Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
€ 375,29, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vervaldatum van de facturen tot de dag der algehele voldoening. Subsidiair vordert de eisende partij met betrekking tot de resterende toestelprijs van € 56,25, veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van de vervallen en toekomstige maandelijkse termijnen van ieder € 29,00, althans de betaling van de resterende toestelprijs in maandelijkse termijnen van € 29,00 ingaande op de dag van het vonnis tot de dag waarop het bedrag van € 56,25 is voldaan. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten. Tot slot vordert de eisende partij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
€ 154,72 is dan ook toewijsbaar, omdat deze vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
€ 145,97aan niet betaalde termijnen die zien op de toestelkredietovereenkomst is dan ook toewijsbaar.
€ 56,25toewijsbaar is.
“(…) T-mobile is gerechtigd om vanaf het verstrijken van de betalingstermijn 1% rente per maand in rekening te brengen (…)”.
€ 356,94(€ 154,72, + € 145,97 + € 56,25) en wordt de eisende partij in de gelegenheid gesteld zich uit te laten zoals hiervoor onder 2.14. is overwogen.
3.De beslissing
21 maart 2024de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten door de inlichtingen te verstrekken zoals hiervoor onder 2.14 is overwogen;