ECLI:NL:RBNHO:2024:1673

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
10613791
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van abonnements- en reiskosten door NS aan gedaagde met betrekking tot NS-Flex overeenkomst

In deze civiele zaak vordert NS Reizigers B.V. van de gedaagde een bedrag van € 1.534,10 aan abonnements- en reiskosten in verband met het reizen met de NS-Flex. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een NS-Flex-overeenkomst is aangegaan en dat er geen bewijs is dat misbruik is gemaakt van de aan gedaagde verstrekte OV-kaart. De gedaagde is daarom verplicht de gevorderde reiskosten te betalen. De incassokosten zijn afgewezen omdat het incassobeding in de algemene voorwaarden door de kantonrechter is vernietigd.

De procedure begon met een dagvaarding waarin NS zijn vordering uiteenzette, gevolgd door de conclusie van antwoord van de gedaagde, die de vordering betwistte. De kantonrechter heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. De gedaagde voerde aan dat hij geen NS-Flex-overeenkomst had gesloten en dat hij zijn OV-kaart verloren was, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende bewijs had geleverd om zijn verweer te onderbouwen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde de kosten van de met de OV-kaart gemaakte reizen aan NS verschuldigd is. De vordering tot betaling van de abonnements- en reiskosten is toegewezen, met uitzondering van de gevorderde incassokosten, die zijn afgewezen op basis van eerdere jurisprudentie. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 870,84. Het vonnis is uitgesproken op 24 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 10613791 \ CV EXPL 23-4502
Vonnis van 24 januari 2024(bij vervroeging)
in de zaak van
NS REIZIGERS B.V.,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: NS,
gemachtigde: Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [plaats 1],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. J.I. Vervest.
De zaak in het kort
NS vordert van [gedaagde] een bedrag aan abonnements- en reiskosten voor het reizen met ‘NS-Flex’. De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] een NS-Flex-overeenkomst is aangegaan. Dat misbruik is gemaakt van de aan [gedaagde] verstrekte OV-kaart is niet aannemelijk. [gedaagde] moet de gevorderde reiskosten daarom betalen. De incassokosten worden afgewezen omdat de kantonrechter het incassobeding in de algemene voorwaarden vernietigt.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 10
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek met producties 11 tot en met 15
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
NS biedt consumenten abonnementen aan waarbij ‘op rekening’ met het openbaar vervoer kan worden gereisd onder de naam ‘NS Flex’. NS Flex bestaat uit een basisproduct (Basisproduct van NS Flex) waarmee de klant reist op vol tarief. Daarvoor is geen abonnement nodig. Daarnaast biedt NS meerdere typen aanvullende Flex-abonnementen aan, waarmee onder meer in bepaalde tijdvakken met korting kan worden gereisd. Daaraan zijn wel abonnementskosten verbonden.
2.2.
Een NS Flex-overeenkomst (zowel het Basisproduct van NS Flex als een aanvullend Flex-abonnement) komt online, via de website van NS, tot stand. Eventuele abonnementskosten worden vooraf en gemaakte reiskosten worden achteraf door de klant betaald per automatische incasso.
2.3.
Bij de gedingstukken bevindt zich een machtiging voor het automatisch incasseren door NS van abonnements- en reiskosten op naam van [gedaagde] vanaf zijn bankrekeningnummer. Verder staat daarin
onder het kopje ‘Contract’: [nummer 1]
onder het kopje ‘ID van techn. resource: [nummer 2]
onder het kopje ‘Status’: Opgezegd
onder het kopje ‘Begindatum’: 18.02.2021 en
onder het kopje ‘Einddatum’: 10.08.2021.

