ECLI:NL:RBNHO:2024:12891

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
349539 HA ZA 24-112
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een tweedehands Volkswagen Transporter en de gevolgen van buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst

In deze zaak heeft [eiser] een tweedehands Volkswagen Transporter gekocht van [gedaagden] voor € 30.000,00. Na de aankoop ontdekte [eiser] ernstige gebreken aan de auto, waaronder een defect aan het achterdifferentieel en andere technische problemen, die de kosten voor herstel op ongeveer € 11.273,69 brachten. [Eiser] heeft de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden, omdat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die hij op basis van de overeenkomst mocht hebben. De rechtbank oordeelde dat de auto non-conform was, wat betekent dat deze niet voldeed aan de eigenschappen die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De rechtbank heeft geoordeeld dat [gedaagden] de koopsom aan [eiser] moest terugbetalen, evenals de expertisekosten en de kosten voor vervangend vervoer. De rechtbank heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten toegewezen aan [eiser]. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van verkopers bij de verkoop van tweedehands voertuigen en de rechten van kopers in geval van non-conformiteit.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/349539 / HA ZA 24-112
Vonnis van 18 december 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende in [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. M. van Hunnik,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

2.
[gedaagde 2],
beiden wonende in [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden] ,
advocaat: mr. I. Langeveld.
De zaak in het kort
Deze zaak gaat over een door [eiser] van [gedaagden] gekochte tweedehands Volkswagen Transporter. [eiser] kocht deze auto voor € 30.000,00 naar aanleiding van een advertentie van [gedaagden] op Marktplaats. Tijdens de proefrit was een opvallend trillend geluid te horen. Daarover is tussen partijen gesproken. Kort na aankoop heeft [eiser] de auto laten onderzoeken omdat de trilling niet – zoals gedacht –veroorzaakt werd door loszittende beplating. Uit het door [eiser] overgelegde onderzoeksrapport van Dekra blijkt dat er diverse ernstige gebreken aan de auto kleven en herstel hiervan circa € 11.273,69 inclusief btw zal bedragen. Als gevolg hiervan heeft [eiser] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst terecht door [eiser] is ontbonden omdat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt en daarmee non-conform is. [gedaagden] moet de koopsom aan [eiser] terugbetalen en schadevergoeding betalen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 16 februari 2024 met bijlagen 1 tot en met 13,
- de conclusie van antwoord met bijlagen 1 tot en met 7,
- het tussenvonnis van 5 juni 2024 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 7 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en door de advocaat van [gedaagden] spreekaantekeningen zijn overgelegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In november 2023 heeft [gedaagden] via een advertentie op Marktplaats een Volkswagen Transporter 2.0 TDI 204 pk (hierna: de auto) te koop aangeboden voor een bedrag van € 32.000,00. De auto was op dat moment zeven jaar oud met een kilometerstand van 152.374 kilometer.
2.2.
[eiser] heeft op de advertentie gereageerd. Op 9 november 2023 heeft [eiser] de auto bekeken en een proefrit gemaakt, waarbij een trillend geluid aan de achterzijde van de auto waarneembaar was. Partijen hebben over deze trilling gesproken.
2.3.
Op diezelfde dag heeft [eiser] de auto van [gedaagden] gekocht tegen een koopprijs van € 30.000,00. Partijen hebben uitvoering gegeven aan de koopovereenkomst. [eiser] heeft de koopprijs betaald en [gedaagden] heeft de auto overgedragen.
2.4.
Partijen hebben vervolgens met elkaar gecorrespondeerd. Zo schrijft [eiser] op
11 november 2023 aan [gedaagden] :
“ [naam 1] en ik maken ons ernstige zorgen over de auto en hebben het idee dat de automaat kapot is. Zie internet; trillen bij 80 km. De kosten hiervan kunnen oplopen van € 2500,00 tot € 5000,00 Wij begrijpen niet dat jou broer of zwager hier niets van weet. Volgende week gaan wij langs bij de dealer voor een inspectie. Wordt vervolgd…”
2.5.
