ECLI:NL:RBNHO:2024:13005

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
11374455 BM VERZ 24-3735 + 11374456 MB VERZ 24-777
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot onderbewindstelling en mentorschap voor betrokkene met verstandelijke beperking

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 november 2024 een beschikking gegeven op een verzoek tot onderbewindstelling en mentorschap voor een betrokkene met een verstandelijke beperking. De betrokkene, die aangeeft geen hulp nodig te hebben bij zijn financiële zaken, maar wel bij het zoeken naar geschikte woonruimte, heeft een licht verstandelijke beperking en is afhankelijk van zijn grootouders en vader voor financiële ondersteuning. De kantonrechter heeft het verzoek toegewezen, ondanks de bezwaren van de betrokkene, omdat uit verschillende verslagen blijkt dat hij niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen adequaat waar te nemen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene professionele hulp nodig heeft om maatschappelijke teloorgang te voorkomen. De voorgestelde bewindvoerders en mentoren zijn benoemd, en de jaarbeloning voor hun werkzaamheden is vastgesteld op € 1.117,00 exclusief btw. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknummers: 11374455 BM VERZ 24-3735 en 11374456 MB VERZ 24-777 sc
Uitspraakdatum:

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Noord-Holland,
gevestigd te Haarlem,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene,
gemachtigde: mr. A.C. Mens.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 9 september 2024;
  • de bereidverklaringen van de voorgestelde bewindvoerders en mentoren;
  • de mails van betrokkene van 1 en 2 oktober 2024.
Op 21 oktober 2024 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

