ECLI:NL:RBNHO:2024:2168

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 februari 2024
Publicatiedatum
1 maart 2024
Zaaknummer
C/15/337724 / FA RK 23-1177
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.W.M. de Wolf MSM
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging erkenning van vaderschap en behoud geslachtsnaam op verzoek van het kind

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de erkenning van het vaderschap door de man van verzoekster. Verzoekster, die op 2 februari 2023 een verzoekschrift indiende, stelt dat de man niet haar biologische vader is. De erkenning vond plaats toen de moeder al zwanger was van verzoekster, en zowel de man als de moeder steunen het verzoek van verzoekster. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet de biologische vader is en heeft het verzoek tot vernietiging van de erkenning toegewezen. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verzoekster haar geslachtsnaam behoudt, omdat een wijziging van de geslachtsnaam een onaanvaardbare inbreuk zou zijn op haar identiteit en haar familie- en gezinsleven. De rechtbank oordeelt dat de strikte toepassing van het naamrecht in dit geval niet in overeenstemming is met het recht van verzoekster op bescherming van haar identiteit, zoals gewaarborgd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De beslissing houdt in dat de erkenning door de man wordt vernietigd en dat verzoekster haar geslachtsnaam behoudt, met de instructie aan de griffier om een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar verzoekster woont, na een termijn van drie maanden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
vernietiging erkenning
zaak-/rekestnr.: C/15/337724 / FA RK 23-1177
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 21 februari 2024
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [plaats] ,
hierna mede te noemen: verzoekster,
advocaat: mr. L.E. Huard, kantoorhoudende te Amsterdam,
--tegen--
[de man]
wonende te [plaats] ,
hierna mede te noemen: de man.
Belanghebbende in deze procedure is:
[de moeder],
wonende te [plaats] ,
hierna mede te noemen: de moeder.

1.Procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, met bijlagen, van het kind, ingekomen op 2 februari 2023;
  • het aanvullend/nieuwe verzoekschrift, met bijlagen, van het kind ingekomen 20 juli 2023;
  • de brief, met bijlagen, van de advocaat van het kind van 8 november 2023;
  • de brief, met bijlagen, van de advocaat van het kind van 3 januari 2024.
1.2.
De behandeling van de zaak op de zitting heeft niet plaatsgevonden, omdat partijen de rechtbank hebben bericht daarvan af te zien.

2.Feiten en omstandigheden

2.1.
Uit de moeder is op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] geboren:
- [verzoekster] .
2.2.
De man heeft verzoekster als ongeboren vrucht met toestemming van de moeder erkend op [datum] .

3.Verzoek

3.1.
Verzoekster verzoekt op grond van artikel 1:205 lid 4 Burgerlijk Wetboek haar op [datum] door de man gedane erkenning, te vernietigen.
Verzoekster stelt dat de man haar heeft erkend, maar dat hij niet haar biologische vader is. De moeder was al zwanger van verzoekster toen zij de man leerde kennen en een affectieve relatie met hem kreeg. Die affectieve relatie lag ten grondslag aan de beslissing van de man om verzoekster te erkennen. Nadat de affectieve relatie tussen de moeder en de man werd verbroken hebben verzoekster en de man contact onderhouden. Verzoekster heeft echter geen
family lifemet de man. Zowel de man als de moeder staan achter het verzoek van verzoekster.
3.2.
Verzoekster heeft verzocht te bepalen dat zij de geslachtsnaam [geslachtsnaam] behoudt.
Zowel de man als de moeder hebben hiertegen geen bezwaar. Verzoekster heeft al haar hele leven de geslachtsnaam [geslachtsnaam] en deze maakt deel uit van haar identiteit. Verzoekster volgt een militaire opleiding en werkt als militair. Zij staat bij de instructeurs en haar opleidingsgenoten bekend als [geslachtsnaam] . Deze naam staat ook op al haar militaire uitrusting en naamlintjes en is aldus onlosmakelijk onderdeel van de militaire loopbaan van verzoekster. Daarnaast zou een geslachtsnaamwijziging veel praktische en administratieve rompslomp meebrengen, terwijl verzoekster geen enkele band heeft met de geslachtsnaam van de moeder, te weten [geslachtsnaam] . De moeder heeft deze naam gekregen toen zij werd geadopteerd. Zij is aan het onderzoeken wat haar oorspronkelijke geslachtsnaam is en zal, zodra zij haar oorspronkelijke geslachtsnaam heeft achterhaald, haar geslachtsnaam zeer waarschijnlijk wijzigen.