Hierop heeft [gedaagden] diezelfde dag gereageerd:
“Hallo [eiser] ,
Wat vervelend, wij hebben de trilling al sinds het begin en dit is niet veranderd. Mijn zwager is zeer ervaren en heeft altijd aangegeven dat dit niet aan iets motorisch ligt. Mocht de automaat kapot zijn dan geeft dit echt andere symptomen. Zoals je hebt kunnen zien is de auto dit jaar nog bij vw dealer geweest, hij heeft er een week mee gereden en gaf ook geen probleem hierover aan. Ik zou me er echt niet te ongerust over maken hoor.”.
2.6.
Waarop [eiser] die dag heeft gereageerd:
“ [gedaagde 1] , punt is dat wij ook in andere Volkswagens met dergelijke motor en 4-Motion. Die pakken toch veel sneller op. Wij gaan het zien. En brengen de bus volgende week weg. Goed weekend…”.
2.7.
Op 6 november 2023 heeft [eiser] de auto laten controleren bij Volkswagendealer PON. Nadien heeft [eiser] niet meer met de auto gereden.
2.8.
Op diezelfde dag heeft [eiser] het volgende aan [gedaagden] geschreven:
“Goedemiddag, auto vandaag voor het eerst naar garage ivm afspraak planning. De auto heeft een dagwaarde van € 21.000,00. De motor en aandrijving schade is € 23.000,00 krijgt hier een technisch rapport van. De schade is ouder dan dit jaar. De auto is totalloss en advies is er niet meer mee te rijden. Hij staan bij Pon in Amersfoort. Hoe ga je dit oplossen?”.
2.9.
Hierop heeft [gedaagden] het volgende gereageerd:
“Beste [eiser] , wat vervelend. Ik kan er helaas niets mee. Ik heb geen last van de aandrijving gehad. De vw heeft me hier ook niet van op de hoogte gesteld.”.
2.10.
Dekra heeft op verzoek van [eiser] een onderzoek d.d. 18 december 2023 uitgevoerd aan de auto. In het deskundigenrapport van 20 december 2023 dat zij heeft opgesteld, heeft Dekra onder meer geschreven:

4.3 Technische inspectie
Tijdens het stationair draaien van de motor constateerden wij een bijgeluid aan de voorzijde van het voertuig. Het bijgeluid is afkomstig vanuit het koppelingshuis van de DSG-transmissie. Het bijgeluid is overduidelijk kenmerkend voor een defect aan het dubbelmassa vliegwiel, welke veroorzaak wordt door een overmatige speling van het secundaire deel van dit vliegwiel. Bij demontage van de onder/beschermingsplaat van de motor constateerden wij een motorolielekkage. Deze lekkage is afkomstig vanaf de bovenzijde van de motor. Tevens troffen wij een lekkage aan van de transmissie. De reparateur meldde ons dat de transmissievloeistof (olie) niet op het juiste peil staat, en dat de transmissie een bijgeluid maakt, dit hebben wij door middel van videomateriaal waargenomen. (…)
De afdichthoes c.q. ashoes van de linker aandrijfas daar mist een bevestigingsklem. Hierdoor heeft de hoes niet correct kunnen afdichten, en er is geen vet meer aanwezig, welke is uitgeslingerd. (…)
Bij controle van de vering constateerde wij dat de linker achterveer gebroken is. (…)
Het achter differentieel van het voertuig vertoont een olielekkage en hieruit is duidelijk het bijgeluid hoorbaar wat wij tijdens de proefrit hebben geconstateerd. Dit veroorzaakt ook de trillingen waarover eerder is gesproken.”
Onder het kopje oorzaak/conclusie staat in het rapport onder meer:
“(…) Wij zijn van mening dat het voertuig bij de laatste onderhoudsbeurten niet conform de onderhoudseisen zoals voorgeschreven door de fabrikant zijn uitgevoerd. De transmissie olie had bij circa 114.000 kilometer vervangen c.q. ververst moeten worden, en de olie van het differentieel achter, had begin dit jaar vervangen moeten worden. Gelet op het bijgeluid vanuit het differentieel achter, kunnen wij concluderen dat dit tijdens de verkoop van november 2023 al aanwezig moet zijn geweest, daar dit een langzaam inwerkend proces betreft.
