Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procesverloop
2.Inleiding
3.Het standpunt van verzoeker
De rechter heeft ten onrechte het namens verzoeker op de zitting van 29 januari 2024 gedane verzoek om aanhouding van de strafzaak voor het voeren van een nader (adres)onderzoek, gepasseerd. De motivering van de beslissing van de rechter in het proces-verbaal van deze zitting is gebrekkig. Het uit artikel 6 EVRM voor verzoeker voortvloeiende recht op een eerlijk proces wordt hierdoor geschonden.
4.Het standpunt van de rechter
5.De beoordeling
6.Beslissing
mr. N. Boots, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2024.