beoordeling

Het verzoek strekt tot instelling van bewind over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren en tot instelling van een mentorschap ten behoeve van betrokkene.
Als bijlagen bij het verzoek zijn een ongedateerd eindverslag van [begeleiding] gevoegd, een verslag Psychologisch Onderzoek d.d. 11 mei 2021 van [psycholoog] en een (ongedateerde) notitie van [medewerker] van [organisatie 1]. In het verzoekschrift is het navolgende aangevoerd. Betrokkene heeft door zijn licht verstandelijke beperking (laag IQ) geen zicht op zijn (on)mogelijkheden en heeft een indicatie voor begeleid wonen bij [begeleiding] in [woonplaats]. Daar is hij na een korte tijd weggegaan en is weer bij zijn grootouders gaan wonen. In een veilige omgeving, zoals bij zijn grootouders, overschat hij zichzelf. Buiten is er het gevaar dat hij wordt ingezet door “verkeerde” mensen. Vader en grootouders onderschrijven de zorgen als het om financiële zaken gaat. Betrokkene heeft een WAJONG-uitkering en altijd geld nodig van zijn grootouders en zijn vader. Betrokkene heeft de diagnose ADHD. In het aan het verzoek gehechte verslag van Accuraat staat onder meer dat betrokkene een andere kijk op de werkelijkheid heeft vanwege zijn problematiek en licht verstandelijke beperking. Hij is vaak niet eerlijk richting de begeleiding. Het contact tussen betrokkene en zijn grootouders kenmerkt zich door veel incidenten. Accuraat acht betrokkene niet zelfstandig genoeg voor een zelfstandige woning. [medewerker] van [organisatie 1] heeft in zijn bijlage bij het verzoekschrift aangegeven dat betrokkene door zijn verstandelijk beperking (IQ test 2011 = 59, IQ test 2019 = 54, IQ test 2020= 59) geen inzicht heeft op zijn mogelijkheden en onmogelijkheden. Betrokkene blowt veel in de late avond en nacht en laat dan psychotisch gedrag zien. Voorts wordt bevestigd hetgeen verzoeker in het verzoekschrift heeft opgemerkt ten aanzien van betrokkene. In het
-eveneens aangehechte- verslag Psychologisch onderzoek van 11 mei 2021 van [psycholoog] wordt aangegeven dat gezien het verstandelijk niveau van functioneren en de aandachtspunten bij de zelfredzaamheid van betrokkene het voorstelbaar is dat hij aansturing of ondersteuning nodig heeft bij (onder meer) omgaan met geld, beheren van administratie en financiën, lezen en begrijpelijk maken van informatie en het plannen en organiseren van zijn zaken.
Betrokkene is het niet eens met het verzoek. Betrokkene voert aan dat hij al hulp krijgt vanuit een hulporganisatie in Amsterdam. Betrokkene voert ook aan dat hij zijn rekeningen betaalt, twee of drie schulden heeft en dat hij het belangrijk vindt dat hij zijn financiële administratie goed (zelf) doet. Betrokkene voert verder aan dat niet klopt wat er geschreven is over de IQ-testen, over waar hij eerst woonde en over zijn huidige woonsituatie bij zijn grootouders. Betrokkene heeft geen hulp nodig bij zijn financiële zaken, wel bij het zoeken naar geschikte woonruimte, maar dat wil niet zeggen dat bewind en mentorschap nodig is, aldus betrokkene.
Ter zitting heeft [medewerker] van [organisatie 1] zijn standpunt herhaald. Door betrokkene is aangegeven dat hij gewoon rond kan komen en zijn grootouders nooit om geld vraagt.
Gelet op de stukken en de afgelegde verklaringen acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat betrokkene als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of bemoeilijkt wordt ten volle zijn vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. De kantonrechter legt dit uit.
Uit de informatie en verslagen van drie afzonderlijke instellingen ([begeleiding], [organisatie 1] en [psycholoog]) leidt de kantonrechter af dat betrokkene een verstandelijke beperking heeft, een veilige omgeving nodig heeft om goed te kunnen functioneren en hulp nodig heeft bij het zoeken naar woonruimte, het voeren van een administratie en het uitgeven van geld.
Betrokkene heeft weliswaar ontkend hulp nodig te hebben en geldproblemen te hebben, maar hij heeft dit niet nader onderbouwd, bijvoorbeeld met verklaringen van familie zoals vader en/of grootouders. Betrokkene heeft ook geen (controleerbaar) inzicht geboden in zijn financiën, bijvoorbeeld door het overleggen van zijn bankafschriften. Betrokkene heeft voorts aangegeven dat de resultaten van zijn IQ-testen niet kloppen, maar ook hier geen onderbouwing gegeven door met andere testresultaten te komen.
Ook acht de kantonrechter aannemelijk vanwege de vele conflicten tussen betrokkene en de grootouders, laatstgenoemden niet goed (meer) in staat zijn om betrokkene te begeleiden en te helpen en dat professionele hulp geboden is. Betrokkene ontbeert op dit moment zicht op een voor hem veilige woonomgeving en adequate regie bij de voor hem benodigde begeleiding. Het is in het belang van betrokkene dat er professionele hulp komt zowel bij het beheren van zijn financiën als bij het vinden van een beschikte woonplek met eventuele begeleiding. Betrokkene dient te worden behoed voor maatschappelijke teloorgang. Het mentorschap en onderbewindstelling kan op adequate wijze voorzien in de hulp die betrokkene op dit moment nodig heeft. Als de woonsituatie stabiel is en betrokkene heeft laten zien dat hij kan omgaan met geld, kan opnieuw worden bezien of voortzetting van het bewind en het mentorschap nog nodig is.
Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter het verzoek toewijzen.
De kantonrechter zal de voorgestelde bewindvoerders en mentoren benoemen, nu van overwegende bezwaren tegen deze benoeming niet is gebleken.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de bewindvoerders, tevens mentoren, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 5 juncto artikel 2 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 1.117,00 (exclusief btw).
Ter zitting is vastgesteld dat betrokkene niet in staat is om de rekening en verantwoording te begrijpen en te controleren.

beslissing

De kantonrechter:
  • stelt de goederen, die (zullen) toebehoren aan de hiervoor genoemde [betrokkene] onder bewind wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand;
  • stelt een mentorschap in ten behoeve van de hiervoor genoemde [betrokkene];
  • benoemt tot bewindvoerders en mentoren: I.A.E. van Drie-van Smeerdijk en
  • bepaalt dat deze uitspraak wordt ingeschreven in het openbaar Centraal curatele- en bewindregister;
  • stelt de jaarbeloning van de bewindvoerders, tevens mentoren, vast overeenkomstig artikel 5 juncto artikel 2 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de bewindvoerders, tevens mentoren, voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 1.117,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat). OBB04