Er dienen diverse onderdelen van het voertuig vervangen te worden. Deze bestaan uit de navolgende
onderdelen
 remmen achterzijde,
 achterveer
 differentieel achterzijde
 homikineet van aandrijfas linksvoor
 dubbel massa vliegwiel
 Met betrekking tot de motorolie lekkage dient er verdere diagnose gesteld te worden.

7.HERSTEL

De reparateur heeft voor het herstel diverse nieuwe onderdelen berekend. Dit zorgt ervoor dat de kosten extreem hoog oplopen. Deze kosten kunnen worden verminderd zodra er rekening wordt gehouden met revisie en of gebruikte delen. Wij zijn in het huidige stadium van mening dat de transmissie niet vervangen hoeft te worden, daar deze correct functioneert. Hier kan meer uitsluitsel over gegeven worden zodra het dubbelmassa vliegwiel en transmissie olie vervangen zijn.”.
2.11.
Bij e-mail van 11 januari 2024 heeft de advocaat van [eiser] verzocht binnen een week kenbaar te maken of [gedaagden] de reparatiekosten en aanvullende kosten zullen voldoen. Ter onderbouwing van dat verzoek is het deskundigenrapport van Dekra en een prijsopgave voor herstel overgelegd. In diezelfde e-mail heeft de advocaat van [eiser] reeds de buitengerechtelijke ontbinding ingeroepen voor het geval [gedaagden] binnen de gestelde termijn niet bereid blijkt de kosten van herstel en de gevolgschade te vergoeden.
2.12.
[gedaagden] betwist iedere aansprakelijkheid en heeft geweigerd de herstelkosten en andere kosten voor zijn rekening te nemen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert (samengevat) bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I.
primair:een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst tussen partijen buitengerechtelijk is ontbonden op 22 januari 2024,
II.
subsidiair:de koopovereenkomst tussen partijen te ontbinden, althans ontbonden te verklaren,
III. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen om aan [eiser] de koopsom van
€ 30.000,00 terug te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 22 januari 2024,
IV. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen om aan [eiser] de expertisekosten van
€ 779,62 te betalen,
V. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen om aan [eiser] te betalen de huurkosten van vervangend vervoer, gerekend tot 12 februari 2024 een bedrag van € 845,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover,
VI. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen om aan [eiser] een bedrag van
€ 169,00 per week aan huurkosten van vervangend vervoer te betalen gerekend vanaf 12 februari 2024 tot aan de dag van terugbetaling van de koopsom, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover,
VII. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen om aan [eiser] de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.075,00 te betalen,
VIII. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat de auto niet de eigenschappen bezit die hij op basis van de overeenkomst mocht verwachten. De auto is non-conform. Er zijn namelijk verschillende gebreken aan de auto waardoor hij de auto niet kan gebruiken. De auto is levensgevaarlijk en herstel van de gebreken komt uit op ten minste een bedrag van € 11.273,69 inclusief btw. Omdat de auto non-conform is, mocht [eiser] de overeenkomst buitengerechtelijk ontbinden en moet [gedaagden] de koopsom terugbetalen. Ook heeft [eiser] schade geleden omdat hij vervangend vervoer moest regelen. Tot slot vordert [eiser] een bedrag aan expertisekosten en buitengerechtelijke incassokosten.
3.3.
[gedaagden] voert hiertegen verweer en voert aan dat de gebreken waar [eiser] zich op beroept, afgezien van de trilling, niet aanwezig waren bij de koop van de auto. [eiser] heeft de auto bezichtigd en ook een proefrit gemaakt. De auto heeft geen schadeverleden en is op de gebruikelijke wijze onderhouden door een vakbekwame automonteur en een Volkswagendealer. Verder is de auto APK-gekeurd, in januari 2023 voor onderhoud nog helemaal nagekeken en toen is gebleken dat alles aan het voertuig goed was. De trilling die werd waargenomen tijdens de proefrit speelt al geruime tijd, maar navraag daarvan bij de zwager van [gedaagde 1] – een zeer ervaren automonteur – bevestigt dat dit niet ernstig is. Bovendien heeft de Volkswagendealer aangegeven dat het geluid uit de aandrijflijn niet als schokkend of direct gevaarlijk/onveilig ervaren wordt. Los daarvan heeft [eiser] de trilling zelf waargenomen en geaccepteerd. De schade die [eiser] later heeft ontdekt, is slijtage en normaal bij een tweedehandsauto gelet op de leeftijd van de auto, de kilometerstand en de prijs.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Toetsingskader
4.1.
