ECLI:NL:RBNHO:2024:13935

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 juli 2024
Publicatiedatum
27 januari 2025
Zaaknummer
C/15/353007 / HA ZA 24-306
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake verzet tegen verstekvonnis en incident over algemene voorwaarden in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 juli 2024 een tussenuitspraak gedaan in een incident dat door Duijnrand Holding B.V. was ingesteld tegen Eturn B.V. Duijnrand had verzet ingesteld tegen een eerder verstekvonnis waarin zij was veroordeeld tot betaling aan Eturn. In het incident vorderde Duijnrand dat de rechtbank zich onbevoegd verklaarde en de zaak zou verwijzen naar de rechtbank Den Haag, stellende dat Eturn haar algemene voorwaarden niet tijdig ter hand had gesteld en dat een forumkeuzebeding in die voorwaarden onredelijk bezwarend was. Eturn voerde verweer en stelde dat zij voldeed aan de informatieplicht en dat de overeenkomst met Duijnrand betrekking had op haar eigen bedrijfsactiviteiten. De rechtbank oordeelde dat Duijnrand geen beroep kon doen op de reflexwerking van de zwarte lijst, omdat de overeenkomst wel degelijk verband hield met haar bedrijfsactiviteiten. De rechtbank wees de vorderingen van Duijnrand af en veroordeelde haar in de proceskosten van het incident. De zaak werd vervolgens verwezen naar de rol voor het nemen van een conclusie van antwoord in reconventie door Eturn.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/353007 / HA ZA 24-306
Vonnis in incident van 31 juli 2024
in de zaak van
DUIJNRAND HOLDING B.V.,
te Wassenaar,
gedaagde partij in de hoofdzaak,
eisende partij in het verzet,
eisende partij in het incident,
hierna te noemen: Duijnrand,
advocaat: mr. R.M. Köhne te Voorburg,
tegen
ETURN B.V. (voorheen SOLAR TURN B.V. handelend onder de naam ETURN),
te Haarlem,
eisende partij in de hoofdzaak,
gedaagde partij in het verzet,
verwerende partij in het incident,
hierna te noemen: Eturn,
advocaat: mr. M.J.G. Stork te Alkmaar.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 maart 2024, met producties 1-19;
- de stelbrief van mr. Köhne van 12 april 2024;
- het verstekvonnis van 24 april 2024 met zaak- en rolnummer C/350590 / HA ZA 24-163 (hierna: het verstekvonnis);
- de e-mail van 26 april 2024 van de rechtbank aan mr. Köhne, waarin de rechtbank meedeelt dat zij de stelbrief van mr. Köhne van 12 april 2024 heeft gemist en uitlegt dat Duijnrand in verzet kan komen tegen het verstekvonnis;
- de verzetdagvaarding van 21 mei 2024 tevens houdende eis in incident;
- de akte overlegging producties van Duijnrand, met producties 1-40;
- de conclusie van antwoord in incident houdende exceptie van onbevoegdheid, met producties 20-22.
1.2.
Ten slotte is vonnis in incident bepaald.

2.Het geschil in de hoofdzaak

2.1.
Bij het verstekvonnis heeft de rechtbank - kortgezegd - Duijnrand veroordeeld om aan Eturn te betalen een bedrag van € 277.747,72, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en kosten.
2.2.
Duijnrand heeft hiertegen verzet ingesteld. Duijnrand vordert in conventie - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Duijnrand zal ontheffen van de veroordeling(en) in het verstekvonnis;
II. Eturn alsnog niet-ontvankelijk zal verklaren in haar vorderingen;
III. alles met zodanige verdere beslissing als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren;
IV. met veroordeling van Eturn in de proceskosten.
2.3.
In reconventie vordert Duijnrand - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I.
primairde overeenkomst ontbindt en Eturn veroordeelt tot terugbetaling aan Duijnrand van een bedrag van € 468.771,84 alsmede tot vergoeding van de schade die Duijnrand door de tekortkoming(en) van Eturn en de ontbinding van de overeenkomst heeft geleden c.q. nog zal lijden, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
II.
subsidiairEturn veroordeelt de overeengekomen Jinko Solar panelen te leveren, te plaatsen en volledig operationeel op te leveren, het subsidiecontract rechtsgeldig op naam van Duijnrand over te schrijven c.q. de rechten en verplichtingen uit het subsidiecontract rechtsgeldig aan Duijnrand over te dragen, de Scope12 keuring te doen uitvoeren en het Scope12 rapport aan Duijnrand te verstrekken;
III.
meer subsidiairEturn veroordeelt de geplaatste PV-installatie volledig operationeel op te leveren, het subsidiecontract rechtsgeldig op naam van Duijnrand over te schrijven c.q. de rechten en verplichtingen uit het subsidiecontract rechtsgeldig aan Duijnrand over te dragen, de Scope12 keuring te doen uitvoeren en het Scope12 rapport aan Duijnrand te verstrekken;
IV.
zowel het subsidiair als het meer subsidiair gevorderdebinnen veertien dagen na betekening van het vonnis op straffe van een dwangsom voor iedere dag dat de overtreding voortduurt;
V.
zowel het subsidiair als het meer subsidiair gevorderdemet veroordeling van Eturn tot vergoeding van de schade die Duijnrand door de toerekenbare tekortkoming(en) van Eturn heeft geleden c.q. heeft te lijden, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
VI. de door Eturn gelegde beslagen opheft, althans Eturn veroordeelt de door haar gelegde beslagen op te heffen binnen vijf dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom;
VII. alles met zodanige verdere beslissing als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren;
VIII. met veroordeling van Eturn in de proceskosten.

