ECLI:NL:RBNHO:2024:13059
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van toestemming voor beveiligingswerkzaamheden van eiseres na strafbare feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de intrekking van de toestemming van eiseres om beveiligingswerkzaamheden te verrichten. De rechtbank oordeelde dat de korpschef van politie, de politiechef van eenheid Noord-Holland, de toestemming op goede gronden heeft ingetrokken. Eiseres had in een korte periode twee strafbare feiten gepleegd, wat in strijd is met de hogere gedragseisen die aan beveiligers worden gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de intrekking van de toestemming noodzakelijk en passend was, gezien de ernst van de strafbare feiten en de impact daarvan op de betrouwbaarheid van eiseres als beveiliger. De rechtbank heeft de eerdere werkervaring van eiseres in de beoordeling betrokken, maar oordeelde dat deze niet voldoende was om de intrekking te weerleggen. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, omdat de korpschef het motiveringsgebrek had hersteld. Eiseres heeft recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten.