Uitspraak
KRAFMAIRN B.V.,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft Krafmairn B.V. een verzoek ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, om een voorlopig getuigenverhoor te houden en om informatie te verkrijgen van Intal Beheer B.V. Het verzoek is gedaan in het kader van een geschil dat voortvloeit uit een huurovereenkomst tussen Intal en FeNB2 Staalframebouw B.V., die inmiddels failliet is verklaard. Krafmairn, als opvolger van FeNB2, stelt dat Intal onrechtmatig heeft gehandeld en vordert schadevergoeding.
De rechtbank heeft op 27 november 2024 de beschikking gegeven waarin het verzoek van Krafmairn werd afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat Krafmairn onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gepresenteerd die zouden kunnen aantonen dat Intal onrechtmatig heeft gehandeld. Hierdoor heeft Krafmairn niet voldaan aan haar stelplicht, wat betekent dat er geen aanleiding is om het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toe te wijzen.
De kantonrechter heeft verder overwogen dat Krafmairn geen belang meer heeft bij het verzoek, aangezien de vorderingen in een eerder vonnis van dezelfde datum al waren afgewezen. Het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor en het verstrekken van informatie is daarmee niet meer relevant. De beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter, die de afwijzing van het verzoek heeft bevestigd.