3.De vordering in het incident

3.1.
Duijnrand vordert in het incident dat de rechtbank zich vonnis onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de rechtbank Den Haag. Duijnrand stelt allereerst dat Eturn haar algemene voorwaarden niet voor of bij de totstandkoming van de overeenkomst ter hand heeft gesteld, zodat Eturn Duijnrand geen mogelijkheid heeft geboden om van de inhoud daarvan kennis te nemen.
Daarnaast doet Duijnrand een beroep op de reflexwerking van artikel 6:236 sub n Burgerlijk Wetboek. Duijnrand stelt in dat verband dat artikel 12.1 van de algemene voorwaarden van Eturn onredelijk bezwarend is. Artikel 12.1 bevat een forumkeuzebeding op grond waarvan de rechtbank Alkmaar bevoegd is kennis te nemen van geschillen. Omdat Duijnrand een overeenkomst met Eturn heeft gesloten die niet ziet op de eigenlijke beroeps- of bedrijfsactiviteiten van Duijnrand, [1] roept Duijnrand de vernietiging van de algemene voorwaarden van Eturn in.
3.2.
Eturn voert verweer. Hiertoe voert zij onder andere het volgende aan.
Eturn stelt zich op het standpunt dat zij een dienstverlener is in de zin van de Dienstenrichtlijn, zodat er een ‘lichter’ regime geldt voor de informatieplicht. [2] Eturn kan op basis daarvan volstaan met het noemen van de website waar haar algemene voorwaarden te vinden zijn. In de tussen partijen gesloten overeenkomst heeft Eturn verwezen naar de (online) vindplaats van haar algemene voorwaarden.
3.2.1.
Daarnaast betwist Eturn dat Duijnrand een beroep kan doen op de reflexwerking. Volgens Eturn maakt het enkele feit dat een overeenkomst wordt gesloten die geen rechtstreeks verband houdt met de bedrijfs- en beroepsactiviteiten van Duijnrand, waarop volgens Eturn het ook nog het nodige op af te dingen valt, niet dat Duijnrand een beroep op de reflexwerking kan doen. Het gaat er volgens Eturn om dat er een dermate groot verschil moet zitten tussen het kennisniveau van partijen over het onderwerp dat de overeenkomst regelt, wil een beroep op de reflexwerking gerechtvaardigd zijn. In dit geval gaat het om een simpele overeenkomst aangaande de koop en het aanbrengen van een PV-installatie, hetgeen tegenwoordig bij kantoorpanden en verduurzaming daarvan tot de normale bedrijfsvoering gerekend dient te worden.
Daarnaast voert Eturn aan dat het standpunt van Duijnrand dat zij een kleine onderneming is zonder personeel suggereert dat er daarmee een kennisachterstand zou zijn. De middellijk bestuurder van Duijnrand, [bestuurder] , is met Duijnrand aandeelhouder van een groot aantal verschillende vennootschappen. Bovendien profileert [bestuurder] zich volgens Eturn kennelijk als vastgoedontwikkelaar. Wat Eturn betreft is het dan ook vreemd dat het sluiten van overeenkomsten als waarvan in deze zaak sprake is niet tot de normale bedrijfsactiviteiten zou horen. Dat sprake is van een kleine onderneming zonder personeel is daarnaast inherent aan het feit dat er gecontracteerd is door een holding. Dat maakt volgens Eturn nog niet dat een holding gelijk staat aan een consument.
3.2.2.
Eturn voert daarnaast nog aan dat Duijnrand kennelijk meent de volledige algemene voorwaarden te kunnen vernietigen, zodra het rechtskeuzebeding onredelijk bezwarend zou zijn. Duijnrand heeft volgens Eturn niet onderbouwd waarom alle algemene voorwaarden vernietigd zouden moeten worden. In het petitum wordt de vernietiging van de algemene voorwaarden ook niet gevorderd.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling in het incident

