ECLI:NL:RBNHO:2024:3692
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een besluit inzake Ziektewet-uitkering
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiseres tegen het besluit van de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, waarbij haar bezwaar tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk is verklaard. Eiseres had zich op 16 november 2022 ziek gemeld en verzocht om een Ziektewet-uitkering. Het bezwaar tegen de afwijzing van deze uitkering werd te laat ingediend, wat de verweerder als reden voor niet-ontvankelijkheid aanvoerde. Eiseres stelde echter dat zij niet op de hoogte was van de verzending van het besluit, omdat zij had gewacht op een telefoontje van de verzekeringsarts en de brief met het besluit onder andere post was terechtgekomen.
De rechtbank heeft op 29 maart 2024 geoordeeld dat er bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De rechtbank overwoog dat eiseres er niet op bedacht hoefde te zijn dat het besluit op dezelfde dag schriftelijk zou worden verstuurd, vooral gezien de verwachtingen die door de verzekeringsarts waren gewekt. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van de verweerder en droeg deze op om het bezwaar alsnog inhoudelijk te beoordelen. Tevens werd verweerder opgedragen het griffierecht aan eiseres te vergoeden.
De rechtbank benadrukte het belang van het verstrekken van alle relevante medische informatie aan de verweerder en adviseerde eiseres om juridische bijstand te zoeken voor de verdere procedure.