In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer om haar uitkering op grond van de Participatiewet (PW) in te trekken. Verzoekster ontving sinds 20 april 2015 een bijstandsuitkering, maar deze werd opgeschort per 27 november 2023 omdat zij geen bewijsstukken had ingeleverd die nodig waren om haar recht op bijstand vast te stellen. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing en verzoekt om een voorlopige voorziening, zodat haar uitkering of een voorschot op de uitkering alsnog wordt toegekend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 6 februari 2024 behandeld. Tijdens de zitting heeft verzoekster verklaard dat zij in acute financiële nood verkeert, omdat zij geen inkomen heeft en een huurachterstand heeft opgelopen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, maar dat de gevraagde gegevens door verzoekster niet binnen de gestelde termijn zijn ingeleverd. Dit betekent dat verzoekster een verwijt kan worden gemaakt voor het niet aanleveren van de gevraagde bewijsstukken.
De voorzieningenrechter concludeert dat het college bevoegd was om de bijstandsuitkering in te trekken, omdat verzoekster niet heeft voldaan aan de informatieverplichting. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, en er bestaat geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.R. ten Berge en is openbaar uitgesproken op 13 februari 2024.