Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 december 2024 in de zaken tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de Nationale ombudsman, verweerder
Inleiding
30 juni 2022 gedeeltelijk toegewezen. Met het besluit van 3 november 2022 op het bezwaar van eiser is verweerder bij het primaire besluit gebleven. Hiertegen heeft eiser beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer HAA 23/1761.
23 maart 2023 gedeeltelijk toegewezen en aan de verstrekking van bepaalde gegevens een voorwaarde verbonden. Met het besluit van 4 juli 2023 op het bezwaar van eiser heeft verweerder de bij het primaire besluit opgelegde voorwaarde aangepast. Hiertegen heeft eiser beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer HAA 23/5274.
Totstandkoming van de besluiten
- het volledige dossier inzake klacht 1 (201401477);
- het volledige dossier inzake zijn opvolgende interne klacht van 12 maart 2015;
- het volledige dossier inzake de door verweerder geweigerde klacht van 6 februari 2016 en de opvolgende reclamatie van 26 oktober 2016;
- het volledige dossier inzake klacht 3 (2020.16880); en
- het volledige dossier inzake klacht 4 van 8 februari 2020.
- pagina 44, e-mail van 27 mei 2021: de naam van [naam 2] ;
- pagina 46, e-mail van 21 juli 2021: de naam van [naam 2] ;
- pagina 56, e-mail van 17 augustus 2021: de naam van [naam 2] ;
- pagina 58, e-mail van 31 augustus 2021: de naam van [naam 2] ;
- pagina 63, e-mail van 24 januari 2023: de naam van [naam 12] ; en
- pagina 64, e-mails van 23 en 24 januari 2023: de naam van [naam 12] .
Wet- en regelgeving
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 3 november 2022;
- bepaalt in de zaak HAA 23/1761 dat verweerder geen nieuw besluit op het bezwaar hoeft te nemen;
- vernietigt het bestreden besluit van 4 juli 2023;
- draagt verweerder in de zaak HAA 23/5274 op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder in beide zaken het griffierecht van in totaal € 368,- aan eiser moet vergoeden.
mr. dr. J.C. de Wit, leden, in aanwezigheid van drs. A.F. Hermus-Zoetmulder, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 23 december 2024.