Uitspraak
OPR-FINANCE B.V.
1.de besloten vennootschap RJ HOLLAND B.V.
2.
[gedaagde sub 2]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert OPR-FINANCE B.V. betaling van een bedrag van € 25.000,00 van RJ HOLLAND B.V. en een borgsteller. De vordering is gebaseerd op een kredietovereenkomst die op 7 december 2021 is gesloten, waarbij RJ HOLLAND in verzuim is geraakt. De kantonrechter heeft op 13 maart 2024 uitspraak gedaan. Tijdens de zitting op 12 februari 2024 zijn zowel RJ HOLLAND als de borgsteller niet verschenen. OPR heeft de vordering onderbouwd met bewijsstukken, maar de kantonrechter heeft de gevorderde rente van € 4.146,67 afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De kantonrechter heeft echter de hoofdsom van € 19.740,17 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.113,16 toegewezen. De borgsteller heeft aangevoerd dat OPR eerst RJ HOLLAND had moeten dagvaarden, maar de kantonrechter oordeelt dat aan de wettelijke vereisten is voldaan. De vordering tegen de borgsteller wordt eveneens toegewezen, waardoor beide gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het totaalbedrag van € 20.853,33, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.