ECLI:NL:RBNHO:2024:2002
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake uitschrijving uit de Basisregistratie Personen
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen het besluit van 6 november 2023 om verzoeker op grond van de Wet Basisregistratie Personen (wet BRP) uit te schrijven. Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen. Met het bestreden besluit van 5 februari 2024 op het bezwaar van verzoeker is verweerder bij dit besluit gebleven. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, zodat het verzoek om een voorlopige voorziening geldt als een verzoek gedaan hangende het beroep bij de rechtbank.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 6 februari 2024 op zitting behandeld. Verzoeker was niet aanwezig, maar de gemachtigde van verweerder en N. Smid-Kuhlman waren wel aanwezig. Verzoeker stond ingeschreven op het briefadres in [plaats]. Verweerder heeft aan verzoeker op 30 september 2022 een vragenlijst gestuurd, waarop verzoeker niet heeft gereageerd. Dit leidde tot een adresonderzoek en uiteindelijk tot het besluit om verzoeker uit te schrijven.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen spoedeisend belang meer is, aangezien verzoeker inmiddels weer is ingeschreven in de BRP op een briefadres bij zijn broer. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 20 februari 2024 en is openbaar uitgesproken.