ad € 247,38;
- factuur 22VF03223 d.d. 29 augustus 2022 ad € 252,15;
- factuur 22VF03216 d.d. 29 augustus 2022 af € 210,83;
- factuur 22VF02969 d.d. 11 augustus 2022 ad € 4.185,38.
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
vóórdatde overeenkomst wordt gesloten informatie over de totale prijs te verstrekken die de consument in staat stelt met de nodige voorzichtigheid zijn beslissing te nemen. [eiser] heeft dit nagelaten. Daarmee is de informatieplicht van artikel 6:230l aanhef onder c van het BW geschonden.
.De kantonrechter overweegt op dit punt als volgt. Tussen de werkzaamheden die [eiser] in oktober 2022 heeft uitgevoerd en de verstopping van februari 2024 zit een periode van (ongeveer) een jaar en vier maanden. Daardoor kan niet worden vastgesteld of het om dezelfde verstopping gaat. In die tussentijd kan immers een nieuwe verstopping zijn ontstaan. [gedaagde] heeft weliswaar aangevoerd dat AJ Riooltechniek een afgezaagde trekveer uit het riool heeft getrokken, maar [gedaagde] heeft niet onderbouwd dat de verstopping hierdoor is veroorzaakt noch dat de trekveer van [eiser] afkomstig is. De vordering tot vergoeding van de door AJ Riooltechniek in rekening gebrachte kosten wordt dan ook afgewezen.
De beslissing
dagvaarding € 107,84;
griffierecht € 514,00;
salaris gemachtigde € 678,00 (€ 339,00 x 2);