Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
i
n reconventie
in conventie en in reconventie
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert eiseres, die stelt eigenares te zijn van een perceel aan [adres A], een verklaring voor recht dat de kadastrale grens als erfgrens geldt. Gedaagden, eigenaren van een aangrenzend perceel aan [adres B], betwisten de eigendom van eiseres en stellen dat zij door verjaring eigenaar zijn geworden van twee stukjes grond. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd van haar eigendom van [adres A]. De vorderingen van eiseres worden afgewezen, en de rechtbank geeft enkele overwegingen ten overvloede over de inhoud van de vorderingen. De procedure omvat een tussenvonnis van 14 juni 2023, een mondelinge behandeling op 15 januari 2024, en diverse stukken van beide partijen. De rechtbank concludeert dat de eigendom van eiseres niet is komen vast te staan, en wijst ook de vorderingen in reconventie van gedaagden af. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.