Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Beschuldiging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
zware mishandeling;
mishandeling.
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
- meldplicht bij reclassering;
- ambulante behandeling;
- drugsverbod; en
- alcoholverbod.
7.Bijkomende straf
8.Vorderingen benadeelde partijen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
360 [driehonderdzestig] dagen.
102 [honderdtwee] dagen nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
2 [twee] jaren.
[benadeelde 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 5.560, - (zegge: vijfduizend vijfhonderdzestig euro),bestaande uit € 560, - als vergoeding voor de materiële en € 5.000, - als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 5.560, - (zegge: vijfduizend vijfhonderdzestig euro),bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 62 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[benadeelde 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.420, - (zegge: tweeduizend vierhonderdtwintig euro),bestaande uit € 420, - als vergoeding voor de materiële en € 2.000, - als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 2.420, - (zegge: tweeduizend vierhonderdtwintig euro),bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 34 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.