Verzet tijdig ingesteld
4.1.
De rechtbank stelt voorop dat er bij de beoordeling in het incident vanuit zal worden gegaan dat het verzet tijdig en op de juiste wijze is ingesteld, nu het tegendeel gesteld noch gebleken is. Duijnrand kan in zoverre dan ook in haar incidentele vordering worden ontvangen.
Terhandstelling algemene voorwaarden
4.2.
Ter beantwoording ligt allereerst de vraag voor of Eturn aan Duijnrand een redelijke mogelijkheid heeft geboden om kennis te nemen van de algemene voorwaarden. [3] De overeenkomst die partijen hebben gesloten, ziet op het leveren en plaatsen van zonnepanelen. Dit betekent dat de overeenkomst te kwalificeren is als een gemengde koop-/aannemingsovereenkomst. Voor een dergelijke overeenkomst - die tevens het karakter van dienstverlening heeft - geldt dat Eturn als gebruiker van algemene voorwaarden heeft voldaan aan de vereisten uit de wet, [4] indien de voorwaarden waarvan zij gebruik maakt gemakkelijk elektronisch toegankelijk zijn voor Duijnrand als afnemer op een door Eturn meegedeeld adres.
4.3.
Eturn heeft op iedere pagina van haar offerte van 10 juli 2022 vermeld: “
Op al onze offertes zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Deze zijn gedeponeerd bij de KvK te Haarlem en te vinden op onze website. www.eturn.eu”. De rechtbank is van oordeel dat Eturn aldus het adres waarop haar algemene voorwaarden te vinden zijn, voldoende duidelijk heeft meegedeeld aan Duijnrand. Daarmee heeft Eturn aan Duijnrand een redelijke mogelijkheid geboden om voor het sluiten van de overeenkomst kennis te nemen van de algemene voorwaarden.
Reflexwerking van de zwarte lijst
4.4.
Duijnrand heeft zich ook om een andere reden beroepen op de vernietiging van de algemene voorwaarden van Eturn. Artikel 12.1 van de algemene voorwaarden van Eturn bevat een forumkeuzebeding, als gevolg waarvan Eturn meent deze procedure aanhangig te kunnen maken bij rechtbank Alkmaar. Duijnrand stelt dat dit beding onredelijk bezwarend is en heeft daarbij een beroep gedaan op de reflexwerking van de ‘zwarte lijst’. [5] Voor een geslaagd beroep op de reflexwerking dient de positie van Duijnrand grote gelijkenis te vertonen met die van een consument, bijvoorbeeld doordat Duijnrand de overeenkomst weliswaar in de uitoefening van haar bedrijf heeft gesloten, maar deze overeenkomst geen betrekking heeft op haar eigenlijke bedrijfsactiviteiten. [6]
Reflexwerking niet van toepassing
4.5.
De rechtbank komt tot het oordeel dat het sluiten van een overeenkomst die ziet op het kopen en installeren van een PV-installatie betrekking heeft op de eigenlijke bedrijfsactiviteiten van Duijnrand. Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat Duijnrand zich onder andere bezighoudt met het beleggen van bedrijfsgelden (“en al hetgeen met een en ander in de ruimste zin des woords verband houdt”). De rechtbank leidt uit de dagvaarding en verzetdagvaarding af dat de aanschaf van zonnepanelen door Duijnrand bedoeld is als zakelijke investering. Duijnrand maakt daarnaast onderdeel uit van een groter concern met tal van vennootschapen en vertoont weinig gelijkenis met de consument die artikel 6:236 Burgerlijk Wetboek beoogt te beschermen.
4.6.
Op basis van het voorgaande komt aan Duijnrand geen beroep op de reflexwerking toe. De algemene voorwaarden, en dus ook het forumkeuzebeding, zijn dan ook onverkort van toepassing op de overeenkomst tussen Duijnrand en Eturn. De rechtbank is bevoegd om van dit geschil kennis te nemen.
Proceskosten
4.7.
Gelet op het voorgaande wordt de incidentele vordering afgewezen. Duijnrand is in het ongelijk gesteld en wordt daarom in de proceskosten van het incident veroordeeld. De proceskosten van Eturn worden begroot op € 614,- (1 punt, tarief II) aan salaris advocaat.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst de vorderingen van Duijnrand af,
5.2.
veroordeelt Duijnrand in de kosten van dit incident, tot op heden aan de zijde van Eturn begroot op € 614,- aan salaris advocaat,
in de hoofdzaak
5.3.
verwijst de zaak naar de rol van 11 september 2024 voor het nemen van conclusie van antwoord in reconventie door Eturn.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. Haverkate en in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2024.

Voetnoten

1.Op grond van HR 8 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1197.
2.Op grond van artikel 6:230c Burgerlijk Wetboek (BW).
3.In de zin van artikel 6:233 sub b BW.
4.Artikel 6:234 jo 6:230c jo 6:233 sub b BW.
5.Artikel 6:233 aanhef en onder a jo 6:236 BW.
6.HR 8 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1197.