In deze zaak vordert de ondernemingsraad (OR) van BurgGolf Holding in kort geding erkenning als rechtsgeldige ondernemingsraad door de ondernemer. De kantonrechter oordeelt dat de ondernemer de huidige ondernemingsraad als rechtsgeldig moet behandelen totdat er na verkiezingen een nieuwe ondernemingsraad is samengesteld. De vordering om de ondernemer te gelasten besluitvorming over een mogelijke overdracht van de onderneming aan te houden, wordt afgewezen, omdat er geen bewijs is van een voorgenomen besluit daartoe. De zaak is behandeld op 24 januari 2024, na een dagvaarding op 12 januari 2024. De kantonrechter concludeert dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de OR rechtsgeldig is ingesteld, ondanks dat er geen formele verkiezingen hebben plaatsgevonden. De kantonrechter legt de verplichting op aan BurgGolf Holding om de OR te erkennen en te behandelen als rechtsgeldige ondernemingsraad, totdat er nieuwe verkiezingen zijn gehouden. De vordering om besluitvorming op te schorten wordt afgewezen, omdat er geen concreet voorgenomen besluit tot overdracht is aangetoond. De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen op 7 februari 2024.