3.De vordering en het verweer

3.1.
NS vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.534,10 aan hoofdsom en € 230,12 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente over de hoofdsom vanaf de datum van dagvaarding, en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
De hoofdsom ziet op abonnementsgelden en reiskosten in het kader van het Basisproduct van NS Flex en het NS Dal Voordeel-abonnement. Daarnaast ziet de vordering op de bij [gedaagde] in rekening gebrachte correctietarieven en IC Direct Toeslag.
NS heeft [gedaagde] meerdere facturen gestuurd (gedateerd 20 mei 2021, 4 juni 2021, 19 juni 2021 19 juli 2021 en 31 juli 2021) die [gedaagde], ondanks diverse aanmaningen, onbetaald heeft gelaten. De hoofdsom bestaat voor € 2,58 uit abonnementskosten en voor € 1.619,63 uit reiskosten (inclusief correctietarieven en IC Direct Toeslag).
3.2.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van NS, met veroordeling van NS in de kosten van deze procedure.
[gedaagde] betwist in de eerste plaats dat hij een NS Flex overeenkomst heeft gesloten.
Subsidiair voert [gedaagde] aan dat hij zich herinnert dat hij begin 2021 een persoonlijke OV-kaart heeft aangevraagd met bijbehorende automatische incasso. Hij is die kaart al heel snel kwijtgeraakt, waarna hij contact gezocht heeft met NS om de kaart te blokkeren en een nieuwe kaart aan te vragen. [gedaagde] weet heel zeker dat hij in de periode tussen 15 april 2021 en 20 juli 2021 niet met de kaart heeft gereisd. Op het in de facturen genoemde adres [adres] in [plaats 1] heeft [gedaagde] nooit gewoond. Als met de oorspronkelijk aan [gedaagde] verstrekte en door hem verloren kaart is gereisd dan moet de ‘vinder’ dat hebben gedaan. Mogelijk heet die ook S. [gedaagde] en is hij erin geslaagd de kaart te registreren op het in de facturen genoemde adres.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gezien de hiervoor onder 2.3 genoemde incassomachtiging die [gedaagde] aan NS heeft afgegeven, staat vast dat [gedaagde] met NS met ingang van 18 februari 2021 een overeenkomst is aangegaan, op grond waarvan op rekening gereisd kan worden met de OV-kaart met het in de machtiging genoemde nummer. Dit sluit ook aan bij de subsidiaire stelling van [gedaagde] dat hij zich herinnert dat hij begin 2021 een persoonlijke OV-kaart heeft aangevraagd. Ook het feit dat de door NS aan [gedaagde] in dit kader gestuurde factuur van 19 april 2021 van € 48,74 aan reiskosten is voldaan door incasso van dit bedrag van de bankrekening van [gedaagde] en [gedaagde] daartegen niet heeft geprotesteerd, sluit hierbij aan. Op deze factuur en de latere (onbetaald gelaten) facturen staat telkens het kaartnummer dat ook in de incassomachtiging staat.
4.2.
[gedaagde] heeft zijn verweer dat hijzelf niet met de OV-kaart heeft gereisd in de periode waarop de facturen zien, niet onderbouwd met concrete feiten en omstandigheden en ook geen ondersteunende bewijsstukken overgelegd. Zo is niet duidelijk wanneer en op welke manier [gedaagde] contact heeft gehad met NS over het gestelde verlies van zijn OV-kaart en is er geen bevestiging van NS dat de kaart zou worden geblokkeerd. De enkele stelling van [gedaagde] dat hij in de betreffende periode bij een bedrijf in [plaats 2] werkte op de tijden waarop met de kaart is gereisd, is te algemeen en niet aan de hand van stukken of anderszins te controleren. Verder blijkt uit het door NS overgelegde uittreksel uit de Basisregistratie personen van 12 april 2021 dat [gedaagde] tot 18 augustus 2021 stond ingeschreven op het adres [adres] in [plaats 1], waarnaar NS de facturen heeft gestuurd. De veronderstelling van [gedaagde] dat een derde die op dat adres woont misbruik zou hebben gemaakt van de OV-kaart van [gedaagde] kan dus niet kloppen. [gedaagde] is dan ook de kosten van de met deze kaart gemaakte reizen aan NS verschuldigd.
