ECLI:NL:RBNHO:2024:13577

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 december 2024
Publicatiedatum
27 december 2024
Zaaknummer
C/15/359442 HA RK 24-177
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen de kantonrechter in een luchtvaartzaak

Op 5 december 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door verzoeksters in een luchtvaartzaak. Het verzoek was gericht tegen mr. S.N. Schipper, de behandelend kantonrechter in de hoofdzaak, waarin Singapore Airlines Ltd. als wederpartij optreedt. Verzoeksters voerden aan dat de handelswijze van de kantonrechter de schijn van partijdigheid wekt, omdat deze een verzoek om reactie op een door de gedaagde ingediend stuk had afgewezen zonder motivering.

De wrakingskamer oordeelde dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, het wrakingsverzoek was gericht tegen een procesbeslissing, die in beginsel geen grond voor wraking kan vormen, ook niet als deze niet is gemotiveerd. De wrakingskamer concludeerde dat het enkele feit dat de handelswijze van de kantonrechter ongemotiveerd zou zijn, niet voldoende is om vooringenomenheid aan te nemen.

Daarom heeft de wrakingskamer besloten het verzoek niet ter zitting te behandelen, omdat er geen andere beslissing mogelijk was. Het verzoek werd als kennelijk ongegrond beschouwd en werd afgewezen. De rechtbank heeft vervolgens bevolen dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

[jw.sys.1.zaaknr] / [jw.sys.1.rolnummer_rekestnr][datum_beslissing]
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: C/15/359442 HA RK 24-177
Beslissing van 5 december 2024
Op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoeksters],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeksters,
gemachtigde [gemachtigde] .
Het verzoek is gericht tegen:
mr. S.N. Schipper
hierna te noemen: de kantonrechter.

1.Procesverloop

1.1
Verzoeksters hebben op 27 november 2024 bij e-mailbericht schriftelijk de wraking verzocht van de behandelend rechter in de bij deze rechtbank, team Handel, Kanton & Insolventie, locatie Haarlem, aanhangige zaak met als zaaknummer 11166215 CV EXPL 24-4024, hierna te noemen: de hoofdzaak. Wederpartij in de hoofdzaak is de rechtspersoon naar vreemd recht Singapore Airlines Ltd.
1.2
De wrakingskamer van de rechtbank geeft deze beslissing zonder het verzoek ter zitting te behandelen.

2.De beoordeling

2.1
Een rechter kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2
De hoofdzaak betreft een zogenoemde luchtvaartzaak. Verzoeksters zijn daarin de eiseressen. Partijen hebben inmiddels van re- en dupliek gediend. Eiseressen hebben daarna verzocht op een door gedaagde bij dupliek ingediend stuk te mogen reageren en gedaagde in de gelegenheid te stellen te reageren op stukken die eiseressen stellen bij repliek te hebben overgelegd. De kantonrechter heeft dat verzoek als behandelend rolrechter afgewezen.
2.3
Verzoeksters voeren als grond voor wraking aan dat “de ongemotiveerde handelswijze van de rechter de schijn van partijdigheid wekt”.
2.4
Het wrakingsverzoek is gericht tegen een procesbeslissing – de rolbeschikking. Een procesbeslissing kan in beginsel geen grond voor wraking vormen, ook niet als deze niet is gemotiveerd (vergelijk het arrest van de Hoge Raad van 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1413). Uit het enkele feit dat de handelwijze van de kantonrechter ongemotiveerd zou zijn, kan dus geen blijk van vooringenomenheid worden afgeleid. Het wrakingsverzoek is daarmee niet – relevant – gemotiveerd.
2.5
In deze situatie ziet de wrakingskamer af van behandeling van het verzoek op een zitting, omdat er geen andere beslissing kan worden gegeven (zie artikel 5, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wrakingsprotocol rechtbank Noord-Holland).
2.6
Omdat het verzoek niet relevant is gemotiveerd, is het kennelijk ongegrond. De rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen.

3.Beslissing

De rechtbank
3.1
wijst het verzoek tot wraking van de kantonrechter af,
3.2
beveelt de griffier onverwijld aan verzoeksters, de kantonrechter en de wederpartij in de hoofdzaak een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden,
3.3
beveelt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.H.M. Bruin, voorzitter, mr. T. van Muijden en mr. M.A.J. Berkers, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van K. van der Kooi, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2024.[concipiënt_initialen]
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.