Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De vordering
3.De beoordeling
Huurprijswijziging
- a)
- b)
- c)
- d)
- e)
- f)
11.1 Huurder en verhuurder komen overeen dat indien Huurder tekortschiet in de nakoming van zijn verplichting(en) uit hoofde van de nagenoemde bepaling(en), hij aan Verhuurder een direct opeisbare boete verbeurt zoals hieronder vermeld:
een boete van EUR 25,00 voor iedere kalenderdag dat de overtreding voortduurt bij overtreding van artikel (…) 14.4 (overlast), (…) van de Algemene Bepalingen met een maximum van EUR 10.000,00 onverminderd zijn gehoudenheid om alsnog aan deze verplichting te voldoen en onverminderd het recht van Verhuurder op (aanvullende) schadevergoeding;”
Huurder zal bij het gebruik van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt geen hinder of overlast veroorzaken. Huurder zal ervoor zorgdragen dat vanwege hem aanwezige derden of dieren dit evenmin doen.”
Voor elk geval dat Huurder in verzuim is met de tijdige en volledige betaling van een geldsom, is hij van rechtswege 1% rente per maand verschuldigd over de verschuldigde hoofdsom vanaf de vervaldatum tot aan de dag van algehele voldoening van de hoofdsom. Hierbij wordt een gedeelte van een maand als volle mand aangemerkt.”
25.2. In alle gevallen waarin (ver)huurder een sommatie, een ingebrekestelling of een exploot aan (ver)huurder doet uitbrengen, of in geval van procedures tegen (ver)huurder om deze tot nakoming van de huurovereenkomst of huurder tot ontruiming te dwingen, is (ver)huurder verplicht alle daarvoor gemaakte kosten, zowel in als buiten rechte – met uitzondering van de ingevolge een definitieve rechterlijke beslissing door (ver)huurder te betalen proceskosten – aan (ver)huurder te voldoen, voor zover op de vergoeding van die kosten de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten en het Besluit incassokosten niet van toepassing is.”
4.De beslissing
4 april 2024om de eisende partij de gelegenheid te geven zich bij akte uit te laten zoals in r.o. 3.18 en 3.19. is overwogen;