4.3.
De kantonrechter oordeelt verder dat uit de incassomachtiging niet kan worden afgeleid dat [gedaagde] naast het Basisproduct NS Flex tot 3 juni 2021 ook een NS Flex Dal Voordeel-abonnement heeft afgesloten. De gevorderde abonnementskosten wijst de kantonrechter daarom af.
4.4.
Er is sprake van een reisovereenkomst in de zin van artikel 8:100 BW. Op grond van artikel 6:230h lid 5 BW gelden daarbij (uitsluitend) de artikelen 230i lid 1, 230j, 230k en 230v lid 2 en 3 BW. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat de in die voorschriften genoemde informatieplichten worden nageleefd. NS heeft voldoende onderbouwd dat zij aan deze informatieplichten heeft voldaan.
De gevorderde reiskosten zijn toewijsbaar.
4.5.
Ook de gevorderde correctietarieven en toeslagen voor de IC Direct zijn op grond van de artikelen 9 en 14 van de toepasselijke Productvoorwaarden NS Flex (geldig vanaf juli 2020) toewijsbaar.
4.6.
NS vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten zal worden afgewezen. Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
4.6.1.
De kantonrechter is, gelet op het Dexia-arrest [1] , gehouden om onderzoek te doen naar (mogelijk) oneerlijke bedingen in de toepasselijke algemene voorwaarden. Als de kantonrechter oordeelt dat een contractuele afspraak niet eerlijk is, moet het beding worden vernietigd en moet de vordering op dat onderdeel worden afgewezen (ook als de eisende partij in de procedure een beroep doet op wettelijke bepalingen in plaats van op die contractuele afspraak).
4.6.2.
Uit de overlegde stukken blijkt dat op de overeenkomsten de volgende algemene voorwaarden van de eisende partij van toepassing zijn verklaard:
- Algemene Voorwaarden voor het vervoer van Reizigers en Handbagage van de Nederlandse Spoorwegen (AVR-NS) geldig vanaf 1 september 2020 (hierna: de Algemene Voorwaarden)
- Productvoorwaarden NS Flex geldig vanaf juli 2020 (hierna: de Productvoorwaarden)
- Algemene Voorwaarden stads- en streekvervoer 2015.
4.6.3.
In de Productvoorwaarden staat een beding over incassokosten (artikel 12.6). De kantonrechter heeft in een eerder vonnis in een andere zaak (tussenvonnis: ECLI:NL:RBNHO:2023:12876 en eindvonnis: ECLI:NL:RBNHO:2023:11959, beide te vinden op rechtspraak.nl) overwogen dat dit een oneerlijk beding betreft. Daarom is dat beding vernietigd. De kantonrechter ziet, gelet op het gestelde in de dagvaarding en uitgaande van de huidige stand van de jurisprudentie, in deze zaak geen aanleiding om daar anders over te denken. De kantonrechter wijst de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten daarom af.
4.6.4.
Uit het dossier blijkt dat op de overeenkomst ook de Algemene voorwaarden stads- en streekvervoer 2015 van toepassing zijn verklaard. Deze zijn in de onderhavige procedure weliswaar niet overgelegd, maar het is de kantonrechter ambtshalve bekend dat daarin geen bepalingen staan die betrekking hebben op de vordering.
4.7.
Uit het voorgaande volgt dat aan hoofdsom € 1.619,63 wordt toegewezen. Ook de gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen.
4.8.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van NS als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,84
- griffierecht
365,00
- salaris gemachtigde
398,00
(2,00 punten × € 199,00)
Totaal
870,84

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan NS te betalen een bedrag van € 1.619,63, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 27 juni 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van NS tot dit vonnis vastgesteld op € 870,84,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Jochem en in het openbaar uitgesproken op
24 januari 2024.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.HvJ 27 januari 2021, C‑229/19 en C‑289/19, ECLI:NL:EU:C:68 (Dexia)