Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
2.Feiten
2.5.Namens Achmea is aan Bosscha Ongevallenanalyse B.V. verzocht onderzoek te doen naar de toedracht van de aanrijding. Op 4 januari 2021 heeft N.L. Bosscha (hierna: Bosscha) een rapport opgesteld.
3.Het geschil
- voor recht te verklaren dat Achmea op grond van art 6 WAM aansprakelijk is voor de materiele en immateriële schade die [eiseres] heeft geleden, lijdt en nog zal lijden als gevolg van het ongeval op 8 april 2018
- Achmea te veroordelen in de kosten van het deelgeschil, en
- Achmea te veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.De beoordeling
geruime tijd”, “
enkele tientallen seconden” dan wel “
twintig of dertig seconden” stil stond voordat de aanrijding plaatsvond. [eiseres] heeft daarnaast verklaard dat zij “
langzaam reed(je mag maar 30 km/per uur, binnen bebouwdekom)”. [1] In diezelfde verklaring verklaart [eiseres] dat zij dacht dat [naam] “
haast had want ze reed heel dicht achter mij aan (…) dit is mij opgevallen omdat ze mij bumper kleefde” en “
ik denk dat ze niet door had hoe hard ze reed en mijn vermoeden is dat ze ongeveer 50 km/per uur reed”. Tussen partijen staat niet ter discussie dat de afstand die [eiseres] in haar auto moest afleggen, vanaf het moment dat [naam] was afgeslagen tot het moment van de aanrijding (zie onder 2.3), 230 meter was. De afstand die [naam] moest afleggen was 210 meter. De route die [eiseres] reed is een rechte brede weg waarbij slechts eenmaal naar rechts diende te worden afgeslagen. De route die [naam] heeft gereden is smaller en kent meerdere bochten.
Als die stilstand aan de orde was geweest zou haar auto een rotatie hebben ondergaan (…). Nu het front van de Fiat voorbij het front van de Citroën wordt aangetroffen laat de eindpositie van de Fiat (en de schade op het rechter voorportier) stellen dat de Fiat niet stilstond op het moment van de botsing.” Gelet op deze analyse van Bosscha heeft [eiseres] niet kunnen volstaan met de stelling in de dagvaarding dat zij meer aan de achterzijde is geraakt, wat past in haar stelling dat zij voor de aanrijding stilstond. De foto’s waar [eiseres] naar verwijst worden door Bosscha immers op een andere wijze geïnterpreteerd.
niet recht/strak (wat te verwachten was als de Fiat in stilstaande positie was aangereden), maar golvend/onregelmatig. Dit laatste geeft aan dat het contactspoor gezet is door een draaiend wiel, hetgeen een bevestiging vormt voor de uitspraak dat de Fiat op het botsmoment gereden heeft.” [eiseres] heeft weliswaar tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat de schade aan haar auto ook kan worden verklaard doordat het al een 11-jarige auto was. Deze stelling is echter op geen enkele manier onderbouwd, zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat. Bosscha concludeert dat de Citroën (de auto van [naam] ) met een snelheid van circa 25 à 30 km/u tegen de rechter voorflank van de Fiat (de auto van [eiseres] ) is gebotst. De rechtbank begrijpt dat Bosscha dit heeft geschat op basis van de ontstane schade.