Tussen partijen is in geschil of de afgeleverde auto al dan niet aan de overeenkomst voldoet. De rechtbank stelt voorop dat niet (langer) in geding is dat er in deze geen sprake is van consumenten in de zin van artikel 7:5 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en dat daarom het vermoeden van artikel 7:18 lid 2 BW bij de beoordeling van deze zaak geen rol speelt.
4.2.
Verder stelt het rechtbank voorop dat op grond van artikel 7:17 lid 1 BW bij een koop de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Als een gebruikte auto wordt gekocht om daarmee, naar de verkoper bekend is, aan het verkeer deel te nemen, beantwoordt de auto in de regel niet aan de overeenkomst indien als gevolg van een eraan klevend gebrek dat niet op eenvoudige wijze kan worden ontdekt en hersteld, zodanig gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren. Bij een gebruikte auto mag de koper verder verwachten dat de auto in een staat is die bij de ouderdom, het aantal gereden kilometers en de onderhoudstoestand past. Daarmee is niet gegeven dat de koper geen rekening hoeft te houden met reparaties. Dat betreft echter niet ernstige of uitzonderlijke gebreken die zich binnen relatief korte tijd voordoen, in aanmerking genomen het na de koop gereden aantal kilometers, en niet passen bij de kenmerken van de auto, waaronder de ouderdom, de kilometerstand en de onderhoudshistorie.
De auto beantwoordt niet aan de overeenkomst
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat [eiser] voldoende concreet heeft onderbouwd dat de auto is behept met diverse gebreken. Uit het door [eiser] overgelegde rapport van Dekra blijkt dat er een gebrek aan het achter differentieel is en het rapport bevat een uitvoerig gemotiveerde uiteenzetting over de oorzaak van dit gebrek, namelijk het niet vervangen c.q. verversen van de transmissie olie. Daarnaast dienen diverse onderdelen van het voertuig te worden vervangen, waaronder de remmen, achterveer, homikineet van aandrijfas linksvoor, dubbel massa vliegwiel en is er sprake van een lekkage van motorolie. [gedaagden] heeft deze bevindingen van Dekra niet weersproken. Volgens een prijsopgave van Volkswagendealer PON bedragen de herstelkosten van voornoemde gebreken € 11.273,69. [gedaagden] heeft weliswaar opgemerkt dat deze opgave niet een juiste weergave van de kosten bevat, maar dit standpunt heeft hij niet gemotiveerd zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat. De rechtbank gaat er daarom van uit dat de auto de gebreken bevat die in het rapport van Dekra worden genoemd en dat de herstelkosten minstens € 11.273,69 bedragen.
4.4.
[gedaagden] heeft aangevoerd dat de gebreken, met uitzondering van het gebrek aan het achter differentieel, bij de verkoop niet aanwezig waren. De Volkswagengarage die kort voor de verkoop nog reparatiewerkzaamheden aan de auto had verricht, heeft die gebreken niet geconstateerd en bovendien heeft [eiser] na aankoop zo’n 2.000 kilometer met de auto gereden en vallen deze gebreken onder normale slijtage.
De rechtbank passeert dit verweer. In het Dekra-rapport wordt gemotiveerd uiteengezet dat de laatste onderhoudsbeurten niet conform de onderhoudseisen zoals voorgeschreven door de fabrikant zijn uitgevoerd. Gelet hierop en in aanmerking genomen de aard van de gebreken en het korte tijdsverloop tussen de koop en de ontdekking van de gebreken, is de rechtbank van oordeel dat [eiser] voldoende heeft onderbouwd en [gedaagden] onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat de gebreken al bij aflevering van de auto aanwezig waren. De omstandigheid dat de auto kort voor de verkoop nog in reparatie is geweest bij de Volkswagendealer maakt dat niet anders, nu uit de onderhoudshistorie blijkt dat dit de reparatie van een kabelboom en een koelvloeistoflekkage betrof en niet is gesteld of gebleken dat de Volkswagendealer ook de onderdelen heeft beoordeeld die Dekra als gebrek heeft geconstateerd. Dat [eiser] na aankoop ongeveer 2.000 kilometer met de auto heeft gereden, kan ook niet tot een ander oordeel leiden.
