Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
- de conclusie van eis van de gemeente, met producties 1 tot en met 21,
2.De vorderingen in de hoofdzaak
en [gedaagde sub 2]te betalen een bedrag van € 7.250.000,00, te vermeerderen met wettelijke rente;
en [gedaagde sub 2]zijn verrekend met de (reconventionele) vorderingen van [gedaagde sub 1]
en [gedaagde sub 2]op de gemeente, en dat de rechtbank bepaalt welk bedrag de gemeente na verrekening nog aan [gedaagde sub 1]
en [gedaagde sub 2] dientte betalen en dat [gedaagde sub 1]
en [gedaagde sub 2]tot verrekening bevoegd
zijn;
en [gedaagde sub 2]te betalen een bedrag van € 7.250.000,00, te vermeerderen met wettelijke rente;
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
De rechter-commissaris:Uit de door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] overgelegde e-mail van 10 september 2023 maak ik op dat ook [gedaagde sub 2] stelt geldelijk belang te hebben bij een andere verdeling. De rechter-commissaris zal [gedaagde sub 2] derhalve toevoegen aan de lijst van belanghebbenden.
5.De beslissing
12 februari 2025voor een door de gemeente te nemen conclusie van antwoord in reconventie.