Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
3.De vordering, het verweer en de tegenvordering
4.De beoordeling
“die mediation verlangt”en daarvan mededeling doet aan de andere partij. Dat is hier niet het geval. Daarbij komt dat een eventuele schending van deze geschillenregeling niet leidt tot onbevoegdheid van de kantonrechter. [1] Mogelijk zou de procedure wel kunnen worden aangehouden om partijen de gelegenheid te geven alsnog mediation te beproeven, maar geen van beide partijen heeft een verzoek daartoe gedaan.
“bijvoorbeeld een nieuwe praktijk start of iets dergelijks”.Deze bewoordingen zijn zodanig vaag, onduidelijk en algemeen dat daaruit geen beperking of wijziging van het concurrentiebeding kan worden afgeleid, en [gedaagde] heeft daarop ook niet mogen vertrouwen.
goodwillvan de praktijk te beschermen, waarvoor zij € 30.000,00 heeft betaald. Daarnaast heeft [gedaagde] niet gesteld dat betaling van een boete een financiële last is die hij niet kan dragen en heeft het concurrentie- en boetebeding [gedaagde] ook niet belemmerd om als tandarts te werken in [plaats 3] , zoals hij thans doet.
5.De beslissing
dagvaarding € 107,32
griffierecht € 693,00
salaris gemachtigde € 812,00 ;