4.5.
[gedaagden] heeft verder aangevoerd dat [eiser] voorafgaand aan de koop bekend was met de trilling en geen nader onderzoek naar de auto heeft gedaan, zodat hij het risico op de aanwezigheid van onderhoudsgebreken heeft geaccepteerd. Dit verweer faalt. Vast staat dat partijen tijdens de proeftijd hebben gesproken over de trilling en dat [eiser] daar vragen over heeft gesteld. [gedaagde 1] heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij [eiser] heeft verteld dat zijn zwager, een zeer ervaren automonteur, ernaar gekeken had, dat het niets ernstigs was en dat hij dacht dat het de beplating was. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] op de juistheid van deze mededelingen van [gedaagden] , die waren gebaseerd op uitlatingen van een zeer ervaren automonteur, heeft mogen vertrouwen en daarin geen aanleiding heeft hoeven zien nader onderzoek naar de auto te (laten) verrichten.
4.6.
De rechtbank is van oordeel dat [eiser] niet hoefde te verwachten dat de auto – behoudens de nog ter zitting genoemde slijtage aan banden en de versleten remmen – behept was met de (ernstige) gebreken die Dekra heeft vastgesteld en dat hij geen rekening hoefde te houden op zeer korte termijn na de aankoop hoge kosten van herstel (ongeveer een derde van de koopprijs) te moeten maken. De ouderdom van de auto (zeven jaar oud), de kilometerstand (die niet ongebruikelijk was voor de leeftijd van de auto, zoals [eiser] onweersproken heeft gesteld) of de hoogte van de koopprijs (een marktconforme prijs zoals [eiser] onbetwist heeft gesteld) gaven daar ook geen aanleiding voor. In het midden kan blijven of de auto al dan niet levensgevaarlijk is. Immers, het feit dat een auto geen gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert wil niet per definitie zeggen dat deze aan de overeenkomst beantwoordt. Gekeken moet worden naar wat de koper, op grond van alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de zaak en de mededelingen van de verkoper, van de auto mocht verwachten. [1] De rechtbank is van oordeel dat, behalve ten aanzien van het gebrek aan de remmen en nog ter zitting genoemde slijtage van de banden, [eiser] niet binnen één maand na verkoop had moeten rekenen op de aanwezigheid van de vastgestelde gebreken en meer dan één derde van de koopprijs aan herstelkosten. Dit maakt dat de rechtbank van oordeel is dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt en dus non-conform is.
[eiser] mocht de koopovereenkomst ontbinden
4.7.
Het voorgaande leidt ertoe dat sprake is van een tekortkoming aan de zijde van [gedaagden] De rechtbank passeert het verweer van [gedaagden] dat de tekortkoming de ontbinding niet rechtvaardigt. Gelet op de aard en omvang van de gebreken en daarmee gepaard gaande herstelkosten is de tekortkoming van zodanige betekenis, dat deze ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigt. [eiser] heeft de koopovereenkomst dus buitengerechtelijk mogen ontbinden. De onder I primair gevorderde verklaring voor recht zal daarom worden toegewezen.
4.8.
De ontbinding heeft tot gevolg dat voor partijen verbintenissen tot ongedaanmaking van de reeds ontvangen prestaties ontstaan. [gedaagden] zal de koopsom dus aan [eiser] moeten terugbetalen en [eiser] zal de auto weer aan [gedaagden] moeten geven. De onder II gevorderde terugbetaling van de koopsom acht de rechtbank dan ook toewijsbaar. [eiser] vordert ook wettelijke rente. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf
22 januari 2024.
Expertisekosten
4.9.
Wat betreft de kosten van de rapporten van PON en Dekra, in totaal € 779,62, geldt dat nut en noodzaak van de desbetreffende onderzoeken en de daarvan gemaakte rapportages uit het voorgaande genoegzaam volgt. De redelijkheid van de kosten die PON en Dekra voor de werkzaamheden in rekening hebben gebracht, is door [gedaagden] niet betwist. De vordering tot betaling van deze kosten, zal dan ook worden toegewezen.
Kosten vervangend vervoer
4.10.