4.Standpunt van de man en de moeder

Uit een door
de manondertekende instemmingsverklaring van 26 juni 2023 en de aanvullende verklaring van 13 december 2023 blijkt dat hij kennis heeft genomen van het door het verzoekster ingediende verzoekschrift. De man verzet zich niet tegen het verzochte. De man heeft verklaard dat de moeder al zwanger was van verzoekster toen hij haar leerde kennen en een affectieve relatie met haar aanging.
Uit een door
de moederondertekende instemmingsverklaring van 26 juni 2023 en de aanvullende verklaring van 13 december 2023 blijkt dat zij kennis heeft genomen van het door het verzoekster ingediende verzoekschrift. De moeder verzet zich niet tegen het verzochte. Zij heeft verklaard dat zij al zwanger was van verzoekster toen zij de man leerde kennen en een affectieve relatie met hem aanging.

5.Beoordeling

vernietiging erkenning
5.1.
Op grond van artikel 1:205 lid 1 sub a Burgerlijk Wetboek (BW) kan een verzoek tot vernietiging van de erkenning door het kind kan worden ingediend op de grond dat de erkenner niet zijn biologische vader is, tenzij de erkenning tijdens zijn meerderjarigheid heeft plaatsgevonden.
Het verzoek van het kind is binnen de termijn van artikel 1:205 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek ingediend.
5.2.
Uit de overgelegde stukken waaronder de verklaringen van de man en de moeder volgt dat de man niet de biologische vader van verzoekster kan zijn. De moeder was immers al zwanger van verzoekster toen zij de man leerde kennen.
5.3.
De rechtbank is van oordeel dat de wens van verzoekster dat het juridisch vaderschap in overeenstemming wordt gebracht met het biologisch vaderschap mogelijk dient te worden gemaakt. Nu vaststaat dat [de man] niet de biologische vader van het kind is, zal het verzoek worden toegewezen.
geslachtsnaam
5.4.
Op grond van artikel 1:202 lid BW werkt de ontkenning van het vaderschap terug tot de geboorte. Gelet op het bepaalde in artikel 1:5 BW is de geslachtsnaam van verzoekster vervolgens met terugwerkende kracht gewijzigd in de geslachtsnaam van de moeder, te weten [geslachtsnaam] .
5.5.
De rechtbank stelt, in navolging van het Gerechtshof Amsterdam (beschikking van 19 november 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4362), voorop dat het naamrecht onder de bescherming van artikel 8 EVRM valt. Ingevolge dit artikel heeft verzoekster recht op eerbiediging van haar privéleven en familie- en gezinsleven en heeft zij er recht op dat de Staat daarin een positieve houding aanneemt voor zover dat niet in strijd komt met de openbare orde.
Naar het oordeel van de rechtbank leidt de wijziging van de geslachtsnaam van verzoekster in deze specifieke situatie tot een onaanvaardbare inbreuk op haar identiteit en haar familie- en gezinsleven. Als gevolg van het bepaalde in de artikelen 1:202 lid 1 BW en 1:5 BW zou verzoekster bij toewijzing van het verzoek, zonder dat zij daarop enige rechtstreekse invloed heeft, na achttien jaren een andere geslachtsnaam krijgen dan zij daarvoor had, waaraan zij jarenlang haar identiteit heeft ontleend en die verbonden is aan haar militaire loopbaan. Bovendien zou verzoekster dan de geslachtsnaam van de moeder krijgen, terwijl de moeder voornemens is om haar geslachtsnaam te wijzigen naar de oorspronkelijke geslachtsnaam, die zij voor haar adoptie had.
Onder deze omstandigheden is strikte toepassing van artikel 1:5 BW zozeer in strijd met het recht van verzoekster op bescherming van haar identiteit en de eerbiediging van haar privéleven, dat deze in dit geval achterwege moet blijven. Hierbij neemt de rechtbank tevens in aanmerking dat niet gesteld of gebleken is dat de openbare orde in het geding komt door aan artikel 1:5 BW het gebruikelijke rechtsgevolg te onthouden.
5.6.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank bepalen dat het rechtsgevolg dat artikel 1:5 BW aan de toewijzing van het verzoek tot ontkenning van het vaderschap verbindt in dit geval aan die beslissing wordt onthouden, zodat verzoekster de geslachtsnaam [geslachtsnaam] behoudt.

6.Beslissing

De rechtbank:
6.1.
vernietigt de erkenning door [de man] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Suriname, gedaan op [datum] van:
- [verzoekster] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ;
6.2.
bepaalt dat verzoekster haar geslachtsnaam [geslachtsnaam] zal behouden;
6.3.
draagt de griffier - op grond van artikel 1:20e lid 1 BW - op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking -en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld- een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] .
Deze beschikking is gegeven door mr. P.W.M. de Wolf MSM, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E.J. van Schie, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2024.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.