[eiser] vordert daarnaast vergoeding voor vervangend vervoer (huurkosten), berekend tot 12 februari 2024 op € 845,00 en vanaf die datum een bedrag van € 169,00 per week tot aan de dag van terugbetaling van de koopsom. Op de mondelinge behandeling heeft [eiser] aangegeven dat hij na 12 februari 2024 nog één week vervangend vervoer nodig heeft gehad en heeft hij aldus zijn vordering beperkt tot € 1.014,00 (= € 845,00 +
€ 169,00).
4.11.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagden] deze kosten aan [eiser] moet betalen. [eiser] heeft immers onweersproken gesteld dat hij niet langer met de auto heeft gereden en gelet op de aard en ernst van de gebreken is dat begrijpelijk. Vervangend vervoer was noodzakelijk voor het vervoeren van zijn ernstig zieke – inmiddels overleden – vrouw en hij had geen beschikking over een andere auto. Bovendien heeft [eiser] zijn schade beperkt door deze kosten via vouchers op Social Deal aan te kopen. Dat [eiser] het betalingsbewijs van de laatste huurtermijn niet heeft overgelegd, maakt niet dat de kosten van de laatste week dat hij de auto heeft gehuurd niet voor vergoeding in aanmerking komen. [gedaagden] heeft namelijk onvoldoende gemotiveerd weersproken dat [eiser] ook die week nog was aangewezen op vervangend vervoer en het gevorderde bedrag komt overeen met de huurprijs die hij in de periode daarvoor betaalde. Dit betekent dat in totaal een bedrag van € 1.014,00 aan kosten voor vervangend vervoer zal worden toegewezen. De wettelijke rente over € 845,00 zal zoals gevorderd worden toegewezen vanaf 16 februari 2024, zijnde de dag van de dagvaarding. De wettelijke rente over € 169,00, zijnde de laatste huurtermijn, zal worden toegewezen vanaf 19 februari 2024, zijnde de laatste dag van de huur.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.12.
[eiser] vordert tot slot een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 1.075,00. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is niet van toepassing op de in deze zaak gevorderde bedragen (terugbetaling na ontbinding en schadevergoeding), zodat de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn, moet worden getoetst aan het Rapport BGK-integraal.
Op grond van dit rapport worden als redelijke kosten aangemerkt de tarieven die volgens de staffel van het Besluit gelden.
4.13.
[eiser] heeft onderbouwd dat hij daadwerkelijk buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht. [gedaagden] heeft dit ook niet weersproken. Het door [eiser] gevorderde bedrag is conform de staffel. De rechtbank zal dan ook dit bedrag toewijzen.
Proceskosten
4.14.
[gedaagden] is in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden tot op vandaag begroot op:
  • kosten van de dagvaarding € 105,88
  • griffierecht € 1.325,00
  • salaris advocaat € 1.572,00 (2 punten × tarief III € 786,00)
- nakosten
€ 178,00 +(plus de verhoging zoals
vermeld in de beslissing)
Totaal € 3.180,88
4.15.
Aanvankelijk had [eiser] ook [naam 2] en de maatschap Interfysio gedagvaard. De procedure jegens [naam 2] en Interfysio is doorgehaald. De vergoeding voor verschotten die zien op [naam 2] en Interfysio (2x BPR, 2x DBR, 2x CCBR en 1x KVK) komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking. Dit betekent dat een bedrag van € 105,88 aan dagvaardingskosten zal worden toegewezen, te vermeerderen met de daarover verschuldigde btw.
4.16.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.17.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de VW Transporter met kenteken [kenteken] op 22 januari 2024 buitengerechtelijk is ontbonden,
5.2.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 30.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van 22 januari 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 779,62 aan expertisekosten,
5.4.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan [eiser] te betalen een bedrag van
€ 1.014,00 aan huurkosten van vervangend vervoer, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 845,00, met ingang van 16 februari 2024 tot de dag van volledige betaling, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 169,00 vanaf 19 februari 2024 tot aan de dag van volledige betaling,
5.5.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.075,00 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.6.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in de proceskosten van € 3.180,88, te vermeerderen met de eventueel daarover verschuldigde btw, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagden] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover, als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. Boots en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024.

Voetnoten

1.HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158, Haviltex.